AN, week 3, Cellen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Cellen en Weefsels

leerdoelen voor vandaag

A&F module 2 Bouwstenen. Onderdeel 1. Bouw van de cel

 

- Je kunt benoemen wat de gemeenschappelijke kenmerken van cellen zijn.

- Je kunt uitleggen wat organellen zijn.

- Je kunt uitleggen hoe de celmembraan is opgebouwd.

- Je kunt aangeven welke functies de celmembraan heeft

Wat gaan we doen vandaag

- Onderwijsleergesprek

- Oefenen

- Opdracht maken

GROOT

klein

Orgaanstelsel

Organisme

Cel

Weefsel

Orgaan

Wat houdt stofwisseling in?

1. Processen die zorgen voor de uitwisseling van stoffen
2. Chemische processen die met het opbouwen van levend weefsel te maken hebben
3. Chemische processen die met het opbouwen, in stand houden en afbreken van levend weefsel te maken hebben
4. Chemische processen die met het afbreken van levend weefsel te maken hebben

Sleep functie naar het juiste organel

Celkern

Cytoplasma

Celmembraan

Ribosomen

Mitochondrium

Stroperige vloeistof waarin celorganellen liggen

Scheidt de inhoud van de cel van zijn omgeving

Regelt wat er in de cel gebeurt

Hier worden eiwitten gemaakt

Hier wort van brandstof energie gemaakt

Verschillende soorten cellen

cellen kiezen een specialisme, dit noemen we

1. celdeling
2. cel differentiatie
3. homeostase
4. interieur milieu

Hoeveel cellen heeft een volwassen mens?

1. 10-20 miljoen
2. 30-40 biljoen
3. 100 -150 miljoen
4. 1-10 biljoen

cellen zijn de kleinste bouwstenen van een organisme

1. juist
2. onjuist

Een groep cellen heet...

1. orgaan
2. orgaanstelsel
3. weefsel
4. organellen

Virussen hebben andere cellen nodig om zich te kunnen vermeerderen

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een ander woord voor 'verbranding' in de cellen?

1. Diffusie
2. Dissimilatie
3. Metabolisme
4. Osmose

Een cel heeft:

1. een celwand en cytoplasma
2. Een celwand en een celmembraan
3. een celwand, cytoplasma en een celkern
4. Een celwand en celkern

In de afbeelding zie je een schematische tekening van de opbouw van een cel. Vier onderdelen van de cel zijn genummerd. Combineer elk nummer in de afbeelding met de juiste omschrijving over de bouw of functie.

1

2

3

4

bevat water, eiwitten, vetten, 

suikers en zouten

bevat chromosomen 

zorgt voor uitwisseling van 

stoffen met de omgeving

hier worden chemische 

reacties uitgevoerd.

Functie van het celmembraan 

Functie van de kern 

Wat is cytoplasma?

Wat is kernplasma?

Zorgt ervoor dat het hele cel goed kan functioneren

Zorgt voor begrenzing van de cel 

Vloeistof in de cel. Hierin liggen alle onderdelen van de cel. 

De vloeistof in de kern

Zenuwcel

Spiercellen

Voortplantingscel

Botcel

Rode bloedcel

Specialistische cel die prikkels kan geleiden

Specialistische cel die beweging kan veroorzaken

Specialistische cel die 23 chromosomen bevat

Steuncel

Specialistische cel die zuurstof vervoert. 

Regelen wat de cel in en uit gaat.

Bepaalt wat er in een cel gebeurt.

Stroperige vloeistof in de cel

Cytoplasma

Celkern

Celmembraan

www.anatomie-online.nl

Wat is het verschil tussen intracellulaire vloeistof en extracellulaire vloeistof?

1. Intracellulair is buiten de cel, extracellulair is in de cel
2. Intracellulair is in de cel, extracellulair is buiten de cel

Welke voorbeelden kun je benoemen van homestase?