Oerknal

Het begin
van het project
... en van het heelal
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldorientatieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het begin
van het project
... en van het heelal

Slide 1 - Tekstslide

Oerknal
Albert Einstein (natuurkundige & wiskundige): heelal blijft hetzelfde 
Georges Lemaître (Belgische priester & astronoom): vader van de Big Bang theorie:
- zag in 1927 dat sterrenstelsel uit elkaar bewogen (dus heelal wordt groter).
- In 1931 dacht Einstein dit toch ook: dan wordt het terug in de tijd dus steeds kleiner, totdat je lang genoeg teruggaat dat het ontstaat uit niets.
- Dat kan alleen maar met een soort explosie: 
Oerknal theorie van Lemaitre: heelal is ontstaan vanuit een 'primitef atoom'.

Slide 2 - Tekstslide

Hubble (van de Hubble-telescoop)
Edwin Hubble (Amerikaans astronoom en kosmoloog) 
- toonde in 1923 aan dat de waargenomen 'nevels' afzonderlijke sterrenstelsels waren. Bewijs voor: dat het heelal veel groter was dan aanvankelijk gedacht. 
- Zijn belangrijkste ontdekking (1929):  dat het heelal uitdijt.
( Lemaître had hierover al in 1927 gepubliceerd, maar Hubble wist dit eerst niet) 

Slide 3 - Tekstslide

We gaan vandaag terug naar het begin: de oerknal. Wat weet je hier al van?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Lemaître was een priester. Waarom is het bijzonder dat hij met deze theorie kwam?

Slide 6 - Open vraag

  • Oerknal maakt universum, oneindig klein en heet, vol energie (soort soep)
  • Uit de energie ontstaan deeltjes materie die botsen
  • In korte tijd wordt het universum enorm veel groter
  • Afkoelen universum: deeltjes (atomen) combineren. Daarna heel lang niks (alsof heelal moest bijkomen)
  • 380 miljoen jaar na oerknal: sterren vormen zich (door klonteren van atomen),
  • ons zonnestelsel ontstaat ongeveer 9 miljard jaar na de oerknal

Slide 7 - Tekstslide

Atoom: in de kern zitten drie protonen (de rode bollen) en vier neutronen (blauwe bollen). Eromheen draaien drie elektronen (zwarte bollen). In echt zijn atomen te klein om te zien (ook met een microscoop). 
In een atoomkern zit heel veel energie.

Slide 8 - Tekstslide

  • met de oerknal ontstaat de ruimte maar ook de tijd
  • men denkt vaak aan een explosie, maar er was nog niks, ook geen lucht, dus het was geen explosie zoals wij hem kennen
  • direct na de oerknal 17-100cm groot, na 3 minuten al 100.000 lichtjaar groot! Nu 46 miljard lichtjaar (zichtbaar, verder kunnen ze niet kijken)

Slide 9 - Tekstslide

Waar was die 'knal' dan? In het universum? Erbuiten?
Wat denk jij?

Slide 10 - Open vraag

Lichtjaar
Een lichtjaar is een afstand, namelijk hoe ver licht kan komen in een jaar tijd: ongeveer 9,5 biljoen km (9 500 000 000 000). Na 3 minuten was het heelal 950 000 000 000 000 000 km
(950 biljard km).

Slide 11 - Tekstslide

Kijken in het verleden
Licht beweegt razendsnel door het heelal. Maar het licht van sterren die heel ver weg staan, doet er soms wel jaren over om de aarde te bereiken. We zien dus niet hoe een ster er nu uitziet, maar hoe die er vroeger uitzag. Je kijkt als het ware terug in de tijd. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wetenschappers zijn het er niet over eens wat de vorm van het heelal is. Wat denk jij?

Slide 14 - Poll

De geboorte en dood van een ster
Sterren lijken op mensen: ze worden geboren, bestaan een tijd en sterven dan. Hun geboorteplekken zijn enorme koude wolken gas en stof die bekend staan als ‘nevels’ (Orionnevel), die uiteen vallen in brokken.  
Elke brok wordt uiteindelijk zo heet en compact dat er kernreacties op gang komen. Als de temperatuur tien miljoen graden Celsius bereikt wordt de klomp een nieuwe ster.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ons zonnestelsel

Slide 18 - Tekstslide

Waar wil je nog meer over leren?

Slide 19 - Open vraag