6.1 ''Platteland en stad'' + 6.2 Zelfstandige burgers
6.1: Woonplaats en werkplaats
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.1: Woonplaats en werkplaats
Slide 1 - Tekstslide
Platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
Boeren gaan moerasgebieden droogleggen door sloten te graven. Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.
Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.
gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.
Slide 2 - Tekstslide
platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten.
knooppunten van land- en waterwegen.
bij een kasteel of een klooster
Hierdoor groeit de handel.
Slide 3 - Tekstslide
platteland en stad:
De groeiende landbouwproductie had ook uitbreiding van de nijverheid tot gevolg. Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. een ambacht uitoefenen.
Slide 4 - Tekstslide
platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.
Dit noemen we verstedelijking
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Maken deze les
6.1 - paragraaf Platteland en Stad
Opdracht 1 t/m 3
werkboek blz. 157-158 infoboek blz. 118-120
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
In de middeleeuwen vormden Nederland, België en Luxemburg één land.
De Nederlanden
In dit gebied lagen gewesten (provincies)
Holland was een van de belangrijkste gewesten -> Den Haag
Slide 14 - Tekstslide
Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
Graaf Floris V was een belangrijke man in het gewest (de provincie) Holland
Floris V gaf marktplaatsen de vrijheid (het privelege) om dingen zelf te gaan regelen;
Stadsbestuur-
met eigen stadswetten
Slide 15 - Tekstslide
Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
Deze krijgen ze van vorsten of hoge edelen
Met deze rechten werd een dorp een stad
Steden mochten vanaf dat moment:
Zelf zorgen voor hun rechtspraak
Een stadsmuur bouwen
Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer. Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom! De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland.
In 1230 kreeg Zwolle van zijn landheer de Utrechtse bisschop Wilbrand van Oldenburg stadsrechten als dank voor hulp bij het bouwen van een burcht in Hardenberg.
Slide 24 - Tekstslide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 25 - Tekstslide
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
'Een schopstoel was een strafwerktuig, waarop vagebonden, kinderdieven, overspelers enz. gestraft werden; het was een soort wip, waaruit men, met de handen op den rug gebonden, omhoog geslingerd werd (...) om daarna voor honderd of minder jaren uit de stad en haar rechtsgebied verbannen te worden."
Slide 28 - Tekstslide
Belegeren!
De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
De legers van de aanvallende partij omsingelden dan de stad
Deze belegering kon maanden, soms jaren duren, en had één doel: uithongering, zodat de stad zich wel over móest geven.
Gaf een stad zich uiteindelijk over, dan werd de stad geplunderd en de burgers vermoord, verkracht en/of gemarteld.
Slide 29 - Tekstslide
Een dodelijke ziekte...
De pestbacterie bestond al eeuwen in meren in China
De bacterie leeft in het bloed van de zwarte rat
Vlooien leven van het bloed van de rat en worden besmet met de pest
De pest zorgt ervoor dat vlooien niets binnenkrijgen, waardoor ze honger houden en op zoek naar nieuw voedsel gaan: het bloed van mensen.
Een besmette vlo brengt zo de pest over op mensen.
De pestbacterie, Yersinia pestis, 2000x vergroot.
Slide 30 - Tekstslide
De pest in Europa
In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa
De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351
Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.
Slide 31 - Tekstslide
Straf van God!
De oorzaken van de pest zijn pas in de 19e eeuw bekend geworden
Voor de mensen in de Middeleeuwen was de ziekte een straf van God
De mensen dachten dat God hen ging straffen, omdat ze niet goed en zondig hadden geleefd.
Flagellanten sloegen zichzelf om zo aan God te laten zien dat zij spijt hadden van hun zonden. De naam Flagellant komt van het Latijnse woord voor zweep: flagellum. Aan het eind van de leren riempjes zitten spijkers.