In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hst 5.3 "geluidssterkte"
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt op een beeld van een oscilloscoop zachte en harde geluiden van elkaar onderscheiden.
Je kunt geluidssterkte meten met een decibel-meter.
Je kunt het verschil uitleggen tussen dB en dB(A).
Je kunt de gehoordrempel en pijngrens beschrijven.
Je kunt de geluidsterkte berekenen bij een veranderend aantal geluidsbronnen
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Huiswerkcontrole
herhaling paragraaf 1 en 2
geluidssterkte
Slide 3 - Tekstslide
Kennen en Kunnen van de vorige les
Wat is een trilling?
Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?
Waardoor kun je een hoog of een laag geluid krijgen?
Wat is ultrasoon geluid?
Wat is een oscilloscoop?
Berekenen van de trillingstijd en de frequentie.
Berekenen met een oscilloscoop.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water
Slide 5 - Quizvraag
Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren
Slide 6 - Quizvraag
Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen
Slide 7 - Quizvraag
geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
elektronen
C
Golven
Slide 8 - Quizvraag
De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen
Slide 9 - Quizvraag
Een microfoon is een ........
A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger
Slide 10 - Quizvraag
Het menselijk gehoor kan geluiden horen met een frequentie tussen ....
A
20 en 2000 Hz
B
20 en 30000 Hz
C
10 en 20000 Hz
D
20 en 20000 Hz
Slide 11 - Quizvraag
geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Frequentie is het aantal trillingen per
A
Minuut
B
Seconde
C
Uur
Slide 14 - Quizvraag
Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar
Slide 15 - Quizvraag
De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer. Hoe groot is de frequentie?
A
660 Hz
B
6600 Hz
C
66 Hz
Slide 16 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 17 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Geluidssterkte
Wanneer een voorwerp trilt maakt het geluid. Trillen is heen en weer bewegen. De snaren van een gitaar trillen als je ze aanslaat. Hoe harder je de snaar aanslaat hoe verder de snaar tijdens het trillen van de evenwichtstoestand gaat. De maximale uitwijking is dan groter. De maximale uitwijking noemen we ook wel de amplitude.
► Twee stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 73 dB.
► Vier stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 76 dB.
► Acht stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 79 dB.
Slide 28 - Tekstslide
Rekenen met dB-schaal
De straalmotoren van een vliegtuig produceren een geluidssterkte van ongeveer 120 dB, een auto ongeveer 60 dB. De straalmotoren maakten 120 dB. Dat is 60 dB meer dan één auto. Dit betekent dat je het geluid van de auto (60 : 3 = ) twintig keer moet verdubbelen. Dat betekent dat de straalmotoren 1.048.576 keer zoveel geluid maken.
Tegenwoordig hebben veel jongeren een gehoorbeschadiging. De belangrijkste oorzaken zijn het harde geluid van muziek bij festivals en mp3-spelers. 9. 3% van de jongeren heeft na bezoek van uitgaansgelegenheid last van het gehoor. De meest voorkomende klacht is de zogenoemde discopiep. Dit fluitende geluid in je oren is een teken van je lichaam dat je gehoorschade hebt opgelopen. De discopiep verdwijnt meestal weer na een aantal uur maar de schade blijft. De schade ontstaat aan de gehoorcellen. Deze cellen zijn erg gevoelig en worden bij te harde muziek zo hevig bewogen dat ze breken. Deze schade is blijvend voor de rest van je leven.
Niet alle frequenties kun je als mens even goed horen. Onze oren zijn niet voor alle frequenties even gevoelig. Dat blijkt wel uit de grafiek hiernaast. In deze grafiek is de gehoordrempel getekend. Dit is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen.
Uit de grafiek blijkt dat onze oren het meest gevoelig zijn voor de tonen uit het middengebied van je frequentiebereik (spraak). Lage en hoge tonen moeten best hard klinken voordat een mens het kan horen.