H4 Herhalings

HERHALINGSLES H4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
mtlVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HERHALINGSLES H4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Leerdoelen (2 min)
  2. Uitleg (10 min)
  3. Herhalingsoefeningen (20 min)
  4. Klassikaal overlopen (15 min)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les kunnen jullie de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en je rol als burger.

Slide 3 - Tekstslide

CONCRETE LEERDOELEN
• Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden uitleggen wat globalisering betekent.
• Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden uitleggen wat soevereiniteit betekent.
• Aan het eind van de les kunnen jullie in aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een democratisch tekort is.
• Aan het eind van de les kunnen jullie zelf een mening vormen over de samenwerking en de EU.
• Aan het eind van deze les kun je uitleggen welke voor- en nadelen de EU, NAVO en de VN voor Nederland hebben

Slide 4 - Tekstslide

Tops! Rustig reageren
Je vraagt hulp en feedback en geeft en ontvangt deze ook.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de definitie van globalisering?

Slide 6 - Open vraag


Leg uit dat het tekort aan mondkapjes een gevolg is van de globalisering.

Slide 7 - Open vraag

Geef 1 voordeel van globalisering

Slide 8 - Open vraag

Geef 1 nadeel van globalisering

Slide 9 - Open vraag

Geef 1 voorbeeld van problemen zonder grenzen.

Slide 10 - Open vraag



Wat betekent een dictatuur?

Slide 11 - Open vraag

Geef 3 kenmerken van een dictatuur

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent soevereiniteit?

Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag

Welk onderdeel van de Verenigde Naties kan besluiten in te grijpen?
A
de veiligheidsraad
B
navo
C
het veiligheidscomité

Slide 15 - Quizvraag


Benoem een nadeel van de EU

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent wereldburgerschap?

Slide 17 - Open vraag

Waar of niet waar: Wanneer de EU een wet goedkeurt, geldt deze voor alle EU landen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

leg in je eigen woorden uit wat democratisch tekort betekent.

Slide 19 - Open vraag

Leg uit wat boycotten betekent.

Slide 20 - Open vraag