Leesvaardigheid les 3

Leesvaardigheid les 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid les 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet weer wat een betogende tekst is.
- Je leert argumenten herkennen.
- Je leert de leesstrategie kritisch lezen toepassen;
- Je leert het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Terugblik en huiswerk (15 min)
- Uitleg: Leesvaardigheid (10 min)
- Zelfstandig werken: (30 min)
- Nabespreken (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Welk tekstverband en welk signaalwoord?


Erik heeft zijn sportkleren al aan, dus hij is helemaal klaar voor een rondje hardlopen.

Slide 5 - Tekstslide

Welk tekstverband en welk signaalwoord(en)
Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen..

Slide 6 - Tekstslide

Welk tekstverband en welk signaalwoord(en)
Het is dus belangrijk om regelmatig het huiswerk te controleren.

Slide 7 - Tekstslide

Welk tekstverband en welk signaalwoord(en)
De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk


Uit de reader - Tekst 2 met vragen (vraag 2, 3, 4, 5 en 7 op blz 4)2. Uit Talent A: maak van H2 Lezen 2.3 tekst 2, opdracht 13 t/m 16 (blz. 106-107)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Pak je schrift en maak aantekeningen
Zet hierboven Lezen 3.3

Slide 14 - Tekstslide

Betogende tekst
  • De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening met argumenten.
  • Voorbeelden: opiniestuk, ingezonden brief, beoordeling, boekbespreking, filmrecensie, klachtenbrief
  • Inleiding: Onderwerp en mening hierover
  • Kern: argumenten
  • Slot: conclusie of samenvatting.
De hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat uit de mening van de schrijver, meestal gevolgd door zijn belangrijkste argument.

Slide 15 - Tekstslide

Argument 
- is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is. 
- kan zowel een feit als een mening zijn.


Tegenargument is een argument van iemand met een andere mening over hetzelfde onderwerp. 

In een betoog kan de schrijver dit tegenargument benoemen en vervolgens weerleggen. Daardoor zal zijn betoog nog meer overtuigen.

Slide 16 - Tekstslide

Leesstrategie kritisch lezen
Beoordelende vragen stellen: 
Is de schrijver deskundig? 
Hoe weet hij dat? 
Is die informatiebron betrouwbaar? 
Is de informatie waar?

Klopt het allemaal??

Slide 17 - Tekstslide

Tekstverband oorzaak en gevolg
De oorzaak is datgene waardoor iets anders gebeurt: daardoor komt het. Het gevolg is de gebeurtenis die volgt op de oorzaak.

Signaalwoorden: doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg.

Slide 18 - Tekstslide

Pak je Plenda en noteer het husiwerk
Dinsdag 3e uur
Maken: Uit de reader Tekst 3 met vragen
Uit Talent : Lezen 3.3 tekst 3, opdr. 17 t/m 22 (blz. 178-181)

Slide 19 - Tekstslide