thema 3 basisstof 1 en 2.

thema 3 basisstof 1 en 2.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 3 basisstof 1 en 2.

Slide 1 - Tekstslide

intro
bekijk de video van het klokhuis.
(klik op de link)

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen.
-Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. (basisstof 1).

-Je moet in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en grote bloedsomloop kunnen onderscheiden met hun functies. (basisstof 2).

Slide 3 - Tekstslide

bloed.
een volwassen mens heeft ongeveer 4 a 5 liter bloed in zich.

bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma en voor 45% uit andere bestanddelen

Slide 4 - Tekstslide

samenstelling bloed

Slide 5 - Tekstslide

bloedplasma
het bestaat voor 91% uit water.

voor 7 % uit plasma eiwitten. Deze eiwitten helpen bij de bloedstolling (hard worden bloed)

voor 2% uit opgeloste stoffen. Denk hierbij aan zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen

Slide 6 - Tekstslide

rode bloedcellen
zijn rond van vorm met een klein deukje in het midden. Ze hebben geen celkern. 

rode bloedcellen vervoeren zuurstof.

hemoglobine zit in rode bloedcellen en hiermee bindt zuurstof zich makkelijk aan de rode bloedcel.

Slide 7 - Tekstslide

witte bloedcellen
hebben wel een celkern. 
ze zijn zeer "flexibel" van vorm zodat ze buiten de bloedvaten kunnne komen.

witte bloedcellen dode ziektemakers. ze gaan hierbij zelf dood.
pus en etter zijn dode witte bloedcellen.

Slide 8 - Tekstslide

witte bloedcellen "eten" de ziekteverwerker op als een soort pacman en gaat daarna zelf dood.

Slide 9 - Tekstslide

bloedplaatjes
bloedplaatjes zijn een soort propjes met armen.

De bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling.


als er in een bloedvat een gat zit vormen de bloedplaatjes een soort net over het gat. na een tijdje worden ze hard en houden ze de andere bloedcellen tegen. denk aan korstjes.


Slide 10 - Tekstslide

trombose
als bloedplaatjes perongeluk in een bloedvat samen gaan klonteren onstaat er een bloedpropje dit kan tot verstoppingen zorgen.

het bloedvat kan afgesloten worden dan komt er geen bloed meer doorheen. de organen of weefsels waarnaar het bloedvat gaat krijgen geen zuurstof meer of kunnen hun koolstofdioxide niet kwijt. 

Slide 11 - Tekstslide

bloedvatenstelsel
het bloefvatenstelsel bestaat uit het hart en alle bloedvaten.

de weg die het bloed aflegt noemen we de bloedsomloop

het bloed blijft in het lichaam dus we hebben een gesloten bloedsomloop

Slide 12 - Tekstslide

dubbele bloedsomloop
als we de bloedsomloop bekijken in ons lichaam en 1 bloedcel volgen komt deze 2 keer door het hart.

We spreken van een dubbele bloedsomloop.

Slide 13 - Tekstslide

kleine bloedsomloop
de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen.
 vanaf de longen gaat het bloed weer naar het hart en komt in de linkerhelft terecht

doel: zuurstof ophalen bij de longen en koolstofdioxide afgeven

kleine bloedsomloop: rechterhelft hart-longen-linkerhelft hart

Slide 14 - Tekstslide

grote bloedsomloop
de linkerhelft van het hart pompt het bloed naar het hele lichaam. vanuit het lichaam komt het bloed weer in de rechterhelft van het hart.

doel: zuurstof afgeven aan de cellen van het lichaam en koolstofdioxide opnemen.

grote bloedsomloop: linkerhelft hart-cellen in het lichaam-rechterhelft hart

Slide 15 - Tekstslide

werkboek.

1,2,3,4,5,6,8 en 9.
begrippenlijst. 

3.1 en 3.2 

(begrippenlijst krijg je nog)

Slide 16 - Tekstslide