uitleggen dat de afspraak tussen leenman en leenheer zowel zakelijk als persoonlijk was;
uitleggen dat het feodale stelsel een manier was om het bestuur te organiseren;
uitleggen hoe het feodale stelsel ontstond;
een aantal nadelen van het feodale stelsel noemen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
uitleggen dat de afspraak tussen leenman en leenheer zowel zakelijk als persoonlijk was;
uitleggen dat het feodale stelsel een manier was om het bestuur te organiseren;
uitleggen hoe het feodale stelsel ontstond;
een aantal nadelen van het feodale stelsel noemen.
Slide 1 - Tekstslide
Kenmerkend aspect
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Slide 2 - Tekstslide
Ontstaan van het feodalisme
De Romeinse provincie Gallië kwam onder invloed van de (niet geromaniseerde) Germaanse stam der Franken:
481: Clovis: met geweld versloeg hij andere lokale stamhoofden en bekeerde zich tot het katholieke christendom.
De steun van vazallen (krijgslieden) was essentieel (gebonden door eed van trouw). Zij leefden aan het hof en kregen later eigen plek
8e eeuw: macht in handen van Karel Martel. Hij was belast met de strijd tegen de moslims (Poitier) en deed een beroep op ruiters met een kostbare wapenuitrusting (ridders met lansen, zwaarden en maliënkolder). Om deze mannen te binden moest hij hen belonen met land.......
Slide 3 - Tekstslide
Feodale stelsel: hoe het werkt
Feodum (Lat.) betekent 'leen'
Feodale stelsel: manier van besturen (politiek systeem) waarbij leenheren gebied 'in leen' geven aan leenmannen (krijgslieden die een adellijke titel verkregen: graaf, hertog, baron)
Persoonlijk contract gebaseerd op een eed van trouw en belofte door de leenman (om de leenheer bij te staan in 'raad en daad') in ruil voor grondgebied (domein) en bescherming (onderlinge afhankelijkheid)
De basis van het feodaal systeem is trouw. Een koning (opperste leenheer) moet erop vertrouwen dat een leenman hem trouw blijft, om zo zijn rijk te proberen als een eenheid te kunnen besturen (streven naar centraal bestuur). Dit was echter zeer lastig!
Slide 4 - Tekstslide
Verdere uitbouw feodaal systeem
768: Karel de Grote (kleinzoon van Martel) krijgt de macht.
Uitbouw feodaal systeem door koppeling met bestuur: Rijk werd verdeeld in ca. 400 graafschappen (gouwen) en hertogdommen (groter domein) die belast werden met het handhaven van het koninklijk gezag in hun gebieden.
In ruil voor het leen (feodum) betaalde de leenman eenmalig een grote som geld en beloofde hij militaire dienst in tijden van oorlog (raad en daad).
De opbrengsten (belastingen) uit het leen mocht de leenman zelf behouden. Bestuur en rechtspraak behoorde ook tot zijn taken.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Feodaal systeem - de zwakke punten!
Leenmannen waren lastig te controleren
Ze opereerden steeds meer zelfstandig en ongehoorzaam (koning in hun eigen domein)
Ze maakten hun ambt erfelijk (eigenlijk na dood leenman domein weer terug aan leenheer)
Ze gaven zelf land en ambten in leen: achterleenmannen en achterachterleenmannen (baronnen en ridders) zorgde voor verdere versnippering
Trouw en loyaliteit als fundament van het systeem voor 'politieke eenheid'. Echter verraad en opstand tegen de eigen heer kwam vaak voor.
Leenmannen hadden vaak meerdere leenheren en speelden deze uit bij onderlinge conflicten
Slide 7 - Tekstslide
Bestuurlijke organisatie
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Leg uit op welke afspraak het feodalisme of leenstelsel gebaseerd was
Slide 10 - Open vraag
Het feodalisme was bedoeld om het centraal gezag te versterken. Maar na verloop van tijd leidde het juist tot het tegenovergestelde. Leg uit!
Slide 11 - Open vraag
Bekijk de afbeelding. Noem de kenmerken van het leenstelsel die hier worden afgebeeld
Slide 12 - Open vraag
Noem 3 verplichtingen die de leenman (vazal) had ten opzichte van de leenheer?
Slide 13 - Open vraag
Noem 3 verplichtingen van de leenheer (vorst of hoge adel) aan zijn leenman
Slide 14 - Open vraag
Welke bestuursvorm was het meest kenmerkend voor de tijd van monniken en ridders? Monarchie, aristocratie of democratie?
Slide 15 - Open vraag
Leg uit hoe niet-adellijke ridders op den duur tot de adel gingen behoren
Slide 16 - Open vraag
Vaak worden de begrippen hofstelsel en leenstelsel door elkaar heen gebruikt. Toch zijn ze niet hetzelfde. Leg uit!
Slide 17 - Open vraag
Begrippen
feodaal stelsel: een bestuurssysteem waarbij een leenheer grond en rechten in ‘leen’ geeft aan een ondergeschikte leenman, in ruil voor trouwe dienst; ook ‘leenstelsel’, ‘feodalisme’ of ‘feodaliteit’ genoemd.
leenheer: iemand die leenmannen aan zich heeft gebonden door hun grond en rechten in ‘leen’ te geven.
leenman: iemand die van een leenheer grond en rechten in ‘leen’ heeft gekregen en in ruil daarvoor trouwe dienst belooft; ook wel ‘vazal’ genoemd.