Citeervragen

Tips:
  • Lees de vragen zorgvuldig en bedenk wat er van jou gevraagd wordt. Geef alleen antwoord op de vraag die gesteld wordt. Controleer of je echt antwoord hebt gegeven op de vraag.
  • Schrijf altijd iets op bij een open vraag en kies altijd een antwoord bij een meerkeuzevraag!
  • Bij meerkeuzevragen kies je maar 1 antwoord, tenzij erbij staat dat je er meer moet kiezen. Bij een open vraag waar je twee dingen moet invullen, vul je er twee in en niet drie of vier.
  • Ga bij meerkeuzevragen uit van wat er letterlijk in de tekst staat. Bedenk eerst zelf je antwoord en kijk dan welk antwoord er het meeste bij in de buurt komt.
  • De vragen worden op volgorde gesteld. De laatste vraag van een tekst zal dus niet snel over het begin van de tekst gaan en andersom. Zo weet je ongeveer waar je in de tekst moet zoeken.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tips:
  • Lees de vragen zorgvuldig en bedenk wat er van jou gevraagd wordt. Geef alleen antwoord op de vraag die gesteld wordt. Controleer of je echt antwoord hebt gegeven op de vraag.
  • Schrijf altijd iets op bij een open vraag en kies altijd een antwoord bij een meerkeuzevraag!
  • Bij meerkeuzevragen kies je maar 1 antwoord, tenzij erbij staat dat je er meer moet kiezen. Bij een open vraag waar je twee dingen moet invullen, vul je er twee in en niet drie of vier.
  • Ga bij meerkeuzevragen uit van wat er letterlijk in de tekst staat. Bedenk eerst zelf je antwoord en kijk dan welk antwoord er het meeste bij in de buurt komt.
  • De vragen worden op volgorde gesteld. De laatste vraag van een tekst zal dus niet snel over het begin van de tekst gaan en andersom. Zo weet je ongeveer waar je in de tekst moet zoeken.

Slide 1 - Tekstslide

Frage
"Falscher Ball" (Titel)

Mit welcher Umschreibung ist der „echte“ Ball gemeint?
A „Das ‚herausragende Exponat‘“ (Zeile 12)
B „ein Trainingsmodell“ (Zeile 15)
C „das im September präsentierte      Spielgerät“ (Zeile 16-17)
D „ein im Bonner Haus der Geschichte liegender Ball“ (Zeile 19)  

Slide 2 - Tekstslide


"Falscher Ball" (Titel)
Mit welcher Umschreibung ist der „echte“ Ball gemeint?
A
„Das ‚herausragende Exponat‘“ (Zeile 12)
B
„ein Trainingsmodell“ (Zeile 15)
C
„das im September präsentierte Spielgerät“ (Zeile 16-17)
D
„ein im Bonner Haus der Geschichte liegender Ball“ (Zeile 19)

Slide 3 - Quizvraag

Citeervraag
Bij een citeervraag wordt een Nederlandse vraag gesteld waarbij je moet antwoorden met een letterlijk citaat uit de tekst.

Kijk goed naar wat CITO je al in de vraagstelling weggeeft. 
- In welke alinea staat het antwoord?
- Moet het een zelfstandignaamwoord zijn? Een bijvoeglijk naamwoord? 

Citeer niet meer en niet minder woorden dan gevraagd wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Bij citeren...
A
neem je iets letterlijk over
B
vertaal je het woord naar het Nederlands

Slide 5 - Quizvraag

Citeervraag 1
De tekst bestaat inhoudelijk uit twee delen. 

Het eerste deel is concreet,
het tweede deel algemeen.

Met welke zin begint het tweede gedeelte?

Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin. 

Slide 6 - Tekstslide


De tekst bestaat inhoudelijk uit twee delen. 
Het eerste deel is concreet, het tweede deel algemeen.
Met welke zin begint het tweede gedeelte?
Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin. 

Slide 7 - Open vraag

Citeervraag 2
Met welk woord in de tekst wordt de oorzaak van deze 'Kanabalisierung' aangeduid?

Citeer het betreffende woord.

Slide 8 - Tekstslide


Met welk woord in de tekst wordt de oorzaak van deze 'Kanabalisierung' aangeduid?
Citeer het betreffende woord.

Slide 9 - Open vraag

Waarom is het antwoord onjuist?

Slide 10 - Tekstslide


"Citeer de eerste twee woorden van de zin die aangeven waarom dit zo is"
Antwoord: "Zu" in regel 30.

Slide 11 - Open vraag


"Op welke 2 redenen wordt het plan niet uitgevoerd?"
Antwoord:
Het plan is duur, slecht voor het milieu en kost te veel tijd.

Slide 12 - Open vraag


"xxxxxx""

Antwoord:
Ze zijn het er niet mee eens.

Slide 13 - Open vraag

Wortschatz

Slide 14 - Tekstslide

tegenstelling
verklaring
tijd
toename
conclusie
voorwaarde
zunächst
deshalb
wenn
weil
außerdem
trotz

Slide 15 - Sleepvraag


sogar =

Slide 16 - Open vraag


jedoch =

Slide 17 - Open vraag


etwas zeigen =

Slide 18 - Open vraag


außerdem =

Slide 19 - Open vraag


deshalb =

Slide 20 - Open vraag


stattdessen =

Slide 21 - Open vraag


deswegen =

Slide 22 - Open vraag

Hoe ging het lezen van de tekst(en)?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

2. Vraag lezen en kernwoorden onderstrepen

Slide 24 - Tekstslide