Meten en Meetkunde Inhoud
1 / 19
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar sta je op dit moment met het berekenen van inhoud?
A
B
C
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Het zwembad is overal 1,7 m diep.
Wat is de inhoud van dit zwembad?
Hoeveel liter water kan erin?
(2F)
Wat is de inhoud van dit zwembad?
Hoeveel liter water kan erin?
(2F)
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het juist aantal dm3 en liter?
A
21000
B
2,1
C
210
D
21
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Open vraag
Het water in het aquarium staat tot 5 cm onder de rand. Job vult het aquarium bij tot aan de bovenste rand.
(1) Hoeveel liter water heeft Job nodig om het aquarium tot de rand te vullen?
(2) Janine haalt daarna 48 liter water uit het aquarium.
Hoeveel centimeter zakt het water?
(1) Hoeveel liter water heeft Job nodig om het aquarium tot de rand te vullen?
(2) Janine haalt daarna 48 liter water uit het aquarium.
Hoeveel centimeter zakt het water?
Slide 17 - Open vraag
Waar sta je op dit moment met het berekenen van inhoud?
A
B
C
