les 4 - Bestuur van Nederland

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Thema 3 - Politiek- les 4 - Bestuur van Nederland

Terugblik

In de vorige les hebben wij:

• Geleerd wat verkiezingen zijn en welke er in Nederland bestaan;
  
• geleerd wat er tijdens een verkiezingscampagne gebeurt;
  
• geleerd hoe je stemt;
  
• geleerd wat er na de verkiezingen gebeurt. 

Lesprogramma

• leer- en lesdoelen
• Opdracht 'regering'
• Opdracht 'ministeries'
• Opdracht 'tweede kamer'
• Bespreken les- en leerdoelen 

• Heb ik geleerd wat de taken van de regering zijn;
• heb ik geleerd wat een ministerie is;
• heb ik geleerd welke taken de Tweede Kamer heeft.

lesdoelen

Aan het einde van les:

• Weet ik hoe ik informatie moet zoeken via een betrouwbare bron op internet;
• heb ik samen met klasgenoten aan de hand van een begroting, gekozen welke plannen wij belangrijk vinden.

Theorie 1: Regering

Na de landelijke verkiezingen wordt er een nieuwe regering gevormd. De regering is de groep mensen die het land bestuurt. De regering neemt dus de belangrijkste politieke beslissingen in Nederland. Daarnaast maakt ze nieuwe wetten en zorgt ze ervoor dat wetten goed worden uitgevoerd. 

Ministers en de koning 

De regering bestaat uit de ministers en de koning. Elke minister is verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp, zoals onderwijs of gezondheidszorg. De leider van de regering is de minister-president, ook wel de premier genoemd. De koning hoort bij de regering, maar mag geen politieke beslissingen nemen. Wel heeft de koning andere taken. 

Maak opdracht 1 zelfstandig op blz. 104                             Pak er een laptop bij!

Theorie 2: ministeries

Ministers staan aan het hoofd van een ministerie. Een ministerie is een afdeling van de overheid waar de plannen van een minister worden uitgewerkt en uitgevoerd. Op het Ministerie van Economische zaken en Klimaat wordt bijvoorbeeld bedacht hoe we in Nederland meer groene energie gaan opwekken. 

Maak opdracht 2 in tweetallen op blz. 106

Theorie 3: Tweede Kamer

De regering maakt nieuwe wetten om problemen in Nederland op te lossen. Maar voordat de regering een wet kan invoeren, moet  de Tweede Kamer deze goedkeuren. In de Tweede Kamer zitten de 150 volksvertegenwoordigers die bij de landelijke verkiezingen gekozen zijn. Een meerderheid van deze volksvertegenwoordigers moet voor een wet stemmen, anders wordt de wet niet ingevoerd. 

Naast stemmen over nieuwe wetten, heeft de Tweede Kamer nog een hoofdtaak, controleren of de ministers hun werk goed doen. 

Opdracht 3: Stemming

Opdracht: met de klas gaan we een stemming van de tweede kamer naspelen. 

Lees het wetsvoorstel, denk dat eerst na over welke argumenten je voor en tegen dit wetsvoorstel kunt bedenken. Schrijf deze voor jezelf op. 

- De docent verdeeld de rollen en is de voorzitter van het debat en de stemming

- 1 student speelt de minister (die mag niet stemmen)

- 1 student is tegen het wetsvoorstel

- de rest van de studenten weten het nog niet, of zijn voor het wetsvoorstel. 

Het wetsvoorstel is: Scholen moeten worden verplicht om telefoons te verbieden in de klas. 

Blz. 109 

• Heb ik geleerd wat de taken van de regering zijn;
  
• heb ik geleerd wat een ministerie is;
  
• heb ik geleerd welke taken de Tweede Kamer heeft.

lesdoelen

Aan het einde van les heb ik:

• Weet ik hoe ik informatie moet zoeken via een betrouwbare bron op internet;
  
• heb ik samen met klasgenoten aan de hand van een begroting, gekozen welke plannen wij belangrijk vinden.