Plusklas Etymologie

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt uitleggen hoe leenwoorden in een taal belanden.
- Je kunt de etymologie van enkele woorden onderzoeken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

Noteer zoveel mogelijk sporttermen
die het Nederlands heeft overgenomen uit het
Engels.

Slide 6 - Woordweb

Noem woorden die met de computer te maken hebben die wij lenen uit het Engels

Slide 7 - Woordweb

Hoe komt het dat het Nederlands zoveel leenwoorden heeft?

Slide 8 - Open vraag

Leenwoorden
Door de verschillende culturen en ontwikkelingen in Nederland bestaat onze taal uit een mengsel van allerlei talen.
Die woorden noemen we leenwoorden.

Etymologie is de studie die onderzoek doet naar de herkomst van woorden en uitdrukkingen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Etymologie
wat denken jullie dat etymologie betekent?

Slide 11 - Tekstslide

Isidorus van Sevilla

encyclopedie Etymologiae
Hierin onderzocht Isidorus objecten door ze in verband te brengen met de oorspronkelijke betekenis van hun woorden.

Zijn encyclopedie wordt gezien als het eerste naslagwerk ooit.
Leefde van 560 tot 636 n.Chr. in Sevilla, Spanje.

Slide 12 - Tekstslide

etymologia
ethimologie
etymologie
Latijn, 600 n.Chr.
Oud-Frans
Nederlands, 1521

Slide 13 - Tekstslide

De etymologie van filosofie

In het Grieks is het woord philosophía (φιλοσοφία) een samenstelling van de woorden
voor liefde (φιλέω= ik houd van, φιλειν = houden van, φίλος = vriend, φιλία =
vriendschap) en voor wijsheid (σοφία = wijsheid).



Slide 14 - Tekstslide

Welk woord is het oudste?
oud
nieuw
kaneel
moeder
bitcoin
auto

Slide 15 - Sleepvraag

Zoek op internet naar de etymologie van het woord 'planeet'. 
Gebruik www.etymologiebank.nl voor het onderzoek.
Schrijf de antwoorden op de volgende vragen in je schrift:
- Uit welke taal (of talen) komt het woord?
- Waarom kregen 'planeten' die naam?

Voor de experts:
- Aan welke talen hebben we dit woord weer 
uitgeleend?

Al klaar? Zoek naar de etymologie van 
woorden naar jullie eigen keuze. 
Heb je een leuke gevonden om te delen?
Nu jullie
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

  • Je gaat op zoek naar de bron van een woord, door heel veel teksten te lezen.
  • Dat is voor ons gelukkig al gedaan.
  • www.etymologiebank.nl.

Hoe kom je achter de etymolgie?

Slide 17 - Tekstslide

de woorden
In je eentje kies je één van de tien woorden. Over dat woord gaat jouw 'etymologiefilmpje', een video (1 minuut) waarin jij uitlegt wat de herkomst van jouw woord is.
1. Kies een woord
2. Doe onderzoek naar de etymologie
3. Schrijf je script

Opdracht
1. suiker
2. muziek
3. nachtmerrie
4. sprookje
5. fantasie
6. gadget
7. computer
8. eureka
9. nostalgie
10. schilderij

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Zoek voor een woord uit hoe het ontstaan is.

Ga naar http://www.etymologiebank.nl

Slide 20 - Tekstslide

Bedenk in een groepje zoveel mogelijk woorden die een buitenlandse herkomst hebben!

Slide 21 - Tekstslide

Jongerentaal wordt gekenmerkt Door een eigen woordenschat. Welk onderstaand woord is het oudst?
A
Cool
B
Chill
C
Gaaf
D
Onwijs

Slide 22 - Quizvraag

Jongerentaal
C: gaaf (1973)

D: onwijs (1985)

A: cool (1989)

B: chill (2018)


Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Straattaal
- Omgangstaal onder jongeren (vooral in steden)
- Inlvoeden uit Marokkaans-Arabisch, Surinaams, Engels en Turks
- Wijkt af van de standaardtaal op het gebied van woordenschat, uitspraak en grammatica ('de meisje')

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

Nederlands als tweede taal
- Nederlands geen wereldtaal
- 24 miljoen sprekers (Engels 378 miljoen)




- NT2 = Nederlands als tweede taal

Slide 27 - Tekstslide

Welke buitenlandse taal overheerst in de Amsterdamse straattaal?
A
Marokkaans-Arabisch
B
Sranantongo (Surinaams)
C
Papiaments
D
Turks

Slide 28 - Quizvraag

Veelgemaakte taalfouten 
1. Doe is normaal!
2. Hun gaan op de fiets naar school.
3. Me oma is morgen jarig.
4. Ik ken voetballen.
5. Een meisje die graag rokjes draagt.

www.netinnederland.nl 

Slide 29 - Tekstslide

Welke fout maak jij weleens?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide