3.1 Weer en klimaat - deel 2

3.1 Weer en klimaat - deel 2
1F
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Weer en klimaat - deel 2
1F

Slide 1 - Tekstslide


Leerdoelen

  • Je kent de acht hoofdklimaten en weet waar ze voorkomen.
  • Je begrijpt dat het weer bepalend is voor het klimaat.
  • Je kunt bepalen of een klimaat op lage of op hoge breedte ligt.


Slide 2 - Tekstslide

Begrippen §3.1: 

  • Weer 
  • Klimaat
  • Breedteligging
  • Tropisch regenwoudklimaat
  • Savanneklimaat
  • Steppeklimaat
  • Woestijnklimaat
  • Landklimaat
  • Zeeklimaat
  • Hoge breedte 
  • Toendraklimaat
  • Poolklimaat



Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 4 - Quizvraag

De Bilt
Thermometer
Meteoroloog
KNMI
Weervrouw

Slide 5 - Sleepvraag

Hoge en lage breedte

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Savanneklimaat
  • Lage breedte
  • Een droge seizoen en een regen seizoen
  • Warm (het hele jaar boven de 18 graden C)
  • Bomen, struiken en hoog gras
  • Big 5 :de leeuw, de olifant, de buffel, de neushoorn en het luipaard.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welk antwoord is kenmerkend voor een savanne?

A
Er zijn bomen en het regent een deel van het jaar niet
B
Er valt hier meer dan 2.000 mm regen
C
Heel veel bomen, ze zijn altijd groen
D
Droog, er groeien geen bomen

Slide 13 - Quizvraag

De savanne ligt op hogere breedte dan het tropisch regenwoud.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de omschrijving van tropisch regenwoud?
A
Temperatuur tussen 25 en 35 graden Celsius
B
Het regent veel
C
Weelderige dichte begroeiing
D
Er leven zebra's

Slide 15 - Quizvraag

Tropische regenwouden komen voor op...
A
hoge breedte
B
lage breedte
C
dunne breedte
D
dikke breedte

Slide 16 - Quizvraag

Steppeklimaat
  • Lage breedte
  • Weinig neerslag (200-400 mm per jaar), warm
  • Steppebewoners zijn vaak mensen die in de tenten wonen en rond trekken met hun dieren op zoek naar voedsel voor het vee. (nomaden) 
  • Alleen grassen, geen bomen (het is te droog)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Waar valt de minste hoeveelheid regen?
A
Tropische regenwoud
B
Savanne
C
Steppe

Slide 19 - Quizvraag

Woestijnklimaat
  • Lage breedte
  • Heel weinig neerslag (minder dan 200 mm per jaar)
  • Warm/koud (grote verschillen tussen dag en nacht)
  • Vrijwel geen vegetatie (planten)
  • Oase (plaats met water en vegetatie in de woestijn ))

Slide 20 - Tekstslide

Oase

Slide 21 - Open vraag

Klimaten op gematigde en hoge breedte

Slide 22 - Tekstslide

Wat is lage breedte?
A
tussen 30 gr ZB en 30 gr NB
B
boven 50 gr NB
C
tussen 30 gr en 60 gr NB en ZB
D
boven 60 gr NB of ZB

Slide 23 - Quizvraag

Wat is gematigde breedte?
A
tussen 30 gr ZB en 30 gr NB
B
boven 50 gr NB
C
tussen 30 gr en 60 gr NB en ZB
D
boven 60 gr NB of ZB

Slide 24 - Quizvraag

Wat is hoge breedte?
A
tussen 30 gr ZB en 30 gr NB
B
boven 50 gr NB
C
tussen 30 gr en 60 gr NB en ZB
D
boven 60 gr NB of ZB

Slide 25 - Quizvraag

Ga je van de Middellandse zee richting het noorden dan verandert de temperatuur altijd (het wordt kouder).
De neerslag verschilt soms.
Klimaten op gematigde en hoge breedte.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Klimaatgrafiek

Slide 28 - Tekstslide

Nederland heeft gematigd zeeklimaat. 

Loofbomen =
bomen die in de winter hun blad verliezen

Slide 29 - Tekstslide

Noem een soort loofbomen.

Slide 30 - Woordweb

Welk klimaat ligt niet op lage breedte?
A
Steppe
B
Tropische regenwoud klimaat
C
Savanne
D
Zeeklimaat

Slide 31 - Quizvraag

Welke klimaat op lage breedte heeft de meeste neerslag?
A
Savanne
B
Tropische regenwoud
C
Steppe
D
Woestijn

Slide 32 - Quizvraag

Welke klimaat op lage breedte heeft de minste neerslag?
A
Savanne
B
Tropische regenwoud
C
Steppe
D
Woestijn

Slide 33 - Quizvraag

Landklimaat
  • Hoge en gematigde breedte
  • Gemiddelde neerslag
  • Grote temperatuur verschillen zomer en winter
  • Naaldbos (taiga)

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Toendra
* koud, lange winters
* korte frisse zomers
* weinig neerslag
* geen bomen
* grond is bevroren = permafrost
* rendieren, weinig mensen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Klimaatdiagram
Je kunt een klimaat herkennen aan het landschap dat je ziet zoals je bij de vorige dia's hebt gezien. Dit is niet de enige manier, je kunt het klimaat ook weergeven in een grafiek: het klimaatdiagram. 
  • de gemiddelde temperatuur en gemiddelde neerslag van een plaats in 1 jaar in een grafiek.
  • aan de hand van zo'n grafiek kun je bepalen welk klimaat een plaats  heeft.

Slide 38 - Tekstslide

hoeveelheid neerslag per maand in mm
Klimaat-diagram
Hoe werkt het?
Deze rode lijn geeft altijd de temperatuur  per maand aan.
Rechts staat de temperatuur in graden Celsius
De blauwe staafjes geven de neerslag per maand aan. Elke staafje is een maand van het jaar.

Slide 39 - Tekstslide

Klimaten op lage breedte 
Klimaten op hoge breedte
Zeeklimaat
Toendraklimaat

Slide 40 - Sleepvraag

Tropen
Savanne
Woestijn
Zeeklimaat
Poolklimaat
Toendra

Slide 41 - Sleepvraag

Hoe bepaal je het klimaat van een gebied?
A
Je meet de temperatuur van een jaar
B
Je meet de neerslag van een jaar
C
Je meet het weer over een periode van 30 jaar
D
Je kijkt naar de neerslag, wind en temperatuur over 3 jaar

Slide 42 - Quizvraag