In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.3 - Als een spin in het web
- Karel VII voert centralisatie in
Slide 1 - Tekstslide
Lees:
Uit paragraaf 5.3 de alinea "centralisatie"
Slide 2 - Tekstslide
Frankrijk na de honderdjarige oorlog
De honderdjarige oorlog werd gewonnen door Frankrijk. De Franse bevolking was erg trots op hun leger en koning. De koning maakte van dit moment gebruik om meer macht te krijgen in zijn eigen land. Er waren namelijk nog veel edelen in zijn rijk die veel te zeggen hadden.
Koning Karel VII (karel de zevende) voerde centralisatie in om de touwtjes in handen te krijgen.
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk bron 22 in je tekstboek. Hoe is het mogelijk dat sommige edelen zulke grote stukken land bestuurden in Frankrijk? Gebruik het begrip "leenstelsel" in je antwoord.
Slide 4 - Open vraag
Karel VII voert "centralisatie" in. Kijk nog eens in paragraaf 5.1 en leg uit wat centralisatie is.
Slide 5 - Open vraag
Centralisatie
Karel VII en later zijn zoon Lodewijk XI (Lodewijk de elfde)
Voeren centralisatie door in Frankrijk. Dat doen ze door verschillende veranderingen en maatregelen door te voeren. We zetten ze op een rijtje in de volgende slides.
Slide 6 - Tekstslide
1. Adviesraad
De adviesraad hielp Karel met het besturen van het land. Ze gaven dus advies aan de koning. In de adviesraad zaten mannen van adel.
Slide 7 - Tekstslide
Lees "centralisatie". Welke verandering voerde Karel VII door in zijn adviesraad?
Slide 8 - Open vraag
Bedenk waarom deze verandering ervoor zorgde dat Karel zelf meer macht kreeg.
Slide 9 - Open vraag
2. Het leger
Een leger was voor een koning onmisbaar. Je kon je gebied uitbreiden en je vijanden verslaan. In de middeleeuwen huurde je de soldaten. Als de oorlog voorbij was gingen ze weer naar huis.
Slide 10 - Tekstslide
Lees "centralisatie". Welke verandering voerde Karel VII door in zijn leger?
Slide 11 - Open vraag
Bedenk waarom deze verandering ervoor zorgde dat Karel zelf meer macht kreeg.
Slide 12 - Open vraag
3. Belasting
De koning liet mensen belasting betalen. Je kon ook belasting over producten heffen (BTW). Die producten worden dan duurder en het rijk krijgt een deel van de opbrengst.
De uitgaven van het rijk worden betaald met deze belasting.
Slide 13 - Tekstslide
Karel VII verhoogt de belasting op zout en land. Waar gebruikte hij het geld voor dat hij op deze manier verdiende?
Slide 14 - Open vraag
4. Bisschoppen
Een bisschop is een geestelijke, Iemand die werkt voor de kerk. Een bisschop had vrij veel macht. Ze waren de kerkelijk leiders van een bepaald gebied. De paus benoemde de bisschoppen in Frankrijk.
Slide 15 - Tekstslide
Lees "centralisatie". Welke verandering voerde Karel VII door met betrekking tot het benoemen van bisschoppen?
Slide 16 - Open vraag
Bedenk waarom deze verandering ervoor zorgde dat Karel zelf meer macht kreeg.
Slide 17 - Open vraag
Tenslotte: Leg uit waarom al deze maatregelen ervoor zorgden dat Karel zijn rijk op een meer centrale manier kon besturen.