1B Gamma, Taak 6, katholieken en Protestanten

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Goedemorgen Allemaal!

Ga rustig op je plek zitten en pak je spullen.

!

De Lesdoelen

1. Je kent de belangrijkste verschillen tussen katholieken en protestanten.

2. Je weet wie Maarten Luther was.

3. Je weet wie Karel V en Filips II waren.

4. Je weet wie Willem van Oranje was. 

Wat was ook al weer het verschil tussen katholieken en protestanten?

Katholieke kerk

Protestantse kerk

Uitvoering

KATHOLIEKEN VS. PROTESTANTEN

Katholieken	Protestanten
Latijnse Bijbel	Nederlandse Bijbel
veel rituelen	minder rituelen
Versierde kerken	sobere kerken
Leider: Paus	Geen echte leider
rituelen belangrijk	woord van god belangrijk

Uitvoering

Bestudeer bron 35. Zet de begrippen in de juiste kolom:

Katholieken

Protestanten

hervormers

paus

Calvijn en Luther

macht en rijkdom

Bijbel

Beelden

BEGIN 16e EEUW

• Gewesten
  
• Eigen wetten en regels.
• Veel armoede
• Verschillende geloven

Uitvoering

STADHOUDER

Plaatsvervanger voor de keizer in de gewesten.

Willem van Oranje.

Protestant

Gewest = Een provincie

Uitvoering

KEIZER Filips II

• Trots
• Gelovig
• 'Ketters' verbannen

Katholiek

Ketter = ongelovige

Uitvoering

Het rijk waar 'de zon nooit onder ging'

Beeldenstorm

Protestanten gaan katholieke kerken binnen en maken alles kapot!

1566

Hertog van Alva

In 1567 komt hij naar de lage landen in naam van Filips II

Met een groot leger slaat hij de opstandelingen neer.

Willem van Oranje vlucht naar Duitsland

1568

Willem van Oranje komt terug met een groot leger.

Hij roept de Nederlanders op, om in opstand te komen.

Dit is het begin van de Opstand

/ 80 jarige oorlog

Bekijk het kaartje bij bron 39 goed. Bekijk de kaart hiernaast ook goed.

De Nederlanden waren in de zestiende eeuw groter dan tegenwoordig. In welke drie landen
lagen gebieden van de Nederlanden?

Bekijk het kaartje bij bron 39 goed. Bekijk de kaart hiernaast ook goed.

Welke huidige provincies behoorden tot de Unie van Utrecht?

Opdracht

• maak opdracht 1 t/m 7  (blz. 34)
• Ik loop rond voor vragen
• Je mag zachtjes overleggen met je buurman
• Klaar? Je mag lezen, aan een ander vak werken, of in stilte iets voor jezelf doen.

Opdracht

• maak opdracht 7 t/m 13  (blz. 36)
• Ik loop rond voor vragen
• Je mag zachtjes overleggen met je buurman
• Klaar? Je mag lezen, aan een ander vak werken, of in stilte iets voor jezelf doen.

Opdracht

• maak opdracht 1 t/m 17  (blz. 34 t/m 40)
• Ik loop rond voor vragen
• Je mag zachtjes overleggen met je buurman
• Klaar? Je mag lezen, aan een ander vak werken, of in stilte iets voor jezelf doen.