5.2 Nederlanders en Belgen

5.2 Nederlanders en Belgen
Pak je werkboek er bij. Laptop is niet nodig.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.2 Nederlanders en Belgen
Pak je werkboek er bij. Laptop is niet nodig.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet hoe de staten België en Nederland onderverdeeld zijn in kleinere regio's en dat daartussen verschillen bestaan
Je kunt enkele algemene verschillen tussen Nederlanders en België beschrijven.
Je begrijpt dat mensen de regionale identiteit soms belangrijker vinden dan de nationale identiteit.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Herhaling vorige lessen
Instructie 5.2
Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent ruimtelijke ordening?
timer
1:40

Slide 4 - Open vraag

Eenheidsstaten:
Nederland is een  eenheidsstaten. Dat betekend gebieden met een vast gestelde grens er om heen, met een volk en regels en afspraken (wetten die gehandhaafd worden)

In eenheidsstaten woont een volk wat zich identificeert met het land

Slide 5 - Tekstslide

Federale staat
Een federale staat: een staat die bestaat uit deelgebieden die meer of minder zelfstandig zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Gemeenschappen
Culturele groepen in België. Er is een Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige gemeenschap.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Vlaamse gemeenschap
Hier wordt Belgisch-Nederlands (Vlaams) gesproken

Slide 9 - Tekstslide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Franse gemeenschap
Hier wordt Frans gesproken

Slide 10 - Tekstslide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De gemeenschap Brussel is
officeel tweetalig en hoort bij het Franse én het Vlaamse deel!

Slide 11 - Tekstslide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Duitse gemeenschap
Hier wordt Duits gesproken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag
Maak op blz. 152 en 153 de opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat beïnvloedt de economie van grensgebieden?
A
Internationale handel
B
Minder werkgelegenheid
C
Toerisme
D
Hogere belastingtarieven

Slide 16 - Quizvraag

Welke factor beïnvloedt de cultuur aan de grens?
A
Eenheidsworst cultuur
B
Tradities uit buurlanden
C
Gelijke wetgeving
D
Taalverschillen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe beïnvloeden grenzen het milieu?
A
Verspreiding van soorten
B
Milieuverdragen
C
Verhoogde biodiversiteit
D
Afname van vervuiling

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van het Verdrag van Schengen?
A
Vrij verkeer van personen binnen Europa
B
Verhogen van douanecontroles

Slide 19 - Quizvraag

Een voordeel van het Verdrag van Schengen is?
A
Minder wachttijden bij grensovergangen
B
Strengere visumregels voor toeristen

Slide 20 - Quizvraag

Een nadeel van het Verdrag van Schengen is?
A
Moeilijker om criminelen te volgen
B
Verbeterde samenwerking tussen landen

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je weet hoe de staten België en Nederland onderverdeeld zijn in kleinere regio's en dat daartussen verschillen bestaan
-Je kunt enkele algemene verschillen tussen Nederlanders en België beschrijven.
-Je begrijpt dat mensen de regionale identiteit soms belangrijker vinden dan de nationale identiteit.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom kan regionale identiteit belangrijker zijn?
A
Nationale wetten zijn altijd beter.
B
Mensen voelen meer verbonden met hun regio.
C
Regionale identiteit is altijd minder relevant.
D
Regionale cultuur en tradities zijn uniek.

Slide 23 - Quizvraag

Wat kan regionale identiteit beïnvloeden?
A
Klimaatverandering wereldwijd.
B
Economie van de regio.
C
Lokale geschiedenis en erfgoed.
D
Internationale politiek en relaties.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kan regionale identiteit tot uiting komen?
A
Via lokale festivals en evenementen.
B
Via internationale handelsverdragen.
C
Door dialect en lokale taal.
D
Door nationale sportteams te steunen.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video