Unit 2: Week 1

Week 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Week 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1

Lesdoelen

Je weet wat we gaan doen in de nieuwe unit.
Je kent nieuwe woorden van het verkeer.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze Unit:
Waar gaat de reis heen?
  • Verkeer (traffic)
  • De weg wijzen (giving directions)
  • Reizen (to travel)

Summatives:
Lezen & Schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 2: Statement of inquiry

When we navigate with purpose in this world we need to communicate clear messages. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Het verkeer

Slide 7 - Tekstslide

Maak een mindmap met woorden van het verkeer d.m.v. de input van de leerlingen.

Welke woorden kennen ze al?
Welke woorden hopen ze te leren?

Laat de leerlingen deze mindmap meeschrijven in hun schriftje.


De woordenlijst

Jullie krijgen (get) allemaal een woordenlijst van Unit 2.

Doe de woordenlijst in je mapje.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
In duo's, speel galgje met de woorden van week 1. 

De letters moeten in het Nederlands gevraagd worden!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2:
Wat zie jij op de afbeelding?

Beschrijf wat je ziet in complete Nederlandse zinnen! Gebruik de woordenlijst en de volgende startzin:

Ik zie _______________

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Wat zien de leerlingen in de afbeelding?

Laat de leerlingen de woorden opschrijven die je in de afbeelding zien in hun schriftje. 

Ze kunnen ook alvast in de woorden van week 2 kijken.


Opdracht 3:
Beantwoord de vragen in complete Nederlandse zinnen.

1. Waar stop je in het verkeer?
2. Waar kan een voetganger (pedestrian) oversteken?
3. Waar rijden auto's?
4. Waar lopen voetgangers?
5. Waar fietsen fietsers?
6. Waar rijden de auto's meer dan 100 km/uur?
7. Waar komen meerdere (several) wegen samen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
  1. Waar stop je in het verkeer? Je stopt bij het zebrapad/verkeerslicht.
  2. Waar kan een voetganger (pedestrian) oversteken? Hij/zij kan oversteken op een zebrapad.
  3. Waar rijden auto's? De auto's rijden op de straat/weg.
  4. Waar lopen voetgangers? De voetgangers lopen op de stoep
  5. Waar fietsen fietsers? De fietsers fietsen op het fietspad.
  6. Waar rijden de auto's meer dan 100 km/uur? De auto's rijden meer dan 100 km/uur op de snelweg
  7. Waar komen meerdere (several) wegen samen? Ze komen samen op de rotonde/bij het kruispunt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4a:
Schrijf een zin waarin je jouw aangewezen woord beschrijft. Jouw woord mag niet in de zin voorkomen (appear). Herhaal (repeat) dit totdat je 5 zinnen hebt met 5 verschillende  (different) beschreven (described) woorden.

Bijvoorbeeld:
Het is een rode weg waar mensen rijden op een tweewieler.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4b:
Lees jouw zin voor aan je partner.
Kan hij/zij je woord raden (guess)?


1 punt per juist antwoord!

Wie heeft uiteindelijk (eventually) de meeste punten?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5:
Beschrijf in complete zinnen waar je de volgende (following) acties uitvoert (carry out).

Oversteken, stoppen, fietsen, lopen, rijden.

Bijvoorbeeld:
Je steekt bij het zebrapad over.

Slide 16 - Tekstslide

De leerlingen moeten nu zinnen maken met de 4 overige woorden. Ze beschrijven dan de handeling en waar de handeling uitgevoerd wordt. 
Les 2

Lesdoel

Je kan de weg wijzen aan een ander.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoe vragen we de weg?

Slide 18 - Tekstslide

Maak een mindmap met handige zinnen om de weg te vragen d.m.v. de input van de leerlingen.

Welke zinnen zijn handig om te weten als ze de weg moeten vragen?

Sorry, mag ik u iets vragen?
Waar is ..... ?
Hoe kom ik bij .... ?

Laat de leerlingen deze mindmap meeschrijven in hun schriftje.


De weg wijzen
Ga:                                                Aan de:                           Rangtelwoorden:
- linksaf                                      linkerkant
- rechtdoor                               rechterkant
- rechtsaf

                                            
                          1, 3 & 8 zijn onregelmatig!   ---->                                      
1st
eerste
2nd
tweede
3rd
derde
4th
vierde
5th
vijfde
8th
achtste

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
Lees de tekst en maak de vragen op het werkblad.

Slide 20 - Tekstslide

Deel het werkblad uit aan de leerlingen, en laat ze de tekst lezen en de vragen maken.

Het werkblad is te vinden op de drive in Week 1.
Opdracht 2:
Bekijk de video op de volgende slide en beantwoord de vragen.

1. Wat zegt de man om de aandacht (attention) van de vrouw te krijgen?
2. Hoe vraagt de man de weg?
3. Hoe komt de man bij de bestemming (destination)?

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Sorry, mag ik iets vragen?
2. Waar is het Molenplein?
3. Eerst rechtdoor, daarna de 2e straat links, dan de eerste straat rechts.

Slide 22 - Video

Link: https://www.youtube.com/watch?v=iUNzoK7ifUs
Antwoorden
Antwoorden:
1. Sorry, mag ik iets vragen?
2. Waar is het Molenplein?
3. Eerst rechtdoor, daarna de 2e straat links, dan de eerste straat rechts.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: 
Bert heeft pijn dus hij moet naar het 
ziekenhuis. Bert is bij de gele stip.

Hoe komt hij bij het ziekenhuis?

Schrijf een routebeschrijving.
Gebruik de woordenlijst!

Slide 24 - Tekstslide

De leerlingen moeten een routebeschrijving schrijven van de route naar het ziekenhuis vanuit de gele stip.

Gebruik hiervoor de volgende slide!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4:
In duo's, schrijf een gesprekje tussen 2 personen.

  • Eén vraagt de weg
  • Eén wijst de weg

Minimaal: 60 woorden
Klaar? Doe het gesprek met je buur.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3

Lesdoel

Je kan jouw ideale buurt maken.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1a:
Waar ga je naartoe?

Begin bij de gele stip: 
Ga bij het stoplicht rechtdoor en ga de eerste straat rechtsaf. Ga rechtdoor bij het kruispunt. De bestemming is aan de linkerkant.

Slide 28 - Tekstslide

Laat de leerlingen de beschrijving opschrijven, en laat vervolgens de kaart op de volgende slide zien. Waar komen ze uit?

Antwoord: 
De supermarkt

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1b:
Waar ga je naartoe?

Begin bij de zwarte stip: 
Ga rechtdoor en ga aan het einde van de straat linksaf. Ga dan de derde straat rechtsaf. Ga de eerste straat opnieuw rechtsaf. De bestemming is aan de linkerkant.

Slide 30 - Tekstslide

Laat de leerlingen de beschrijving opschrijven, en laat vervolgens de kaart op de volgende slide zien. Waar komen ze uit?

Antwoord: 
De school

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1c:
Waar ga je naartoe?

Begin bij de oranje stip: 
Ga rechtdoor en ga aan het einde van de straat rechtsaf. Ga dan twee keer linksaf. Ga daarna rechtsaf en ga de derde straat linksaf. De bestemming is naast een stoplicht.

Slide 32 - Tekstslide

Laat de leerlingen de beschrijving opschrijven, en laat vervolgens de kaart op de volgende slide zien. Waar komen ze uit?

Antwoord: 
Het cafe

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2:
Teken op een poster een plattegrond (map) met jouw bestemmingen. 

Schrijf op de achterkant (back) van de poster minimaal 3 routebeschrijvingen van 3 zinnen met een routebeschrijving naar een bestemming.



Slide 34 - Tekstslide

De leerlingen tekenen nu zelf een plattegrond zoals bij opdracht 1.

Hierbij bedenken ze ook routebeschijvingen die naar een bepaalde plek leiden. 
Opdracht 3:
Ruil (switch) van poster met je duopartner en volg (follow) de routebeschrijving naar de bestemmingen.

Goede bestemming? -----> 1 punt

Wie heeft de meeste punten?



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies