Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
1 / 44
volgende
Slide 1:
Video
Nederlands
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 4 - Quizvraag
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 5 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
het
D
leerling
Slide 6 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de
Slide 7 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme
Slide 8 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor werkwoord
A
actief woord
B
zweet woord
C
leer woord
D
doe woord
Slide 10 - Quizvraag
Ik kijk uit HET raam.
A
lidwoord
B
zelfstandig nw
C
voorzetsel
D
bijwoord
Slide 11 - Quizvraag
Ik HEB gisteren heerlijk geslapen!
A
bijwoord
B
zelfst. ww
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 12 - Quizvraag
Mijn schilderij is erg mooi GEWORDEN.
A
werkwoord
B
bijv. nm
C
zelfst. ww
D
zelfst. nw
Slide 13 - Quizvraag
De pen zit IN de etui.
A
bijwoord
B
hulp ww
C
voorzetsel
D
zelfst. nw
Slide 14 - Quizvraag
Het GROENE bankje staat op het gras.
A
voorzetsel
B
zelfst. nw
C
bijwoord
D
bijv. nw
Slide 15 - Quizvraag
Het groene BANKJE staat op het gras.
A
bijwoord
B
zelfst. nw
C
lidwoord
D
bijv. nw
Slide 16 - Quizvraag
VANAVOND ga ik naar de film.
A
bijwoord
B
voorzetsel
C
bijv. nw
D
zelfst. nw
Slide 17 - Quizvraag
Het groene bankje staat OP het gras.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
bijwoord
D
bijv. nw
Slide 18 - Quizvraag
Het groene bankje staat op HET gras.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
bijwoord
D
zelfs. nw
Slide 19 - Quizvraag
Ik heb gisteren GEVOETBALD.
A
bijv. nw
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
zelfs. nw
Slide 20 - Quizvraag
Hij tekent een BIJZONDER mooie auto.
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quizvraag
leestrainer.nl
Slide 22 - Link
vrouwtje van
Stavoren
Slide 23 - Tekstslide
de haven
de kade
Slide 24 - Tekstslide
de edelstenen
de robijn
Slide 25 - Tekstslide
kostbaar= veel geld waard
waardeloos
Slide 26 - Tekstslide
in de verte= ver weg
staren= kijken
Slide 27 - Tekstslide
de proviand
bedrijvigheid = veel te doen
Slide 28 - Tekstslide
de gouden ring
het zeilschip
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
het plaatsje stavoren
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Een persoonsvorm is altijd een:
werkwoord!
dus je kan het woord vervoegen. Ik, hij, wij ervoor zetten.
Slide 37 - Tekstslide
Je vindt de persoonsvorm op drie manieren
• Je maakt een vraagzin van de zin
•de tijd waarin de zin staat veranderen
• enkelvoud/meervoud veranderen
Slide 38 - Tekstslide
Hoe heet het belangrijkste werkwoord uit de zin?
A
doewoord
B
persoonsvorm
C
onderwerp
D
lidwoord
Slide 39 - Quizvraag
Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?
A
Vraagzin van maken
B
Tijd veranderen
C
Voorste woord kiezen
D
Hoeveelheid veranderen
Slide 40 - Quizvraag
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 41 - Quizvraag
De slimme leerling snapt de vraag.
Welk woord is de pv?
A
slimme
B
snapt
C
vraag
D
De
Slide 42 - Quizvraag
Hou oud ben jij?
Wat is de pv?
A
Hoe
B
jij
C
oud
D
ben
Slide 43 - Quizvraag
Voor straf werden van de drieëndertig mannen hun baarden afgeschoren.
wat is de pv?
A
afgeschoren
B
mannen
C
straf
D
werden
Slide 44 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordsoorten herhalen leerjaar 1 kgt
Maart 2018
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
November 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
Januari 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
November 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
Oktober 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Deel 1 Lidw, zelfstnw, bijvnw, ww
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Lidwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoorden (op niveau blok 6)
Februari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Quiz maandag 1 februari Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
4 dagen geleden
- Les met
28 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6