6.2 Immigratie

6.2 Immigratie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 Immigratie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Introductie
Uitleg 6.2 
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de dekolonisatie van Nederlands-Indië leidde tot migratie naar Nederland.
  • Je kunt uitleggen waarom veel Surinamers en Antillianen naar Nederland kwamen.
  • Je kunt de drie belangrijkste groepen migranten noemen die sinds 1945 uit andere landen dan de voormalige koloniën naar Nederland zijn gekomen.

Slide 3 - Tekstslide

Migratiegolven
  1. 1945-1955: Indische Nederlanders
    motief: dekolonisatie
  2. 1955-1975: Gastarbeiders (Spanje/Italië en later Turkije/Marokko)
    motief: werkgelegenheid
  3. 1975: Suriname en de Antillen
    motief: dekolonisatie + werkgelegenheid
  4. 1990-heden: Oost-Europa en conflictgebieden
    motief: werkgelegenheid + veiligheid

Slide 4 - Tekstslide

Voorgeschiedenis
  • Nederland is van oudsher een migratieland
  • Vanaf de 16e eeuw komen mensen naar Nederland
  • Vanwege godsdienstvrijheid, hoge welvaart door handel en banenoverschot
  • Zonder migratie was Nederland niet het land geweest wat het nu is

Slide 5 - Tekstslide

Immigratie uit Indonesië
  • Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië vluchtten Indonesiërs naar Nederland vanwege beschuldiging van collaboratie
  • Niet alleen Nederlands, ook Molukkers en Indische Nederlanders
  • Indische Nederlanders zijn mensen die voortkomen uit gemengde relaties
  • Voelden zich verbonden met Nederland
  • Wantrouwen zorgde voor migratie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Molukkers
  • Aparte plaats in de Indische samenleving
  • Waren christelijk
  • Veel Molukse mannen waren in dienst bij het Nederlands koloniale leger
  • Vanwege spanningen tussen de Indonesiërs stichtte de Molukkers hun eigen Republiek der Zuid Molukken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Molukse migratie
  • Soekarno accepteerde de republiek niet en nam het over
  • Nederland haalde Molukse gezinnen tijdelijk naar Nederland (1951)
  • Ontsloegen Molukse soldaten bij aankomst, opvang in kamp
  • Molukkers voelen zich verraden en hielden vast aan eigen staat.
  • Wonen nu apart in eigen wijken


Slide 10 - Tekstslide

Moluks kamp

Slide 11 - Tekstslide

Suriname en de Antillen
  • In 1954 kregen beide gebieden een zekere mate van zelfstandigheid
  • Eigen parlementen en regeringen die over binnenlandse zaken mochten beslissen
  • De bewoners kregen een Nederlands paspoort

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Suriname onafhankelijk
  • Suriname wilde af van Nederlandse bemoeienis
  • 1975: Suriname onafhankelijk
  • Politiek onrustig en economisch onzeker
  • Onzekerheid onder bevolking zorgde voor migratie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nederlandse Antillen
  • Nooit onafhankelijk geworden, tegenwoordig aparte onderdelen van het Koninkrijk
  • Sinds 1945 veel Antillianen die naar Nederland komen om te studeren of werken
  • Ondervinden veel racisme in het begin

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Gastarbeiders
  • Vanaf jaren 50 een tekort aan goedkope arbeid in NL
  • Bedrijven haalden met steun van de overheid arbeiders uit landen bij de Middellandse zee
  • Tijdelijke arbeiders die na een tijd terug gingen (Gastarbeiders)
  • Geen programma voor integratie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Gastarbeiders
  • Met name Turkse en Marokkaanse gastarbeiders bleven
  • Kans op werk was in NL veel groter
  • Haalden vrouw en kinderen hierheen
  • Gezinshereniging
  • Later meer ingezet op integratie en inburgering van deze groep

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Immigratie vanaf de jaren 90
  • Nadat Joegoslavië uiteen viel (na de val van de SU), vluchtten veel mensen naar veilige landen, waaronder Nederland.
  • Nederland ontvangt veel asielzoekers uit oorlogsgebieden.
  • In 2004 traden veel landen uit Oost-Europa toe tot de EU. Hierdoor was het voor veel van deze inwoners makkelijker om in West-Europa te gaan werken. 
  • Ook mensen uit Westerse landen, veelal hoogopgeleide, komen naar Nederland voor werk

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
• Lees 6.2
• Maak een samenvatting van 6.2
• Maken: 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Slide 24 - Tekstslide