K4 Grammatik C+D

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Was machen wir heute?

SO

Grammatik

Belangrijk dit hoofdstuk H2

Voorzetsels met de vierde naamval P. 13, 14

Persoonlijke voornaamwoorden in de vierde naamval P. 21

Verschil tussen persoonlijk voornaamwoord en  bezittelijk voornaamwoord P. 22

Vervoeging van werkwoorden met a en e in de stam P. 35

Verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden P. 43

Tijd aangeven P. 43

Gebruik van im, am, um, von … bis P. 43

Kloktijden

Belangrijk dit hoofdstuk V2

De derde naamval P. 12-13

Du of Sie P. 20

Werkwoorden met de derde naamval en werkwoorden met de vierde naamval P. 21

Het persoonlijk voornaamwoord in de derde en de vierde naamval P. 35

HAVO

Welke voorzetsel zijn er?

für, um, durch, ohne, gegen, 

fugod

Was machen wir heute?

- Verschil tussen persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord P. 22

- Vervoeging van werkwoorden met a en e in de stam P. 35

Aufgaben Kapitel 4:

Lektion 2: 10, 11

Lektion 3: 1, 2, 6

Lektion 4: 1, 2, 8, 9 (morgen in de les)

VWO

Was machen wir heute?

- Werkwoorden met de derde naamval en werkwoorden met de vierde naamval P. 21

Welke werkwoorden horen bij welke naamval?

fragen (vragen)

 danken ((be)danken)

bitten (om iets verzoeken)

gefallen (bevallen)

helfen (helpen)

glauben (geloven)

derde naamval

danken ((be)danken)

gefallen (bevallen)

helfen (helpen)

glauben (geloven)

vierde naamval

fragen (vragen)

bitten (om iets verzoeken)

Aufgaben Kapitel 4

Lektion 2: 9, 10, 11, 12

Lektion 3: 1, 2

Huiswerk

De opdrachten uit de les afmaken

Woorden van Lektion 1+2 leren.