Engels

Maak een zin met ....
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Maak een zin met ....

Slide 1 - Tekstslide

nine o'clock
two o'clock
eight o'clock

Slide 2 - Sleepvraag

Maak een zin met de tijd. Bijvoorbeeld: It is ....... o'clock

Slide 3 - Tekstslide

a of an?

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik “an” als het woord begint met het geluid van a, e, i, o, u:

An apple
An open window
An egg
An hour (want bij uitspraak hoor je “o”)

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik “a” als het woord begint met een ander geluid.

A marriage
A child
A histology class (want bij uitspraak hoor je “h”)
A one-way direction (want bij uitspraak hoor je “w”)
A uniform (want bij uitspraak hoor je “y”)

Slide 6 - Tekstslide

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

a of an?
.... radio
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

a of an?
..... cinema
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

a of an:
...... apple
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

a of an:
...... euro
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 18 - Sleepvraag