Sp. Tech. Drukvrij leggen en Nagelbeugel

Drukvrij leggen - Nagelbeugel
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medische pedicureBeroepsopleiding

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Drukvrij leggen - Nagelbeugel

Slide 1 - Tekstslide

Drukvrij methodes voor de nagelwal

TAMPOGRASS
- Werkt zelfde als copoline maar is losmazig katoen
- Bevat zalf om kleven aan wond tegen te gaan.
SMIG
- moet verweekt worden voor gebruik. onder de nagel word het weer hard.
UNITULE
- Vette gaas wat vaak gebruikt word bij oppervlakkige schaafwonden, 2e graads brandwonden met intacte blaar.

OPRACLEAN
- Valt onder de groep jodoform geimpregneerde verbandstoffen . Ondersteund de wondreiniging en heeft antibacteriele werking 
COPOLINE
- Werkt goed bij geirriteerde nagelwal met sterilon
- stukje onder punt van de nagel bij ingroeiende nagel om nagel over de huid te reguleren.
- voor aanbrengen met sterilon druppelen 
- aanbrengen met excavator 
- Copoline is dun en dus makkelijk te verwerken.

Slide 2 - Tekstslide

Behandeling van Unguis Tegularis

- Convexe vorm
- Aangeboren/verworven
- Nagelwal drukt hard tegen nagel
- Verbreed teenkootje dat nagel 
   smal naar voren duwt
- Grote kans op ingroei
   ( taping of drukontlasting kan het
       voorkomen )
Behandeling

 
-Krul mag weggeknipt worden als niet vast zit aan nagelbed

- Nagelregulatie dmv beugel 
metaal of plak beugel

Slide 3 - Tekstslide

Pseudo Unguis Incarnatus
Behandeling
- Hoek drukvrij leggen met copoline


- SOMS de hoek wegknippen
( als hoek vast zit en dreigt in te groeien , als ontsteking op de loer ligt door de hoek )Linke behandeling 
WEET WAT JE DOET!!!!!!

- Abnormale groeivorm
- Mechanische oorzaak ( druk van schoen of andere tenen ) 
- Weg,- verkeerd knippen van de nagels

Slide 4 - Tekstslide

Unguis incarnatus 
Behandeling
- Ontsteking z.s.m door een arts laten behandelen 

Advies: slippers aan of brede schoenen

- Ontsteking behandelen met honingzalf , betadine of sterilon 

Na behandeling van ontsteking, behandelen als ingroeiende nagel 

Slide 5 - Tekstslide

Panaritium
Wanneer deze ontsteking niet snel word verholpen:

Weke dele panaritium: ontsteking nagelbed  kan zich via bindweefsel naar bot uitbreiden
Peesschede panaritium: peesschede zijn aangedaan ( operatieve behandeling )
Fijt/ bot panaritium: beenvlies en delen van bot aangetast. ( versterf tot gevolg )
Etterige ontsteking oppervlakkige ontsteking veroorzaakt dor bacterien ( stafylo - of streptococcen)

Slide 6 - Tekstslide

Paronychia
  • Micro- Bacteriële ontsteking van het nagelbed
  • Ontstaat door bacteriën, schimmelsoorten en door eentrauma wanneer weefsel stuk gaat

Slide 7 - Tekstslide

NAGELBEUGELS

Slide 8 - Tekstslide

CONTRA INDICATIES 
  • - Melanoom
  • - Wrat onder de nagel of in de nagelwal
  • - Nikkel allergie ( bij bepaalde beugels ) 
  • - Onycholysis en unguis incarnatus
  • - Bij risicopatienten eerst navraag bij de arts
  • - Bij neuropathie is het plaatsen alleen toegestaan na doorverwijzing van een arts!!
  • - Wond
  • - Ulcus
  • - Ontstekingsverschijnselen
  • - Beginnende dementie , alleen na overleg partner/verzorgende
  • - Bij twijfel , niet doen.

Slide 9 - Tekstslide

Welke nagels zijn te reguleren
  • Alle vervormingen en krommingen
  • Psoriasis en mycose nagels zijn te reguleren met NIET TE VEEL SPANNING  en moet OP GEZONDE DEEL VAN NAGEL geplaatst worden.
  • Trauma nagel beter reguleren met kunstnagel

Slide 10 - Tekstslide

Reuma en Diabetes
  • ALLEEN PLAKBEUGELS ZIJN TOEGESTAAN mits er geen belastende risico's als neuropathie , angiopahtie, oedeem, wonden aan de benen en atrofische huid
  • Zijn er wel belastende risico's, dan altijd overleg met de arts 

Slide 11 - Tekstslide

Nagelregulatie materiaal
Soorten beugels

- Bilateraal ( 2-zijdig)
- Unilateraal ( 1  - zijdig )
- Plakbeugels 

Slide 12 - Tekstslide

BS Spange
  • Plakstrip van glasvezel versterkte duroplast.
  • Kunststof en verkrijgbaar in verschillende diktes en lengtes
  • Moleculen buigen zich terug in oorspronkelijke vorm
  • Spange behoud zijn terkkracht zo'n 4 tot 6 weken maar kan zelfs 3-6 maanden blijven zitten.
  • Bilateraal

Slide 13 - Tekstslide

AANDACHTSPUNTEN 
  • Ronding van de nagel mag nooit meer dan 4 mm bedragen dan is de spanning te groot en moet je draadtechniek gebruiken.
  • Voelt de client na het aanbrengen erge trekkracht dan kan dit afnemen door de spange dunner te frezen. 
  • BS Spange geeft geen risico's in nagelwal en daarom geschikt voor diabetes
  • Trekkracht is niet te reguleren 

Slide 14 - Tekstslide

Luga clip
  • Toepassing zoals BS spange maar werkt unilateraal
  • De trekkracht zit aan de bovenkant van de T zijde
  • Geschikt voor de risicovoet

Slide 15 - Tekstslide

Podofix
  • Is een combinatie van elastisch plakstrookje en ingebouwde metalen draadlus die na het op spanning brengen van de strip, verzegeld wordt met gel.
  • Is een actieve bi-laterale spange. Makkelijk aan te brengen dmv plakken en daarna op spanning te brengen door aan de lus te draaien. Verschil met plakspange is dat die in orginele vorm terug wil en deze op spanning gezet wordt.
  • In maten s,m,l,xl

Slide 16 - Tekstslide

Onyclip
  • Is gemaakt van verenstaal en in verschillende diktes te verkrijgen. Hoe dikker hoe hoger de trekkracht. Het staal is omtrokken met kunstof. Voordeel is dat je deze exact op maat kan maken zonder materiaal verlies. Je koopt een lange strip
  • Verschil in aanbrengen met de BS spangen is dat je deze eerst aan één zijde plakt en daarna de andere zijde.
  • Nadeel is dat de clip scherp blijft! Niet geschikt voor risicopatienten



Slide 17 - Tekstslide

Gorkiewicz stalen veertje
  • Chirurgisch draadstaal
  • op maat gemaakt en op de nagel geschoven
  • Vastgezet met gel 
  • Bilaterale beugel

Slide 18 - Tekstslide

Goldstadtspange
  • Binnenzijde bestaat uit chirurgisch metaal buitenzijde goud en dat beschermt tegen allergische reacties. Voordeel is dat hij dunner is dan andere technieken. Verder werkt hij hetzelfde als de onyclipstrip. Bijzonder is dat je hem kan plakken als een plakbeugel en met haakjes kan plaatsen als een 'veertje'. Kan naar eigen inzicht de uni-lateraal of bi-lateraal worden gebruikt. Hij groeit in populariteit omdat hij lijkt op een sierraad.
  • Kan worden gebruikt bij risicopatienten maar kijk uit met de haakjes!


Slide 19 - Tekstslide

Ross fraser omega  
  • Is een uni- en bi-laterale beugel met een omega oog. Uiterst effectieve methode.
  • Bestaat uit rond chirurgisch chroomstaal en is verkrijgbaar in verschillende diktes. 0,3 tot 0,7 dikte.
  • Hoe dikker de draad hoe eerder er problemen ontstaan in de nagelwal. En hoe harder de trekkracht
  • De plaats van de omega is afhankelijk van de vorm van de nagel en komt altijd op het hoogste punt. Bij een assymetrische nagel ligt de omega dus niet in het midden en ontstaat er een lange en een korte zijde. De korte zijde trekt het hardst.

Slide 20 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Als er holle ruimtes ontstaan na reguleren deze niet opvullen je moet de nagelwal de tijd te geven zichzelf te corrigeren
  • Voordelen: trekkracht is goed te regelen zowel uni als bi lateraal
  • Nadelen: oogjes die verwondingen kunnen veroorzaken
  • Dunne en broze nagels zijn niet geschikt voor deze technieken! Ze zullen snel inscheuren.
  • Staal kan een allergische reactie veroorzaken.

Slide 21 - Tekstslide

VRAGEN
  1. WANNEER IS DE EERSTE CONTROLE?
  2. HOE LANG MAG HIJ BLIJVEN ZITTEN?
  3. MOGEN ALLE BEUGELS BIJ ALLE CLIENTEN?
  4. MAG JE NAGELLAK DRAGEN?
  5. HOE HAAL JE NAGELLAK ER AF?
  6. HOE NU VERDER AN DE EERSTE CONTROLE?
  7. WAAR HEB JE GEPLAATST EN WAAROM? 

Slide 22 - Tekstslide

NAGELREPARATIE

Slide 23 - Tekstslide

Nagelprothese systemen

  • Gel
  • Acryl (poeder met vloeistof)
  • Nagelmasse
  • Het grote verschil zit in de manier van uitharden
  • Gel wordt hard onder de uv lamp (blijft zachter)
  • Acryl door drogen aan de lucht (wordt harder)
  • Polygel


Indicaties nagelreparatie

  • Ontbrekende nagelhoeken
  • Ontbrekend nageluiteinde
  • Gescheurde nagels
  • Beschadigde nagel
  • Stootnagel
  • We gebruiken acryl ook om de nagelbeugel mee vast te zetten

Slide 24 - Tekstslide

Nagelmasse
  • Zit in een tube is kant en klare nagelreparatie
  • Breng je in laagjes op, hard vanzelf uit
  • Materiaal blijft zacht en soepel
  • Nagel blijft knipbaar (examenvraag)
  • Watervast (na 8 uur, niet douchen of in bad)
  • Bied extra bescherming
  • Kan evt worden gebruikt om nagelbeugel vast te zetten (examenvraag)
  • Kan in combinatie met copoline worden aangebracht

Slide 25 - Tekstslide

één fase / gel driefasen gel
  • Drie fasen gel: *Bind gel  *Bouw gel   *Verzegelende gel
  • Één fase gel: daarin zitten alle componenten van een drie fase gel
Noteer!!


Slide 26 - Tekstslide

Gel
  • Is er in vele soorten en kleuren
  • Onze gel is 1 component, komt rechtstreeks kant en klaar uit het potje
  • Gel blijft een beetje soepel
  • Kan lang gemodelleerd worden, wordt pas hard onder een uv lamp
  • Kan niet geknipt worden, maar wel gevijld of gefreesd
  • Groeit met de nagelplaat mee uit
  • Kan na een paar weken worden opgevuld.
  • Word aangebracht met plat penseel.

Slide 27 - Tekstslide

Contra indicatie 
  • Slechte sociale leefomgeving
  • Allergie voor toxische stoffen (Natuurlijke nagelplaat kan loslaten)
  • Onycholylis
  • De huid rondom de nagel moet intact zijn en niet te dun
  • Geen ontstekingen!



Slide 28 - Tekstslide

Voordelen gel
  • Gel gebruik je bij sporters en risicovoeten ivm het zachter blijven
  • Gel gebruik je het makkelijkst bij grote oppervlakte
  • Blijft soepel
  • Beweegt mee met natuurlijke nagel vangt klappen en stoten op zonder gelijk een traumanagel te veroorzaken
  • Geurloos
  • Nadeel: uitharden onder de lamp


Slide 29 - Tekstslide

WEETJES 
  • Werk in een omgeving waar het tussen de 21 en 25 graden is
  • Gel is pas echt hard na 12 uur nadat het onder de lamp is geweest
  • Werk met handschoenen ivm vet van handen, gel pakt dan niet meer (handschoenen verplicht op examen net als bij nagelbeugels)
  • Niet te ruw schoonmaken met de cleanser, dan wordt het dof
  • Gel is redelijk makkelijk van huid te halen omdat die te vet is om te hechten
  • Klant kan vervelende of zelf pijnlijke hitte ervaren onder de uv lamp
  • Oplossing nagel er even onder uit, dan weer verder onder de lamp
  • Dit komt door het proces dat de gel veranderd in een harde laag


Slide 30 - Tekstslide

Opvullen of verwijderen
  • Nagel opvullen na enkele weken
  • Nagel op lengte vijlen of fresen (nooit knippen!)
  • Uit laten groeien
  • Eraf fresen, de nagel blijft na af fraisen 48 uur zacht, leg dat de klant uit
  • Nooit peuteren dan haal je laagjes van de natuurlijke nagel af


Slide 31 - Tekstslide

Het lukt niet.. Hoe komt dat?
  • Voorbereidingen waren niet goed
  • Nagel laat los, oorzaak kan ook zijn:
  • Nagel was niet droog, te weinig hechtplaats, mycose, hormonale oorzaak
  • Gelpotje moet altijd goed dicht blijven, gel hard uit in licht!
  • Luchtbelletjes: niet tamponerend gewerkt, gel steeds opnieuw aangebracht, roeren in het potje bij aanbrengen

Slide 32 - Tekstslide

Gel en Mycose
  • Als er een PLUS voor de naam staat zit er een antimycose middel ( piroctone olamine) in de gel
  • Deze moet wel elke dag gedruppeld worden met bijpassend mycose middel (mycosept) om schimmeldoder “wakker” te houden
  • Alleen toepassen nadat alle mycose delen zijn weggefreesd en afwerken zonder luchtbellen
  • Moet voldoende gezonde nagel zijn voor hechting.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is jullie mening hier over?

Slide 34 - Tekstslide

Acryl
Contra indicaties
  • Sporters
  • Risicovoeten
  • Ontstekingen
  • Allergieën
  • Dunne huid

Slide 35 - Tekstslide

Acryl voordelen

  • Om nagels mee te verlengen
  • Herstellen van kapotte hoekjes
  • Versterken
  • Groeistoornis mee begeleiden
  • Vormt een harde onvervormbare laag
  • Heel makkelijk voor kleinere oppervlakte
  • Harder tov gel waardoor het niet geplaatst mag worden bij een sporter of een risicovoet, kans op beschadiging van de matrix

Acryl nadelen

  • Nagel wordt keihard, grotere kans op druklocaties
  • Nagel moet snel gemodelleerd worden
  • Heeft een sterke geur
  • Is bij inademen schadelijk voor de gezondheid
  • Nagel kan je niet knippen alleen fraisen of vijlen
Bij 10% van de gebruikers laat acrylnagel los
door
Overgang ,Zwangerschap, Hormoonzalf ,Pubertijd ,Menstruatie , Antibioticakuur 


Slide 36 - Tekstslide

VRAGEN
  • MAG JE GEL EN ACRYL GEBRUIKEN BIJ ALLE CLIENTEN ?
  • WAAROM GEKOZEN VOOR GEL/ACRYL ?
  • MAG JE NAGELLAK OP KUNSTNAGELS ?
  • HOE HAAL JE DE NAGELLAK ER AF ?
  • WAT DOE JE BIJ DRUKPLEKJES ?

Slide 37 - Tekstslide

Vilt toepassen wanneer wel of niet
Risicovoet? Contra indicaties? ---> doorverwijzen naar podoloog of podotherapeut
Geen risicovoet? Dan de pijnklachten verhelpen, oorzaak opheffen en eventueel in overleg met podoloog of podotherapeut.

Slide 38 - Tekstslide

Contra indicatie Vilt
  • Huidziekte: psoriasis, eczeem enz
  • Infecties: schimmelaandoeningen
  • Vasculaire afwijkingen: ischemie, ulcus, spataderen, wintervoeten
  • Risicovoeten: in dit geval voeten waarvan de huid kapot dreigt te gaan, verhoogde kans op een ulcus verhoogde kans op infectie of amputatie
  • Bij risicovoeten na verwijzing van een arts
  • Ulcus mag je alleen drukvrij leggen als je bent aangeslopten bij een multidisciplinair voetenteam

Slide 39 - Tekstslide

Orthese 
Protectief ( beschermend) hulpmiddel voor drukontlasting



Werkt op intrinsieke en extrensieke spieren

 Lokaal stabiliserende spieren: de intrinsieke voetspieren. 
Globale spieren voor beweging: de extrinsieke voetspieren vanuit het onderbeen over de enkel die pronatie en supinatie en plantair en dorsaal flexie mogelijk maken.
De behandeling is gericht op het behouden of verbeteren van de beweeglijkheid van de tenen

Slide 40 - Tekstslide

Contra indicatie Orhese
  • Hyperhydrosis (overmatige zweetvoeten)
  • Schimmelinfecties op plaatsen waar de orthese moet komen
  • Ontstekingen
  • Zwellingen
  • Allergie voor het materiaal
  • Kapotte huid
  • (beginnende) dementie of er moet een partner aanwezig zijn
  • Reuma en diabetes maar let op alleen met bijkomende risicofactoren dan alleen na doorverwijzing arts. Dus een simms 0 mag wel.
  • Iemand die niet zelf de orthese goed kan verwijderen
  • Bij vaatproblemen

Slide 41 - Tekstslide

.

  • Beginnende hamerteen ( niet gefixeerd)
  • Klauwtenen
  • Varus of valgus stand van de tenen
  • Ab of adductie van de tenen
  • Infraductusstand ( teen staat lager dan de andere)
  • Supraductusstand ( teen staat hoger dan de andere ) 
  • De correctie is alleen mogelijk als de tenen niet gefixeerd / rigide zijn!

  • De teen kan in een verkeerde stand staan omdat een spier niet in staat is goed te functioneren. Als je de stand van de teen corrigeerd kan de spier zijn werk weer gaan doen en de teen in de normale stand terugkomen

  • Bij correctie geld hoe groter de correctie hoe harder het orthese materiaal

Correctieve ortheses 

Slide 42 - Tekstslide

.


  • Hamerteen
  • Klauwtenen
  • Weke likdoorn
  • Likdoorn op de teen 
  • Littekenweefsel
  • Zwelling als bijv noduli
  • Bij deze techniek worden de silicone ortheses zo geplaatst dat zij een preventieve werking hebben. Men kan hiermee ook teenafwijkingen voorkomen.

  • Ter bescherming van een gevoelige plek

  • Bij reuma, diabeten (simms 0), gevoelige voeten en bij protectieve behandelingen gebruiken we een zacht orthese materiaal

Protectieve ortheses 

Slide 43 - Tekstslide

Het orthese materiaal
  • Er zijn siliconen die een vloeibare katalysator hebben en er zijn er die de katalysator hebben in de vorm van pasta
  • De hoeveelheid katalysator bepaald de tijd van het uitharden, en soms ook de hardheid van de orthese
  • Bij het maken van een orthese met pasta katalysator is de verhouding vaak 1:1
  • Welk orthese materiaal je gebruikt, altijd aan de gebruiksaanwijzing van de fabrikant
  • De eisen van het orthese materiaal volgens de code:
    *werken volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant
    *moet in verschillende hardheden verkrijgbaar zijn
    *moet goed schoon te maken zijn
    *moet mogelijk zijn te repareren of uit te bouwen

Slide 44 - Tekstslide

Shore waarde 

Er zijn verschillende shore waarden welke de hardheid van de orthese bepalen 
shore waarde onder 40 voor protectieve
shore waarde vanaf 40 voor correctie

Slide 45 - Tekstslide

Subdiafysaire orthese/ muisje
Deze orthese het zijn werking aan de plantaire zijde van 1 of meerder tenen omdat het orthese materiaal aan de onderzijde van de tenen zit
Een subdiafysaire orthese kan zowel protectief als correctief zijn
Protectieve orthese:
Hierbij wordt de gehele ruimte onder de tenen (subdiafysaire ruimte) opgevuld in de stand van de tenen. Hierdoor worden de teentoppen ontlast


Slide 46 - Tekstslide

Interdigitale orthese, teenspreider
  • Wordt meestal gemaakt tussen teen 1 en 2 of 4 en 5.
  • Er kan wrijving onstaan tussen de pip en dip gewrichten.
  • Zorg dat de orthese nooit over een nagel heen loopt
  • Het dorsale element zorgt voor de fixatie

Slide 47 - Tekstslide

Likdoorn orthese
  • Bij een (weke) likdoorn kan je een teenspreider maken met een deukje erin gefreesd op de plaats waar de likdoorn zich bevindt.
  • Je maakt de orthese terwijl de likdoorn nog aanwezig is. Je kan dan precies de plaats bepalen dat moet worde uitfraisd. Na het maken van de orthese ga je de likdoorn verwijderen.
  • Let op het frezen kan altijd pas na 24 uur uitharden

Slide 48 - Tekstslide

Ring orthese
  • Dient vaak ter bescherming van een pip gewricht. Als je een likdoorn op het pip gewricht drukvrij wilt leggen dan is dit een mooie orthese dan maak je hem bovenop wat dikker
  • Geschikt voor een rigide hamerteen met een likdoorn erop.
  • Gebruik zacht materiaal

Slide 49 - Tekstslide

Slinger-orthese
  • Een slingerorthese wordt gemaakt voor een correctie van een supraductusstand van een teen. Meestal de 2e teen.
  • Het gedeelte aan de dorsale zijde kan ook een protectieve functie hebben


Slide 50 - Tekstslide

Hallux beschermer
  • Je mag teen 1 en teen 5 nooit vastmaken aan teen 2 en 4! Dan raak je je sturing kwijt.
  • Dus bij de hallux bescherming werk je bijv met een beschermkap die aan de bovenkant open is. Of met een slingerorthese maar let altijd op regel 1

Slide 51 - Tekstslide

Subdiafysaire ruimte
Interdigitale lip
Dorsale element

Slide 52 - Tekstslide