In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nederland is Soeverein. Wat wordt hier mee bedoeld?
Slide 2 - Open vraag
Een visser uit Engeland vist op ongeveer 30km uit de Nederlandse kust. 1. De visser mag hier niet vissen. Dit is het territorium van Nederland. 2. Hij mag hier vissen omdat dit buiten de Nederlandse territoriale wateren is.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
stelling 1 is juist, stelling 2 onjuist
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is dan wel de grens van de territoriale wateren?
A
12km vanuit de kust
B
20km vanuit de kust
C
22km vanuit de kust
D
2km vanuit de kust.
Slide 4 - Quizvraag
Welke 4 landen horen bij het Koninkrijk der Nederlanden?
Slide 5 - Open vraag
Noem een aantal (minimaal 3) manieren om invloed uit te oefenen op het bestuur in Nederland. Gebruik de link in de uitleg (opvragen)
Slide 6 - Open vraag
De duinen langs de kust moeten versterkt worden. Welke bestuurlijke regio gaat hier over?
A
Gemeente
B
Provincie
C
De regering (het Rijk)
Slide 7 - Quizvraag
Voor basisschool De Willem en De Lage Waard komen nieuwe gebouwen. Wie gaat hier over?
A
Gemeente
B
Provincie
C
De regering (het Rijk)
Slide 8 - Quizvraag
Leerdoelen
Na deze les weet je wat nationale, regionale en lokale identiteiten zijn
Na deze les weet je meer over de Nederlandse identiteiten
Slide 9 - Tekstslide
wat is identiteit?
Slide 10 - Open vraag
identiteit
Wat eigen is van iemand. Waar herken je hem/haar aan.
vaak opvallende kenmerken als taal en tradities
voorbeeld: Friesland
eigen taal (fries)
fierljeppen als eigen sport
eten: Fryske Sûkerbôle = suikerbrood
Slide 11 - Tekstslide
Nationale identiteit
Taal
Omgangsvormen
Tradities
Godsdienst
Slide 12 - Tekstslide
Regionale identiteit
Slide 13 - Tekstslide
Lokale identiteit
Gericht op je eigen gemeente of dorp
Verschillen binnen een provincie
Vaak meer afgesloten naar buitenwereld
Voorbeeld:
Urk
Volendam
Slide 14 - Tekstslide
Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit.
Nationale identiteit
Regionale identiteit
Lokale identiteit
Slide 15 - Sleepvraag
Kun jij deze kenmerken aan het juiste land koppelen?