§ 1.3 Grammaire I.

Wat is een arrondissement?
A
een gerecht
B
een wijk
C
een beroep
D
een provincie
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is een arrondissement?
A
een gerecht
B
een wijk
C
een beroep
D
een provincie

Slide 1 - Quizvraag

Doel:
- Je kunt de vormen van het onregelmatige werkwoord être (zijn) gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Les:

- Overhoren.
- Uitleg: werkwoord être (ex 8A & 8B). 
- Zelfstandig werken.
Huiswerk:

-Maken ex 8C & 8D/8D & 8E.
-Leren apprendre 1 t/m 3.

Slide 3 - Tekstslide

bonjour

Slide 4 - Open vraag

Ça va?

Slide 5 - Open vraag

bedankt

Slide 6 - Open vraag

le pays

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Link

Werkwoord être
Ik ben
Jij bent
Hij/zij is

Wij zijn
Jullie zijn/u bent
Zij zijn

Slide 10 - Tekstslide

Exercice 4 – vocabulaire
1 heet                         5 vriend                    
2 woon.                     6 en jij
3 straat                     7 Frankrijk
4 ook.                         8 grote




Exercice 5 – globaal lezen
1 Een school, een middelbare school 
2 a Romain c Ousmane
 b Clémece d Aurélie 
3 Ze wonen in het 19e arrondissement, in het noord-oosten. 

Slide 11 - Tekstslide

Exercice 6 – de tekst begrijpen

1 a Romain houdt van voetbal kijken op tv.
 b Clémence houdt van mooie kleren.
 c Ousmane houdt van muziek.
 d Aurélie zit bij Clémence in de klas.
2 Clémence zegt: Salut ! Je m’appelle Clémence Gautier.
 Ousmane zegt: Bonjour ! Je suis Ousmane.
3 Het nummer staat voor de straatnaam.
4 a vrai b faux
c vrai d faux
5 Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
 De wijk van Romain, Clémence, Ousmane en Aurélie is erg mooi.
6 B
7 Parken, sportvelden, de school.
8 Ik ben / Frankrijk is

Exercice 6 – de tekst begrijpen
1 a Romain houdt van voetbal kijken op tv.
 b Clémence houdt van mooie kleren.
 c Ousmane houdt van muziek.
 d Aurélie zit bij Clémence in de klas.
2 Clémence zegt: Salut ! Je m’appelle Clémence Gautier.
 Ousmane zegt: Bonjour ! Je suis Ousmane.
3 Het nummer staat voor de straatnaam.
4 a vrai b faux
c vrai d faux
5 Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
 De wijk van Romain, Clémence, Ousmane en Aurélie is erg mooi.
6 B
7 Parken, sportvelden, de school.
8 Ik ben / Frankrijk is

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Huiswerk: opschrijven in je plenda. 
- Huiswerk: m ex 8C & 8D.
- lr a 1 t/m 3.

Slide 13 - Tekstslide

être=
A
hebben
B
zijn

Slide 14 - Quizvraag

être is een
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 17 - Quizvraag