Hygiënisch werken in de horeca & Arbeidsomstandigheden

Hygiënisch werken in de horeca & Arbeidsomstandigheden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hygiënisch werken in de horeca & Arbeidsomstandigheden

Slide 1 - Tekstslide

Hygiënisch werken in de horeca
Voedselveiligheid
- Hygiënisch werken in verschillende beroepen is een eis! 
- Belangrijk: als je voedsel werkt of als je met mensen werkt die ziek of zwak zijn.
- Handen of materialen kunnen ervoor zorgen dat er bacteriën en micro-organismen op allerlei plekken terecht komen.


Slide 2 - Tekstslide

Soorten besmetting
Besmetting gebeurt bij onzorgvuldig omgaan met voedsel, vooral bij bijvoorbeeld vis of eieren. Mensen die hierbij een risico lopen, zijn kinderen tot 5 jaar, zieken, zwangere vrouwen en bejaarden. Leg je verhit voedsel op een onsteriele plaats, dan gaat het om herbesmetting en nabesmetting.

Kruisbesmetting gebeurt doordat je materialen, zoals messen, die niet schoon zijn gebruikt of hergebruikt zonder af te wassen. Om dit te voorkomen zijn de zes kleuren snijplanken ingevoerd voor verschillende ingrediënten.

Slide 3 - Tekstslide

Voedselveiligheid
- Een ander belangrijk hulpmiddel is een voedselthermometer.
- Voor het zorgvuldig omgaan met voedsel gebruik je de hygiënecode, afgekort als HACCP.
- Hazard Analysis and Critical Control Points.
- Je onderzoekt dan welke mogelijke zaken de voedselveiligheid in gevaar kunnen brengen. 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke hygiëne
Checklist persoonlijke hygiëne
1. Gebruik schone, aangepaste en goed te reinigen, beschermende kleding.
2. Draag geen sieraden, zichtbare piercings en polshorloges tijdens bereidingswerkzaamheden.
3. Steek bij de bereiding (lange) haren op of draag een haarnetje.
4. Zorg ervoor dat je schoon en zonder merkbare lichaamsgeur of andere geuren aan het werk gaat.
5. Was voor aanvang van de werkzaamheden, na pauzes en na toiletbezoek de handen.
6. Was je handen na het werken met rauwe producten en voordat je eindproducten gaat garneren.
7. Was je handen altijd volgens de professionele richtlijnen.
8. Desinfecteer je handen na het wassen als je ziek bent, als je werkt met rauwe kip of als je werkt met zieke patiënten.
9. Dek eventuele wondjes af met een blauwe, waterafstotende gaaspleister.
10. Gebruik wegwerphandschoenen.









Slide 5 - Tekstslide

Welke soort besmetting ontstaat wanneer je materialen (bijv. messen) niet goed schoonmaakt en gebruikt voor ander voedsel?
A
Besmetting
B
Herbesmetting
C
Nabesmetting
D
Kruisbesmetting

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke beroepen is het erg belangrijk om hygiënisch te werken?
A
Als je met mensen werkt die ziek/zwak zijn.
B
Als je met vuilnis werkt.
C
Als je met eten werkt.
D
Als je in de afwas werkt.

Slide 7 - Quizvraag

Voor het zorgvuldig omgaan met voedsel gebruik je de hygiënecode, afgekort als ....???

Slide 8 - Open vraag

Arbeidsomstandigheden
Arbowet
De Arbeidsomstandighedenwet heet ook wel de Arbowet. Deze wet werd in 1980 door de Tweede Kamer aangenomen. Sinds 1990 is de Arbowet van kracht voor alle arbeidsorganisaties (particuliere bedrijven en overheidsbedrijven). Door de laatste wetswijziging hebben werknemers en werkgevers meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de arbeidsomstandigheden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet de Arbowet?
De Arbowet regelt de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer. Ergonomie kan hieraan een bijdrage leveren. Bij ergonomie gaat het om aanpassingen van de werkomstandigheden. De werkomstandigheden moeten zodanig zijn dat de werknemer na het werk nog net zo gezond is als voor het werk.

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfsveiligheid
In de Arbowet staan regels waaraan de werkgever zich moet houden. Op deze manier bewaakt de overheid de bedrijfsveiligheid. Bedrijfsveiligheid houdt in dat een bedrijf onderzoekt waar de risico’s liggen wat betreft brand of ongelukken. Het gaat hierbij om personeel en om gasten, klanten, cliënten of zorgvragers. De basisveiligheidsregels kom je overal tegen, zoals in de horeca, bij zorginstellingen en op scholen. De werkgever is verplicht om aan deze richtlijnen te voldoen.

Slide 11 - Tekstslide

Ergonomisch werken
Ergonomie is de wetenschap die zich richt op het afstemmen van hulpmiddelen en omstandigheden op de eigenschappen van de mens waardoor mensen optimaal kunnen functioneren. Dit beslaat het hele gebied van bijvoorbeeld een goede bureaustoel tot een efficiënt werkproces in de keuken van een restaurant. Ergonomie levert zo een belangrijke bijdrage aan het veilig en gezond kunnen inrichten van een werkplek.

Slide 12 - Tekstslide

Bij een goede werkhouding moet je aan de volgende punten denken:
Houd de onderarm, hand en pols in een rechte positie.
Krom je vingers niet te krampachtig.
Houd je rug recht.
Buig door je knieën.

Slide 13 - Tekstslide

Veiligheid begint bij jezelf
Veilig en ergonomisch werken begint bij jezelf. Als je spullen moet pakken die hoog op een plank liggen in het magazijn, gebruik je een veilige trap of een opstapkrukje. Als je een doos met veel spullen moet uitpakken, zet je die bijvoorbeeld op je werktafel. En natuurlijk trek je altijd de stekker uit het stopcontact als je het stoomstrijkijzer moet vullen met water.


Slide 14 - Tekstslide

Wat doet de Arbowet?
A
Regelt dat de werkplek ergonomisch wordt ingericht.
B
Regelt de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer.
C
Regelt dat er gezonde voeding op de werkplek is.
D
Regelt alle zaken die te maken hebben met veiligheid.

Slide 15 - Quizvraag

checklist persoonlijke hygiëne

Slide 16 - Woordweb

Dit is een goed voorbeeld van ergonomisch tillen.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide