4.1 Elektriciteit Batterijen

4.1 BATTERIJEN
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 BATTERIJEN

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  •  Leerdoelen
  • Uitleg batterijen
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen.
  • Je weet waarvoor je een batterij gebruikt.
  • Je kunt de plus en de min van een staaf-batterij aanwijzen.
  • Je weet wat de spanning van een staaf-batterij is.
  • Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt. 
  • Je kunt uitleggen hoe een platte batterij werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij van een
batterij ??

Slide 5 - Woordweb

Batterijen
Hiernaast de onderdelen van deze paragraaf.

Slide 6 - Tekstslide

Elektriciteit
Veel apparaten werken op batterijen, zoals een rekenmachine, een laptop en een zaklamp.
Batterijen geven elektriciteit. Er zijn verschillende soorten batterijen.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten batterijen

Slide 8 - Tekstslide

BATTERIJ
Voorwerp dat elektriciteit levert.

Slide 9 - Tekstslide

De staafbatterij
  • Heeft een plus (+) en een min (-) pool.
  • Staafbatterij in meer soorten: AA; AAA; D
  • De spanning staat op de batterij.
  • Staafbatterij = 1,5V 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

SPANNING
Sterkte van een batterij in volt.

Slide 12 - Tekstslide

De penlite-batterij
  • Penlite-batterijen zijn kleine staafbatterijen.
  • Het dopje is de plus.
  • De spanning van een penlite-batterij is 1,5 volt.

Slide 13 - Tekstslide

Batterijen in serie schakelen
  • Het achterlicht van een fiets heeft 3,0 volt nodig.
  • Dat is twee keer 1,5 volt.
  • Als je twee penlite-batterijen op de juiste manier achter elkaar legt, dan krijg je 3,0 volt.
  • Door batterijen achter elkaar te leggen, kun je de spanning vergroten. Dat noem je: batterijen in serie schakelen.

Slide 14 - Tekstslide

Batterijen in serie schakelen

Slide 15 - Tekstslide

Batterijen in serie schakelen

Slide 16 - Tekstslide

Spanning berekenen
  • Leg je de plus van batterij 2 tegen de min van batterij 1.
  • Je moet de spanning van de batterijen optellen.
  • Als je drie batterijen in serie schakelt, dan is de spanning: 1,5 + 1,5 + 1,5 volt = 4,5 volt.
  • Je kunt ook berekenen: 3 × 1,5 volt = 4,5 volt.

Slide 17 - Tekstslide

6 batterijen in serie leveren een spanning van ...
A
6 + 1,5 V = 7,5 Volt
B
6 X 1,5V = 9 Volt
C
3 X 1,5V = 4,5 Volt
D
3 + 1,5V = 4,5 Volt

Slide 18 - Quizvraag

Platte batterij
  • De platte batterij bestaat uit 3 cellen van 1,5V
  • De totale spanning is 4,5 V
  • + is de lange strip

Slide 19 - Tekstslide

Welke batterij hoort bij welk apparaat?

Slide 20 - Sleepvraag

Blokbatterij, 9V
Penlite, 1,5V

Slide 21 - Sleepvraag

Aan het werk 
Maken: HST 4; paragraaf 1 t/m vraag 12.
Je start op blz 200. 

Slide 22 - Tekstslide