‹Terug naar zoeken

maandag 22 mei

maandag 22 mei
  1. Leestekst met vragen
  2. Luistertekst met vragen
  3. Lees Mee
  4. Taal Compleet
  5. Bez. vnw


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

maandag 22 mei
  1. Leestekst met vragen
  2. Luistertekst met vragen
  3. Lees Mee
  4. Taal Compleet
  5. Bez. vnw


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beste buurtbewoners
Vanaf volgende week wordt het afval op andere dagen opgehaald. Voortaan zullen de containers op woensdag en vrijdag geleegd worden i.p.v dinsdag en donderdag. Woensdag   zijn de grijze containers aan de beurt en vrijdag de groene. 
Wilt u de container met de achterkant naar de straat klaarzetten? Denk er aan: de gele container met papierafval wordt 1 keer per maand opgehaald op de eerste zaterdag v/d maand. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week wordt de grijze container opgehaald op ...........
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paierafval wordt .......opgehaald
A
elke week
B
elke zaterdag
C
1 keer per maand
D
twee keer per week

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oud papier moet in de ...
A
grijze container
B
groene container
C
gele container
D
blauwe container

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groene container wordt straks opgehaald op...............
A
dinsdag
B
vrijdag
C
donderdag
D
zaterdag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leren.kleurrijker.nl

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meisje?
A
boos
B
verdrietig
C
vervelend
D
bang

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt het meisje vandaan?
A
uit Duitsland
B
uit Nederland
C
kun je niet weten
D
uit Frankrijk

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil ze voor baan?
A
kapster
B
mensen mooi maken
C
mensen blij maken
D
met mensen praten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wil ze het haar verven van Bing?
A
Dat is beter
B
Dat vindt hij leuk
C
Hij krijgt grijze haren
D
dat kan ze goed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nasi Goreng
Tapas

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sushi
de kaasfondue

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de haring  met uitjes
de Vlaamse frieten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Okra
Syrië
Zuurkool met worst

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kebsa
Saoedi- Arabië
taco

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantu

Borsjt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel eens over ...
Draai het wiel.
Vertel eens over ...
2
Start de timer.
1
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Praat maar mee! Versie 'Deel met leerlingen'. - Lessuggesties:
Een starter, tussendoortje of afsluiter om deelnemers mee uit te dagen tot vrije productie.
Bij deze oefening kunnen diverse verwachtingen worden uitgesproken over het resultaat, bijvoorbeeld:
- Je vertelt met korte zinnen, in eenvoudige woorden, over het bij jouw naam gedraaide onderwerp.
- Je luistert en vat samen wat de ander heeft verteld.
- Je kunt W- & H-vragen van je gespreksmaatje beantwoorden.
- Je kunt aan de spreker informatie vragen met W- & H-vragen.
Etc...

de hoofdzin
van woorden naar een zin


de man
springt
in de lucht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde in een normale zin?
naar huis
1
2
3
4
om 3 uur
de leerlingen
gaan

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De woordvolgorde van de rest van de zin.

De woorden in de rest van de zin.

  1. met wie?
  2. wat?
  3. hoe?
  4. waar?


Ik ben gisteren met mijn moeder met de auto naar huis gereden.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de normale zin - hoofdzin
wie?
doet?
wanneer?
de rest
Ivan                gaat               morgen         naar Rotterdam.
Nadia             fietst              elke dag              naar school.
Maria              eet                 om 3 uur             een appel.
Jasim             tekent            altijd                     dieren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een hoofdzin
  1. Schrijf de woorden in de juiste volgorde.
  2. Denk eraan: het woord met de hoofdletter is het eerste woord van de zin.
  3. Vergeet de (.) punt aan het einde niet!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

begint-De les-negen-uur-om

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

geslapen-Ik-tien-uur-heb-tot

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij-koopt-fiets-nieuwe-een

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

mijn bed - gisteren - Ik - lag - in -
om 10 uur

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

een paar dagen - Ik - met vrienden - ga - naar Parijs

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

gaan - We - volgende week vrijdag - naar het zwembad

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

een zin met 2 werkwoorden
wie?
doet?
wanneer?
de rest
Ivan               is                      gisteren        naar Rotterdam    geweest.
Nadia           moet              elke dag           naar school            fietsen.
Maria            heeft              om 3 uur          een appel              gegeten.
Jasim           heeft               vandaag         mooie dieren        getekend.
werkwoord
1
2
3

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gekregen -heeft - Hij - gisteren - straf

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij - nooit - geweest- in Chili - zijn

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En een vraagzin ??
wie?
doet?
wanneer?
de rest
Is                  Ivan               gisteren        naar Rotterdam      geweest?
Moet           Nadia            elke dag           naar school            fietsen?
Heeft           Maria            om 3 uur          een appel              gegeten?
Heeft           Jasim            vandaag         mooie dieren        getekend?
werkwoord

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben-op-school-vandaag- jij?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ivan - naar school - Gaat - altijd -
op de fiets ?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

in Rotterdam - jij - Woon - al lang ?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

woordvolgorde A1 -> A2

- Les met 31 slides
NT2Beroepsopleiding

Woordvolgorde A1 -> A2

- Les met 30 slides
NT2Beroepsopleiding

Klare taal - les 12 - zinsbouw 1: enkelvoudige zin, vraagzin en inversie

- Les met 43 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Samenvatting zinsbouw voor de toets

- Les met 12 slides
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

Klare Taal - les 13 - zinsbouw 2: samengestelde zin en voegwoorden

- Les met 31 slides
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Woordvolgorde NT2 niveau B2

- Les met 44 slides
NT2BeroepsopleidingWOStudiejaar 6

woordvolgorde in het Nederlands

- Les met 36 slides
NT2Beroepsopleiding

Digibordles

- Les met 20 slides door Kidsweek in de Klas
WereldoriëntatieGeschiedenis+1BasisschoolGroep 4-8
Kidsweek in de KlasKidsweek in de Klas