Young Health Milieu

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Young Health Milieu

proefles

Young Health

milieuvervuiling

Les 1 Het onderzoek

Leerdoel: ik weet meer over het milieubeleid van Krimpen.

Criteria:

- Je hebt opgeschreven wat de gemeente Krimpen voor het milieu doet? (Afvalscheiding? Milieustraten? Prullenbakken buiten? Enz.)

- Je hebt opgeschreven de politiek hiervan vindt? Welke partijen doen graag iets voor het milieu? Wat doen/willen zij?

- Jullie hebben de taken verdeeld.

Product:

Mindmap met jullie resultaten.

Les 2 het Interview

Hoe denken de leerlingen, medewerkers van school, jullie familie en kennissen over het milieu en afval scheiden?

 

Leerdoel: Ik kan duidelijke interview vragen bedenken. Ik kan een interview afnemen.

Criteria:

- Vijf vragen en vijf meerkeuze antwoorden.

- Spelling en interpunctie

Product:

Een vragenlijst met vijf vragen en meerkeuze antwoorden over het milieu. (Meerkeuze)

Les 3 Onze conclusie

Leerdoel: Ik kan mijn resultaten verwerken in een bestand en ik kan een conclusie trekken.

 

Criteria:

- Verwerk jullie resultaten in een duidelijk document/ tabel. (Excel?)

Product: een bestand met de resultaten en een beschrijving van jullie conclusie.

Verslag

Inleiding: wat hebben jullie gedaan. (Interview)

Kern: welke vragen en welke antwoorden?

Slot: conclusie.

Les 4

Neem contact op met een politieke partij in Krimpen.

Leerdoel: ik kan aan een politicus duidelijk maken wat uit ons onderzoek is gekomen en ik kan aan de politicus vragen wat hij/zij hiervan vindt.

(Telefonisch/ e-mail)

Criteria:

- Het telefoongesprek is voorbereid. Bedenk van tevoren wat je wil vragen en wat je wil zeggen.

- Blijf netjes en beleefd.

- De e-mail voldoet aan de conventies.

De e-mail

Geachte heer/mevrouw,

Inleiding (Waarom schrijven jullie deze e-mail? Wie zijn jullie? Van welke school/ leerjaar?)

Kern (Wat wil je vertellen/ laten weten? Uitslag van jullie onderzoek.)

Slot (Wat verwacht je? Een reactie?)

Met vriendelijke groet,

Voornamen en Achternamen

Criteria vervolg...

- Let op spelling en interpunctie

- Formeel taalgebruik.

Product:

Samenvatting van het telefoongesprek of de e-mail.

Les 5 De milieucampagne

Leerdoel: ik kan een poster maken, met een slogan, maken voor een milieucampagne.

Criteria:

- Het hele blad is gevuld.

- Werk bij voorkeur in Canva of op papier.

- Jullie hebben een pakkende slogan bedacht.

- Let op spelling en interpunctie

Product:

De poster

De milieucampagne, de poster

Stap 1: Bedenk eerst een goede, pakkende slogan.

Stap 2: Maak een schets/ ontwerp op je blad.

Stap 3: Werk je ontwerp verder uit.

Stap 4: Maak je ontwerp af. Werk met kleuren, plaatjes. Zorg ervoor dat je slogan opvalt.

Stap 5: Presenteer je poster aan de groep.

Werk samen!

Evaluatie

Hebben jullie je leerdoel behaald en voldoen jullie aan de criteria?

Leerdoel: ik kan een poster maken, met een slogan,  voor een milieucampagne.

 

Criteria:

- Het hele blad is gevuld.

- Werk bij voorkeur in Canva of op papier.

- Jullie hebben een pakkende slogan bedacht.

- Let op spelling en interpunctie

Les 6 "De bijwerkles"

“Bijwerkles”

Werk afronden van les 1 t/m 5

Les 7 De Pitch maken

Pitch: presenteren aan (een aantal) klasgenoten/docenten, de politiek en jullie ouders.

 

Leerdoel: ik kan een pitch maken en in mijn pitch maak ik mijn boodschap duidelijk.

Criteria:

- De resultaten van jullie onderzoek wordt duidelijk.

- Het standpunt vanuit de politiek wordt duidelijk.

- Jullie poster is zichtbaar.

- Maximaal drie minuten.

- Mail jullie pitch naar de docent.

Product: Pitch (filmpje)

Les 8 Presenteren

Afronden.

De laatste puntjes op de “i”.

Presenteer jullie pitch!

Evaluatie.
Wat hebben jullie geleerd?

Wat vond je leuk aan dit project?

Wat vonden jullie minder leuk?

Als je terugdenkt aan Young Health, wat is dan het eerste dat in je op komt?

Bedankt voor jullie aandacht.

Sporten!

Maak een instructietekst en voer daarna uit wat er wordt gezegd.

Wat is een instructietekst?

Doel: instrueren

Wat: tafeltennissen

Beschrijf wat het is.

Wat zijn de spelregels?

Wat heb je nodig?

Hoe voer je het uit? Schrijf dit stap voor stap op.