A-écouter + C phrases-clés et parler

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

SALUT !

-Ga op je plek zitten

-Doe je jas uit

-Leg je boek op tafel

-Log in de op de LessonUp

Qu'est-ce que nous avons fait ?

-L'introduction du chapitre 3

-Proefwerk chapitre 2

Wat is het thema van hoofdstuk 3?

1. Sport
2. De middelbare school
3. Vakantie
4. Eten & Drinken

Le programme

1. A-écouter : zelf werken, samen luisteren en daarna zelf werken

2. Quizlet live

3. Une Pause

4. Phrases-clés bespreken

5. Je favoriete rooster maken

6. Praten over je favoriete rooster

7. Woordjes oefenen

Les objectifs

-Je gaat luisteren naar een gesprek dat op school plaats vindt. Aan het einde van deze paragraaf kun je woorden gebruiken

-Je gaat oefenen met phrases-clés. Aan het eind van deze paragraaf kun je over school vertellen

-Ik ken woorden die te maken hebben met school

Écouter A - p. 102

Je gaat luisteren naar een gesprek dat op school plaats vindt. Aan het einde van deze paragraaf kun je woorden gebruiken

Au travail

Maak opdrachten 4a en 4b met je buurman/ vrouw. Deze bespreken we samen daarna klassikaal

J'aime les maths

Je n'aime pas les maths

On écoute

1. On fait 5a et 5b ensemble

2. On corrige après

Au travail

Maak opdrachten 5cd, 6 en 7 met je buurman/ vrouw. Deze bespreken we samen daarna klassikaal

Ben je klaar? Neem de woorden van A door op blz 130

quizlet.com

Les jours de la semaine!
Dinsdag

1. jeudi
2. mardi
3. samedi
4. dimanche

Les jours de la semaine!
Woensdag

1. mercredi
2. jeudi
3. vendredi
4. samedi

Les jours de la semaine!
maandag

1. mardi
2. mercredi
3. jeudi
4. lundi

Les phrases-clés - p. 110

Hoe zeg je: 

Woensdag heb ik tekenen en biologie

Ton (jouw) emploi de temps idéal

Maak je eigen favoriete rooster in het Frans. Zorg dat deze vakken er in ieder geval in staan: Frans, Engels, Biologie, Wiskunde, Tekenen, Gym, geschiedenis, aardrijkskunde en twee pauzes per dag. Alle vakken moeten twee keer 45 minuten in je rooster staan. 

1. Je vult je rooster in de agenda op pagina 111

2. De vertalingen van de vakken staan in de woordenlijst (p. 130)

Ton (jouw) emploi de temps idéal

Je gaat nu in het Frans in gesprek met je buurman/ vrouw over jouw ideale rooster. 

Je vraagt de volgende dingen aan elkaar:

1. In welke klas hij/ zij zit

2. Welke vakken hij/ zij heeft op [noem een dag]

3. Hoe laat de pauze is

Apprend le vocabulaire du 3eme chapitre

Ik ken woorden die te maken hebben met school

😒🙁😐🙂😃

Ik kan korte informatie halen uit een luisterfragment
(bijvoorbeeld of iemand aardig is)

😒🙁😐🙂😃