In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De Late oudheid - 284-476
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het Romeinse rijk in verval raakte en ten onder ging.
--> Interne / externe oorzaken
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Problemen binnen het rijk
Problemen buiten het rijk
Opdrachten
Terugblikken
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Problemen in het
Romeinse rijk
Slide 5 - Tekstslide
Problemen in het Romeinse rijk
3e eeuw n.chr. epidemieën, productie en handel daalde.
Minder belasting inkomsten en minder soldaten voor aan de grenzen.
De Romeinse schatkist raakte leeg.
395 Splitsing Romeinse rijk de grenzen zijn niet meer goed te verdedigen -> scheiding binnen het Romeinse Rijk: West-Romeinse rijk en het Oost-Romeinse rijk.
Slide 6 - Tekstslide
Limes
Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk.
Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes.
Slide 7 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn.
Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Slide 8 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven
Slide 9 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van het castellum Leiden-Roomburg
Slide 10 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van het mini-castellum bij Den Haag
Slide 11 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van Castra Noviomagus (Nijmegen)
Slide 12 - Tekstslide
Het Rijk wordt gesplitst
395
Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld.
Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel.
In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad.
Beide rijken hebben een eigen keizer.
Slide 13 - Tekstslide
In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.
Slide 14 - Tekstslide
Machtsstrijd
Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.
Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.
Slide 15 - Tekstslide
Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw
...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.
Slide 16 - Tekstslide
Problemen buiten het Romeinse rijk
Slide 17 - Tekstslide
De Franken
Germaans volk
Niet alleen plunderaars maar ook bondgenoten
Door volksverhuizing werden Romeinse steden Frankische steden
Slide 18 - Tekstslide
Problemen buiten het Romeinse rijk
Invallen van de Germanen - Goten - Franken
Invallen van de vandalen - Plundering van Rome
Volksverhuizingen
Slide 19 - Tekstslide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Slide 20 - Tekstslide
Barbaren!
Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan.
De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros.
Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.
Slide 21 - Tekstslide
De Hunnen
De Hunnen zijn een stam uit Azië.
Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn.
Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...
Slide 22 - Tekstslide
Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw
...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.
Slide 23 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
3e - 5e eeuw Volksverhuizingen
Slide 24 - Tekstslide
Het West-Romeinse Rijk valt
476
Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen.
Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.
Slide 25 - Tekstslide
Romulus Augustulus
De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker in 476.
Slide 26 - Tekstslide
En het Oost-Romeinse Rijk?
Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen.
Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden.
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.
Slide 27 - Tekstslide
Wat is er gebleven?
In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...
Slide 28 - Tekstslide
Romeinen in Nederland
De Romeinse tijd (58 v. Chr. - ±400 n. Chr) is een belangrijke periode voor ons gebied.
Zo nemen de Romeinen ijzer mee, dat handig is als gereedschap, maar ook het schrift.
Hiermee eindigt ook bij ons de prehistorie en begint de historie.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk? Kies het juiste antwoord.
A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst.
In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.
Slide 31 - Quizvraag
Welke interne problemen waren er binnen het R.R. rond het jaar 300?
Slide 32 - Open vraag
➤Welk begrip past bij deze omschrijving:
Grote verplaatsing van Germaanse stammen vanuit Noord- en Oost-Europa naar het Zuiden en het Westen.
A
Limes
B
Romanisering
C
Staatsgodsdienst
D
Volksverhuizing
Slide 33 - Quizvraag
➤Tijdens de Pax Romana waren er in het Romeinse Rijk veel burgeroorlogen.
A
Goed
B
Fout
Slide 34 - Quizvraag
➤Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Dit wordt de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.
Slide 35 - Quizvraag
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.
De limes vormde een tijd lang de grens van het Romeinse Rijk.
➤Is op de afbeelding de limes aangegeven?
Gebruik de bron
A
Ja, de limes is de grens tussen het gele en het groene gebied.
B
Ja, de limes is de grens tussen het groene en rode gebied.
C
Nee, de limes is niet op de afbeelding aangegeven.
Slide 36 - Quizvraag
Gebruik de bron
➤Bij welke tijd past deze bron het best? Kies het juiste antwoord.
Gebruik de bron
A
Bij de tijd van keizer Nero, want christenen worden met rust gelaten.
B
Bij de tijd van keizer Nero, want christenen worden gestraft.
C
Bij de tijd dat het christendom staatsgodsdienst was, want christenen worden met rust gelaten.
D
Bij de tijd dat het christendom staatsgodsdienst was, want christenen worden gestraft.
Slide 37 - Quizvraag
Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen
Slide 38 - Quizvraag
Hoe noemden de Romeinen de inwoners van het gebied Germania Inferior?
A
Galliërs
B
Germanen
C
Franken
D
Bataven
Slide 39 - Quizvraag
Hoe noemen we de mensen die oorspronkelijk in het gebied van Duitsland en Nederland leefden?
A
De Romeinen
B
De Franken
C
De Germanen
D
De Friezen
Slide 40 - Quizvraag
Hoe werden de Romeinse militaire forten langs de grenzen van het rijk ook wel genoemd?
A
Castella
B
Limes
C
monotheïsten
D
senaat
Slide 41 - Quizvraag
Welke twee belangrijke dingen kon je langs de limes vinden?
A
Wachttorens
B
Mac Donalds
C
Senaatsgebouwen
D
Mijlpalen
Slide 42 - Quizvraag
Welke keizer probeerde met strenge maatregelen weer orde in het Romeinse Rijk te stellen na de chaos?
A
Clovis
B
Diocletianus
C
Constantijn
D
Theodosius I
Slide 43 - Quizvraag
Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven
Slide 44 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het Romeinse rijk in verval raakte en ten onder ging
Slide 45 - Tekstslide
Belangrijke begrippen en ontwikkelingen
Problemen van het R.R.
395 splitsing van West-Romeinse en Oost-Romeinse Rijk Volksverhuizingen
476 val van het Romeinse Rijk
Slide 46 - Tekstslide
Post its (1/2)
Ga na wat jij nog lastig vindt, of extra uitleg over wilt.
Formuleer een vraag over dit onderwerp. Bijvoorbeeld: ''Waarom was een stadhouder zo belangrijk in de republiek?''
Plak de post its op het whiteboard. Iedereen doet er minimaal 1, maximaal 3. Je zet op elke post it je naam.
Slide 47 - Tekstslide
Post its (2/2)
Je gaat weer zitten. Je wacht totdat iedereen klaar is.
Je mag een post it van het bord halen en proberen een post it van iemand anders te beantwoorden.
Heb je het antwoord opgeschreven? Loop dan naar de persoon om samen te bespreken.