Les 1: Arbo, kwaliteitszorg en milieu

THEMA 3:ARBO EN VEILIGHEID
Boek: Arbo, kwaliteitszorg en milieu
Thema 3
Onderwerpen:
* Arbo, kwaliteitszorg en milieu
* Veiligheid en risico's
Bladzijde 3 tot en met 30

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
integratieve opdrachtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

THEMA 3:ARBO EN VEILIGHEID
Boek: Arbo, kwaliteitszorg en milieu
Thema 3
Onderwerpen:
* Arbo, kwaliteitszorg en milieu
* Veiligheid en risico's
Bladzijde 3 tot en met 30

Slide 1 - Tekstslide

Arbo & Veiligheid
Waar denk je aan?

Slide 2 - Woordweb

1. Arbo, kwaliteitszorg en milieu
Regels op het werk/stage richten zich op:
1. Wetgeving
2. Arbeidsomstandigheden (Arbo)
3. Milieu

Slide 3 - Tekstslide

De Arbowet
De arbeidsomstandigheden wet (Arbowet)
Hierin staan regels over:
1. Gezondheid 
2. Welzijn
3. Veiligheid

Slide 4 - Tekstslide

Noem van alle drie de regels, gezondheid, welzijn en veiligheid, 2 voorbeelden?

Slide 5 - Open vraag

Je struikelt bijna over een emmer die nog in de gang staat.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 6 - Quizvraag

Je werkt in een ruimte zonder licht
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 7 - Quizvraag

Je hebt weinig plezier in je werk.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt recht op pauze als je de hele dag werkt.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 9 - Quizvraag

Je voelt je niet op je gemak bij de nieuwe teamleider.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 10 - Quizvraag

Rechten en plichten voor werkgevers en werknemers
De Arbowet is er voor de veiligheid van werkgevers en werknemers!


Slide 11 - Tekstslide

Waar moet een werkgever zich aan houden volgens de Arbowet?

Slide 12 - Open vraag

Waar moet een werknemer zich aan houden volgens de Arbowet?

Slide 13 - Open vraag

Bedenk een voorbeeld van een werkgever en een voorbeeld van een werknemer die zich niet houden aan Arbo afspraken op het werk.

Slide 14 - Open vraag

Procedures en protocollen
Wetten zijn opgebouwd uit regels. Vanuit de regels worden er procedures gemaakt en vanuit de procedures worden er protocollen gemaakt!

Procedure = Bestaat uit stappen die je moet volgen;
Protocollen = Staat precies omschreven hoe je een bepaalde taak moet uitvoeren

Slide 15 - Tekstslide

De meeste bedrijven hebben regels en afspraken over wat je moet doen bij bijvoorbeeld brand of gevaar. Protocollen en procedures zorgen dus voor.................................
A
Duidelijkheid
B
Veiligheid
C
Kwaliteit

Slide 16 - Quizvraag

Bedrijven willen dat hun klanten tevreden zijn over de diensten en producten. Zijn ze dit niet, dan mogen klanten dit melden. Protocollen en procedures zorgen dus voor..................
A
Duidelijkheid
B
Veiligheid
C
Kwaliteit

Slide 17 - Quizvraag

In protocollen en procedures staat bijvoorbeeld wie er verantwoordelijk is voor een taak. Zo wordt de taak niet vergeten of twee keer gedaan. Protocollen en procedures zorgen dus voor .....................
A
Duidelijkheid
B
Veiligheid
C
Kwaliteit

Slide 18 - Quizvraag

Regels vanuit de Arbowet
* Doel Arbowet = Het voorkomen van ongevallen en ziektes door werk

* Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) = Brengt de risico's in kaart omtrent veiligheid, gezondheid en milieu binnen een bedrijf.
Belangrijk hierbij is dat er in staat welke gevaren er zijn op de werkvloer en welke maatregelen het bedrijf hiertegen neemt.

Slide 19 - Tekstslide

In de Arbowet staan afspraken rondom werktijden, pauzes en vrije dagen. Zoek op internet hoe dit zit als je tussen de 18-25 jaar bent en in de zorg werkt?

Slide 20 - Open vraag

Ergonomisch werken
Ergonomisch werken = werken waarbij je je lichaam zo min mogelijk belast.

Slide 21 - Tekstslide

Noem hulpmiddelen en omstandigheden om ergonomisch te kunnen werken?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Noem 7 tips die je hebt gekregen om ergonomisch te werken, nadat je het filmpje bekeken hebt.

Slide 24 - Open vraag

Regels voor de veiligheid van faciliteiten
Naast de Arbowet zijn er nog andere wetten die gaan over veiligheid, namelijk:
* HACCP
* Wet milieubeheer
* Warenwet

Slide 25 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met HACCP?

Slide 26 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit wat Wet Milieubeheer inhoudt?

Slide 27 - Open vraag

Leg in eigen in eigen woorden uit wat de Warenwet inhoudt?

Slide 28 - Open vraag

Wat is kwaliteitszorg?
Kwaliteitszorg is de naam voor alles wat een organisatie doet om ervoor te zorgen dat ze goede producten of diensten leveren.


Slide 29 - Tekstslide

Kwaliteit van zorg verbeteren door de PDCA-cyclus  toe te passen

Slide 30 - Tekstslide

PDCA - Cyclus
Plan = een plan met de resultaten die je wilt bereiken.

Do = Voer het plan uit.

Check = Controleer je plan. Heb je de doelen behaald?

Act = Pas je plan aan door je doel(en) of verbeteringen aan te passen

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt in je werk gemerkt dat de volgorde van bepaalde taken niet zo erg handig is. samen met je leidinggevende heb je bedacht hoe het anders kan. Je gaat deze verbetering nu uitvoeren. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
Plan
B
Do
C
Check
D
Act

Slide 32 - Quizvraag

Jij en je collega's komen elke keer tijd tekort voor een bepaalde taak. Je leidinggevende heeft daarom de roosters aangepast. Je hebt nu een uur langer de tijd voor de taak. Aan het eind van de week komt de leidinggevende bekijken of het gelukt is om de taak uit te voeren. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 33 - Quizvraag

Je merkt dat de afvinklijst van het schoonmaakrooster niet of niet goed wordt ingevuld. Dit is niet handig, want je weet nu niet wat er is gedaan. Je bespreekt dit onderwerp tijdens een werkoverleg en bedenkt oplossingen. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 34 - Quizvraag

Een aantal weken geleden werden niet alle afspraken in de agenda gezet. Dat zorgde voor veel problemen. Er werd een nieuw programma ingevoerd, zodat medewerkers vanaf hun eigen computer afspraken konden inplannen. Nu merkt de leidinggevende dat dit nog steeds niet goed gedaan wordt. Hij onderzoekt waar dit aan ligt en wat er beter kan. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu.
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 35 - Quizvraag

Belang van kwaliteitszorg?
Doel = Zorgt voor regelmaat, kwaliteit en veiligheid.
De klant (zorgvrager) weet wat hij/zij kan verwachten.

NEN = Nederlandse norm = afspraken over producten, diensten en processen = geen wet, is niet verplicht.
Echter de NEN straalt vertrouwen uit naar de klant.
ISO= keurmerk = International Organisation for Standardization = voor de hele wereld.

Slide 36 - Tekstslide

Keurmerk voor kwaliteit
Iedereen kan een keurmerk organisatie beginnen.
Denk onder andere aan:
NPTN-certificaat = palliatief certificaat
Roze loper = voor homoseksuele ouderen
Fixatie vrije zorginstelling
Nationaal keurmerk hulpmiddelen

Slide 37 - Tekstslide

Zoek zelf nog 3 keurmerken op voor de zorg. Google - keurmerk zorg

Slide 38 - Open vraag

Milieubewust werken
Milieubewust werken = werken op zo'n manier dat je rekening houdt met het milieu.


Slide 39 - Tekstslide

Zoek in je boek 4 maatregelen om milieuvervuiling tegen te gaan. Noteer deze hieronder:

Slide 40 - Open vraag

Schrijf hieronder 7 tips op die de hoeveelheid afval kunnen verminderen? zie boek.

Slide 41 - Open vraag

Schrijf hieronder van welke tips jij gebruikt maakt om de hoeveelheid afval te verminderen?

Slide 42 - Open vraag

Recyclen
Recyclen = afval scheiden voor hergebruik.

Soorten afval: 
* papier en karton
* glas
* plastic
* Groente, fruit en tuinafval (gft)
* klein chemisch afval ( kca)
* inktvullingen voor printers
* restafval

Slide 43 - Tekstslide

Waar hoort het onderstaande afval bij?
Sinaasappelschillen
A
GFT
B
Kca
C
Restafval
D
Plastic

Slide 44 - Quizvraag

Waar hoort het onderstaande afval bij?
Vieze luiers
A
Plastic
B
Papier en karton
C
Kca
D
Restafval

Slide 45 - Quizvraag

Waar hoort het onderstaande afval bij?
Batterijen
A
Kca
B
Restafval
C
Plastic
D
Gft

Slide 46 - Quizvraag

HUISWERK
Lees bladzijde 3 tot en met 30 goed door en maak de volgende opdrachten uit het boek:
3, 4, 5, 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 27, 29, 30, 31 en 32

Slide 47 - Tekstslide

1. Arbo, kwaliteitszorg en milieu
EINDE

Slide 48 - Tekstslide