VT4 - Wed 15 Nov. - oefentoets unit 2 toets

VT4 - Wed 15 Nov. - oefentoets unit 2 toets
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VT4 - Wed 15 Nov. - oefentoets unit 2 toets

Slide 1 - Tekstslide

verschrikkelijk
A
finally
B
disastrous
C
bumpy
D
awesome

Slide 2 - Quizvraag

school excursion
A
to drive
B
to pass
C
to survive
D
school excursion

Slide 3 - Quizvraag

inschakelen
A
to enable
B
luckily
C
along
D
to pass

Slide 4 - Quizvraag

voorbereid zijn
A
to cycle
B
to be prepared
C
to pass
D
to welcome

Slide 5 - Quizvraag

onderdompelen
A
to immerse
B
to launch
C
to indicate
D
careful

Slide 6 - Quizvraag

pleasant
A
meteen
B
kenmerk
C
aangenaam
D
apparaat

Slide 7 - Quizvraag

necessary
A
besturen
B
noodzakelijk
C
programmeur
D
vereisen

Slide 8 - Quizvraag

to head for
A
schoonheid
B
uitrusting
C
op weg gaan naar
D
tokkelbaan

Slide 9 - Quizvraag

constantly
A
afscheid nemen
B
afkoelen
C
bijna
D
alsmaar; steeds

Slide 10 - Quizvraag

mountainbiking
A
mountainbiken
B
geweldig
C
instructeur
D
misschien

Slide 11 - Quizvraag

for instance
A
bovendien
B
bijvoorbeeld
C
daarbij
D
verder

Slide 12 - Quizvraag

likewise
A
net zoals
B
namelijk
C
eveneens
D
niet alleen

Slide 13 - Quizvraag

search engine
A
programmeur
B
prestatie
C
ongeveer
D
zoekmachine

Slide 14 - Quizvraag

impractical
A
onhandig
B
meten
C
lanceren
D
statistieken

Slide 15 - Quizvraag

ontwikkelen
A
to attach
B
to develop
C
to support
D
to provide

Slide 16 - Quizvraag

ongewoon
A
progammer
B
permission
C
unusual
D
plenty

Slide 17 - Quizvraag

prestatie
A
performance
B
instantly
C
security
D
permission

Slide 18 - Quizvraag

afscheid nemen
A
to cool off
B
to fall off
C
to head for
D
to say goodbye

Slide 19 - Quizvraag

apparaat
A
elektronica
B
device
C
feature
D
plenty

Slide 20 - Quizvraag

aangeven
A
to launch
B
to indicate
C
to provide
D
to insert

Slide 21 - Quizvraag

Past continuous
(+) He...(to play) last night.
A
is playing
B
was playing
C
plays
D
played

Slide 22 - Quizvraag

Past continuous:
(-) You...(to do) your homework when I arrived.
A
didn't do
B
not doing
C
weren't doing
D
wasn't doing

Slide 23 - Quizvraag

Past continuous:
(?) ...They...(to watch) a film two days ago?
A
did watch
B
watched
C
was watching
D
were watching

Slide 24 - Quizvraag

Past continuous:
(-) She...(to cook) when I left.
A
didn't cook
B
wasn't cooking
C
weren't cooking
D
not cooked

Slide 25 - Quizvraag

Past continuous:
(+) We...(to work) when you called us.
A
was working
B
were working
C
worked
D
work

Slide 26 - Quizvraag

Past continuous (noteer alleen wat op de puntjes moet staan):
(+) Joost...(to drive) his car when Hugo called him.

Slide 27 - Open vraag

Past continuous:
(-) Jana and Guusje ...(to listen) to teacher.

Slide 28 - Open vraag

Past continuous:
(?)...Lorenzo...(to read) a comic during the presentation?

Slide 29 - Open vraag

Present perfect
I...(to live) in Horst since 2018.
A
live
B
lived
C
have lived
D
am living

Slide 30 - Quizvraag

Present perfect
(-) He...(to do) his homework yet.
A
not do
B
has do
C
hasn't did
D
hasn't done

Slide 31 - Quizvraag

present perfect
(?) ...you ever...(to visit) Rome?
A
has (you ever) visited
B
have (you ever) visited
C
did (you ever) visit
D
visited (you ever) have

Slide 32 - Quizvraag

present perfect
(+) He ...just....(to left).
A
has (just) left
B
have (just) left
C
left
D
leaves

Slide 33 - Quizvraag

present perfect
(-) We...(to see) that film.
A
not saw
B
haven't seen
C
not seen
D
didn't see

Slide 34 - Quizvraag

Present perfect: noteer de hele zin.
(?) ...Gijs just....(to finish) the exercise?

Slide 35 - Open vraag

present perfect:
(-) Cas...(to eat) his apple yet.

Slide 36 - Open vraag

present perfect
(?) ...Roy...(to become) a cowboy today?

Slide 37 - Open vraag

Plural.
Meervoud van: dog - ...

Slide 38 - Open vraag

Plural:
glass

Slide 39 - Open vraag

plural:
box

Slide 40 - Open vraag

plural:
hobby

Slide 41 - Open vraag

plural:
tomato -

Slide 42 - Open vraag

plural:
wolf -

Slide 43 - Open vraag

plural:
child -

Slide 44 - Open vraag

plural:
sheep

Slide 45 - Open vraag

plural:
man -

Slide 46 - Open vraag

plural:
foot -

Slide 47 - Open vraag

Ik ga het zeker nog een keer doen.
Vertaal de zin.

Slide 48 - Open vraag

Ik vond de berg op fietsen het leukst.

Slide 49 - Open vraag

Tijdens de zomervakantie heb ik gezeild op de Middellandse Zee.

Slide 50 - Open vraag

Hoe goed ben je voorbereid voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll