4.2 Wat levert het op? deel 1

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 4.2 Wat levert het op?
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 4.2 Wat levert het op?
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van economie en je schrift van economie. 
Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerkcontrole.




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les weet je:
- wat een ondernemer is
- wat productiefactoren zijn
- Wat investeren is

Leergebiedoverstijgende doelen:
Reflecteren
- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen (uitleg strategie, oefentijd, herhaling nodig)
- Vertelt wat de waarde is van deze opdracht voor zichzelf.

Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept (8 of hoger) --> Bregje en Nick.
Jullie maken zelfstandig opdracht opdracht 19 t/m 25 op blz 102/103


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Welke is een voorbeeld van Productiefactoren?
A
Machines
B
Arbeid
C
Tijd
D
Boeken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van Natuur als productiefactor?
A
Kleur
B
Geur
C
Water
D
Smaak

Slide 6 - Quizvraag

Wat is investeren?
A
Het beleggen van geld
B
Het kopen van kapitaalgoederen
C
Ondernemen
D
Winst maken

Slide 7 - Quizvraag

Op de markt vind je een verzameling van ondernemers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat?
3/4 vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 19 t/m 25 op blz 102/103.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ondernemer

  1. Een ondernemer verdient zijn inkomen met een eigen bedrijf.
  2. Met of zonder personeel (zzp)
  3. Ondernemerschap: durf te ondernemen

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn productiefactoren?
  1. Natuur:  alles uit de natuur (water, grond, zonlicht)
  2. Arbeid: Er moet hard gewerkt worden
  3. Kapitaal: Alles kost geld! Aankoop van machines en gebouwen



Slide 12 - Tekstslide

Productiefactoren:

Arbeid:
Al het werk dat mensen doen
A
Natuur:
Alles wat uit de natuur komt zonder bewerking door mensen
N
Kapitaal:
Geld, machines, gebouwen, gereedschappen en andere hulpmiddelen zijn kapitaalgoederen
K

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maken we samen opdracht 22 en 23.

Slide 15 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig paragraaf 4.2 opdracht 19 t/m 25 op blz 102/103


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna maak je de rekenopgaven 10 t/m 13 op blz 124.
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

Weet je:
- wat een ondernemer is?
- wat productiefactoren zijn?
- Wat investeren is?


Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk en toetsen
Huiswerk: 
Dinsdag 28 februari
4.2 opdracht 19 t/m 25
Toetsen: 
-

Slide 18 - Tekstslide