Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
unit 6 L28 yellow 2 - 2B yellow en green
unit 6 - lesson 26-27 recap
YELLOW
comparison (vergelijken)
present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
GREEN same as yellow +
old habits (used to+verb)
possessives
questions and negatives
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
115 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
unit 6 - lesson 26-27 recap
YELLOW
comparison (vergelijken)
present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
GREEN same as yellow +
old habits (used to+verb)
possessives
questions and negatives
Slide 1 - Tekstslide
comparison - dingen met elkaar vergelijken
- er / est
- more / most
- as .. as / not as .. as
wanneer gebruik je ook alweer wat?
Slide 2 - Tekstslide
wel antwoord is correct?
A
This song is more nice.
B
This song is nicer.
Slide 3 - Quizvraag
welk antwoord is correct?
A
He is so rich as a king.
B
He is as rich as a king.
Slide 4 - Quizvraag
welk antwoord is correct?
A
This test is more easy.
B
This test is easyer.
C
This test is the easiest.
Slide 5 - Quizvraag
welk antwoord is correct?
A
That car is the most beautiful car ever!
B
That car is the beautifullest car ever!
Slide 6 - Quizvraag
He is a bad guy.
Wat is de overtreffende trap?
A
That is baddest guy.
B
That is the worst guy.
Slide 7 - Quizvraag
someone owns something. Which option is correct?
A
Jess' cat
B
Jess's cat
Slide 8 - Quizvraag
which option is correct?
A
the children's room
B
the childrens room
C
the childrens' room
Slide 9 - Quizvraag
which option is correct if a family consists of mam, dad, brother?
A
my parents' house.
B
my parent's house.
C
my parents's house.
Slide 10 - Quizvraag
present perfect:
- in verleden gestart
- nu nog een effect
- of juist niet belangrijk wanneer precies in verleden
- juiste vorm van to have + verb 3
Slide 11 - Tekstslide
welke zin is in de present perfect?
A
I walked in the garden.
B
I am walking in the garden.
C
I've walked in the garden.
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is in de present perfect en correct?
A
Jess and Bob have buyed a comic book.
B
Jess and Bob has bought a comic book.
C
Jess and Bob have bought a comic book.
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin is in de present perfect en correct?
A
My parents haven't seen that thief.
B
My parents didn't see that thief.
C
My parents hasn't seen that thief.
D
My parents haven't saw that thief. f
Slide 14 - Quizvraag
lesson 28
yellow
could/ couldn't
possessives
green
irr verbs
questions and negatives
present simple / present continuous
Slide 15 - Tekstslide
could / couldn't
- mate van onzekerheid, ik zou, ik zou niet
- beleefdheidsvorm, vaak gebruikt als je ouderen iets vraagt
* Can I help you? (tegen je vriend)
* Could I help you? (bv als je in een winkel werkt)
Slide 16 - Tekstslide
possessives (bezit)
- altijd 's behalve
- bij meervoud op s, dan alleen een '
* Bob's cat
* Jess's cat
* my parents' cat (als je ouders nog samen zijn)
* my parent's cat (als je één ouder hebt)
Slide 17 - Tekstslide
verbs - regular:
verb + ed / d
- to walk - walked - walked
- to save - saved -saved
maar:
to dig - di
gg
ed - digged
to stop - sto
pp
ed -stopped
* de medeklinker dubbelt omdat er een klinker voor staat
Slide 18 - Tekstslide
irregular verbs - dus de onregelmatige werkwoorden
* veranderen van vorm in de 2e en/ of 3e vorm of juist niet
* moet je gewoon uit je hoofd leren!
- to drive - drove - driven
- to think - thought - thought
- to hit - hit - hit
Slide 19 - Tekstslide
questions and negatives
- dan komt er een hulpwerkwoord bij
- moet je soms goed opletten om wie het dan gaat
- dus welke vorm je moet gebruiken
hulpwerken zijn bijv:
* to do / can / shall / will / must + hele werkwoord
* to have + verb 3
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
present simple:
- something is always/ never/ regular habit
-verb / verb+s
- question: to do + verb
- negative: to do not + verb
Slide 22 - Tekstslide
which sentence is correct in present simple?
A
Jess and Bob sees nothing.
B
Jess and Bob didn't see anything.
C
Jess and Bob have seen nothing.
D
Jess and Bob see nothing.
Slide 23 - Quizvraag
which sentence is correct in present continuous?
A
Jess and Bob don't see anything.
B
Jess and Bob weren't seeing anything.
C
Jess and Bob haven't seen anything.
D
Jess and Bob aren't seeing anything.
Slide 24 - Quizvraag
which sentence is correct in the present continuous?
A
My parents haven't seen that film.
B
My parents didn't see that film yet.
C
My parents aren't seeing that film.
D
My parents weren't seeing that film.
Slide 25 - Quizvraag
which sentence is NOT correct in de present simple?
A
Bob likes dogs.
B
Don't Bob like dogs?
C
Bob doesn't like dogs.
D
Doesn't Bob like dogs?
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
2C unit 7 lesson 32
Juni 2020
- Les met
13 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
2D - recap unit 6 + catch up
Juni 2020
- Les met
23 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
week 4.0
Augustus 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past Simple vs. Present Perfect
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
unit 2 recap
16 dagen geleden
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
week 4.1-1 futures
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides