Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Who, whose, which, that & comparisons
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Subjects
Relative pronouns
Comparisons
Slide 2 - Tekstslide
Relative pronouns
Slide 3 - Tekstslide
Introduction
That is my teacher. He teaches English.
That is my teacher
who
teaches English.
Slide 4 - Tekstslide
Gebruik
Je gebruikt who, whose, which, that als je meer informatie wilt geven over dingen of personen die je eerder in de zin al hebt genoemd.
Slide 5 - Tekstslide
Who
Who
: bij personen
Johnny Depp is an actor who won the Oscar.
Slide 6 - Tekstslide
Whose / which
Whose
: bij personen. Het betekent 'van wie', 'waarvan'
This is the boy whose bag was stolen.
(Dit is de jongen van wie de tas was gestolen.)
Which
: bij dingen en dieren.
That movie, which was filmed in Amsterdam, was a great hit.
Slide 7 - Tekstslide
That
Soms kun je 'that' gebruiken
in plaats van Who of Which.
His cooking skills is something that people find amazing.
Slide 8 - Tekstslide
He's the teacher... teaches us English.
A
who
B
which
C
whose
Slide 9 - Quizvraag
There is Sara ..... watch was stolen.
A
who
B
whose
Slide 10 - Quizvraag
The girl, ............... photo I have, is my cousin.
A
that
B
which
C
who
D
whose
Slide 11 - Quizvraag
She is that dreadful teacher ... teaches us English.
A
WHO
B
WHICH
C
WHOSE
Slide 12 - Quizvraag
This book, .............. is John's, has over 300 pages.
A
which
B
that
C
who
D
whose
Slide 13 - Quizvraag
Comparisons
Slide 14 - Tekstslide
Comparative +
Superlative
------------
Vergrotende + overtreffende
klein - klein
er
- klein
st(e)
small - smal
ler
- smal
lest
groot - grot
er
- groot
st(e)
big - big
ger
- big
gest
aardig - aardig
er
- aardig
st(e)
nice - nic
er
- nic
est
Slide 15 - Tekstslide
Words ending in -y
Medeklinker + -y wordt -i
Slide 16 - Tekstslide
Uitzonderingen
goed - beter - best
good - better - best
slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst
ver - verder - verst(e)
far - further - furthest
Slide 17 - Tekstslide
Vergrotende trap:
+ER
Vaak wordt het woord gevolgd door
THAN
Frank is tall
er
than
Rob.
The boys are fast
er
than
us.
Overtreffende trap:
+EST
Vaak komt er voor het woord
THE
te staan
Rob is
the
tall
est
boy I know.
That is
the
fast
est
car ever.
Slide 18 - Tekstslide
Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN
-er
of
-est
,
maar
MORE
of
MOST
ervoor!
I am
smaller than
Frank, but he is
more intelligent
than I am.
Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is
the
most beautiful
baby though.
Slide 19 - Tekstslide
My sister has a _____ room than I have.
A
big
B
bigger
C
more biggest
D
more bigger
Slide 20 - Quizvraag
It is ____ than ever to find good football players.
A
most difficult
B
difficulter
C
more difficult
D
difficultest
Slide 21 - Quizvraag
My dad is the ____ dad ever!
A
bestest
B
goodest
C
better
D
best
Slide 22 - Quizvraag
Your dog is _____ than my dog
A
Ugly
B
Uglier
C
More ugly
D
Most ugly
Slide 23 - Quizvraag
English is a ___ language than French
A
Beautifuler
B
Most beautiful
C
Beautifulest
D
More beautiful
Slide 24 - Quizvraag
School is the ___ place to be.
A
Best
B
Most awful
C
Most awesome
D
Worst
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Who, whose, which, that
November 2024
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
24 dagen geleden
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
December 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
Januari 2021
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
S2 EN HV - U3L5 writing - Who, whose, which, that
Maart 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
September 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
4 dagen geleden
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Who, whose, which, that
November 2022
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2