4.1 Aan het werk/voor wie werk je

Economie klas 4
Paragraaf 4.1 
Basis - kader
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie klas 4
Paragraaf 4.1 
Basis - kader

Slide 1 - Tekstslide

BEKEND
Met welk van de volgende begrippen ben jij al bekend?
Loondienst
Zelfstandige
ZZP-er
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Loon
Wettelijk minimum loon
Minimum jeugdloon
CAO
Proeftijd
1. Schrijf individueel in 5 minuten op welke begrippen je kent. 
2. De volgende 10 minuten ga je in een groepje bespreken wat jullie allemaal nog weten. Maak jullie lijst compleet met alle begrippen en de betekenis daarachter


Vaste baan
Onbepaalde tijd
Tijdelijke baan
Bepaalde tijd
Flexibele baan
Uitzendbaan
Oproepcontract
Wit werk
Grijs werk
Zwart werk
timer
0:10

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Wat wordt bedoeld met een flexibele baan
Welke afspraken werkgevers en werknemers maken
Hoe de overheid werknemers beschermt

Slide 3 - Tekstslide

Werk jij?

Zo ja: waar, hoeveel uur per week en wat is je functie?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet jij over
het onderwerp werken?

Slide 5 - Woordweb


1. Welke drie soorten flexbanen worden er genoemd?
2. Waarom willen de meeste werknemers liever een           vaste baan?
3. Wil jij later liever een vaste baan of een flexbaan? 

Slide 6 - Open vraag

Loon of winst
In loondienst heb je als werknemers een arbeidsovereenkomst met je werkgever. Je verdient dan een afgesproken loon voor een afgesproken aan tal werkuren.

Als zelfstandige heb je een eigenonderneming. De winst die je daarmee behaalt, is je inkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Als je ergens gaat werken, sluit je een arbeidsovereenkomst af met je werkgever.Er staat bijvoorbeeld in:
  • wat voor werk je doet
  • wat je salaris is
  • wat je arbeidsvoorwaarden zijn.

Je arbeidsvoorwaarden zijn onder andere hoeveel uur per week je werkt, wat je loon is en hoeveel vakantiedagen je hebt.




Slide 8 - Tekstslide

Proeftijd

  • Bij een nieuwe baan spreek je een proeftijd af om te kijken of het bevalt.
  • Tijdens de proeftijd mag de werknemer en/of de werkgever op ieder moment de arbeidsovereenkomst beëindigen.


Slide 9 - Tekstslide

Collectieve arbeidsovereenkomst


In een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) staan arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers in één bedrijf gelden, of voor een hele groep bedrijven.


Slide 10 - Tekstslide

Wat staat er in een
arbeidsovereenkomst?

Slide 11 - Woordweb

Vast of flexibel
Een vaste baan is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Bij een flexibele baan werk je alleen als de werkgever je nodig heeft.




Slide 12 - Tekstslide

VAST WERK


FLEXIBEL WERK
Proeftijd = een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgaven van rede de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen. Duur: maximaal 2 maanden
Vaste baan = Er staat geen eind datum in je contract. Dat is een baan voor onbepaalde tijd
Tijdelijke baan = een baan voor een bepaalde tijd. Er staat een eind datum in het contract.

Tussen 6 maanden en 1 jaar is één maand proeftijd toegestaan.

Uitzendbaan =
je werkt dan voor een uitzendbureau
Oproepkracht = je hebt dan een contract waarin je uren niet vast zijn. De werkgever kan je bellen als je nodig hebt

Slide 13 - Tekstslide

Noem een voordeel en een nadeel van een uitzendbaan.
Doe dit voor de werkgever en de werknemer.

Slide 14 - Open vraag

timer
1:00
Vul de juiste woorden in.

Afspraken tussen een werknemer en een werkgever staan in de                           . Staat hier een einddatum in, dan gaat het om een                            baan. Staat er geen einddatum in, dan is het een                               baan. Er zijn ook mensen die werken via het uitzendbureau of met een oproepcontract, zij hebben een                           baan.

arbeidsovereenkomst
tijdelijke baan
vaste baan
flexibele baan

Slide 15 - Sleepvraag

Kies de twee juiste antwoorden. Met een vaste baan:
timer
1:00
A
heb je als werknemer een vast aantal uren en loon per week.
B
hebben jij en je werkgever te maken met een opzegtermijn.
C
staat er een einddatum in je arbeidsovereenkomst.
D
werk je alleen als je werkgever je nodig heeft.

Slide 16 - Quizvraag

In Harry’s arbeidsovereenkomst staat een maandloon van € 1.742.
Bereken hoeveel Harry per week verdient.
Een jaar heeft:
12 maanden
52 weken
365 dagen

Slide 17 - Open vraag

Soeraja verdient per week € 452,73. Welk maandloon heeft zij met haar werkgever afgesproken?
Een jaar heeft:
12 maanden
52 weken
365 dagen

Slide 18 - Open vraag

De hoogte van je loon
is afhankelijk van...

Slide 19 - Woordweb

wetten
Er zijn wetten die werknemers beschermen.
In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. (Arbo = arbeidsomstandigheden)
De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk- en rusttijden.
Als werknemer heb je recht op het wettelijk minimumloon. Dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder met een voltijdbaan minstens moet verdienen.

Als je jonger bent, gelden lagere bedragen. Dat heet het minimumjeugdloon.


Slide 20 - Tekstslide

Op het nieuws hoor je: ‘Agenten maken te lange dagen en krijgen te weinig rust.’
Over welke wet uit de leertekst gaat het hier?
A
Arbowet
B
minimumloon
C
Arbeidstijdenwet
D
Arbeidsvoorwaarden

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Bekijk tabel. Bereken de percentages en bedragen in de tabel. Vul de antwoorden hieronder in.

Slide 23 - Open vraag

Nynke (21) werkt 12 uur per week. Het minimumjeugdloon voor haar leeftijd is €372,88 voor 40 uur per week.
Bereken hoeveel zij minimaal per week moet verdienen.

Slide 24 - Open vraag

Het minimumloon is €1615,80 per maand. Het minimumjeugdloon voor iemand van 17 is 39% hiervan. Bereken het minimumloon van iemand van 17 
%

Slide 25 - Tekstslide

Betaald en onbetaald werk
Betaalde arbeid is werk waarvoor je betaald krijgt en belasting en premies afdraagt.
Onbetaalde arbeid is werk waar je niet voor betaald wordt. Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of werk in het huishouden.

Slide 26 - Tekstslide


Wit werk

Werk waarvoor je betaald krijgt en belasting + premies afdraagt

Grijs werk

Vrijwilligerswerk
Werk in het huishouden

Zwart werk

Betaalde arbeid waarover je geen belasting en premies betaald

Slide 27 - Tekstslide

Werknemer
Zelfstandige (ZZP-er)
Arbeidsovereenkomst
Arbeidsvoorwaarden
Eenmanszaak
Je bent in loondienst en hebt een arbeidsovereenkomst met je werkgever
Iemand met een eigen onderneming die zijn inkomen verdient
Dat zijn je functie, het aantal uren per week dat je werkt en je loon.
Ook wel je contract genoemd
Je bent alleen verantwoordelijk voor schulden van je bedrijf met je privé vermogen.

Slide 28 - Sleepvraag

Wettelijk minimumloon
Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Vof
Bv
Proeftijd
Hierin staan alle arbeidsvoorwaarden die gelden voor de gehele bedrijfstak
Het loon dat je minimaal moet ontvangen
Een periode waarin werkgever en werknemer zonder opgave van reden de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen
Vennootschap onder firma. Je bent met twee of meer eigenaar. Bij schulden ben je met je privé vermogen aansprakelijk
Meerdere mensen zijn eigenaar. Bij schulden kunnen ze niet bij je privé vermogen. Oer je winst, betaal je vennootschapsbelasting.

Slide 29 - Sleepvraag

Aan de slag
Wat: Maken paragraaf 4.1
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten

Klaar: Vraag mij voor de volgende opdracht

Slide 30 - Tekstslide

BEwAARD

Wat heb je geleerd deze les?
Welke onderwerpen blijven je bij?

Slide 31 - Woordweb