2.6 rendement

P2.6 Rendement
hv4 - natuurkunde overal
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

P2.6 Rendement
hv4 - natuurkunde overal

Slide 1 - Tekstslide

Eind van de les kun je;
- uitleggen wat rendement is
- berekeningen maken met rendement
- een energie-stroomdiagram maken en interpreteren

Slide 2 - Tekstslide

Energie-stroomdiagram
In een energie-stroomdiagram zie je welke energie in een apparaat omgezet wordt, en welke energie(en) eruit komen. De dikte van de pijlen zijn maat voor de hoeveelheid energie, de dikte is dus op schaal getekend. 
In onderstaand voorbeeld zie je dat een spaarlamp zuiniger is dan een gloeilamp. 

Slide 3 - Tekstslide

Energie-stroomdiagram
Een lamp zet elektrische energie om in licht en warmte. Licht is in dit geval nuttige energie (Enut), en warmte niet. De elektrische energie die in de lamp omgezet wordt noem je Ein. 

Het deel van de energie die nuttig wordt besteedt noem je rendement 

Slide 4 - Tekstslide

Rendement
Rendement heeft geen eenheid en is een getal tussen de 0 en 1.


                                                                               of                         


Wanneer je de uitkomst vermenigvuldigd met 100, krijg je het antwoord in procenten. 
Let erop dat je dan % als eenheid geeft. 
η=EinEnut
η=PinPnut

Slide 5 - Tekstslide

Rendement


Wanneer je moet rekenen
met rendement,
maak dan altijd een schetsje.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenopgave
Een lamp (230 V, 0.2 A) brand twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht. Bereken:
- R
- P 
- E
η

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden
Een lamp (230 V, 0.2 A) brand twee uur. Per seconde wordt 10 J omgezet in licht.





 
η=4610=0.22
E=Pt=3,3105J
E=1000462=0,092kWh
P=UI=2300,2=46W
R=IU=0.2230=1,2103Ohm

Slide 8 - Tekstslide

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 9 - Quizvraag

Vragen?

Slide 10 - Open vraag