E security - H2 aanvallers en verdedigers

• Informatica
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

         E2 Security

               

                    H2 aanvallers 

                    en verdedigers

Leerdoelen

• Je kent de drie beveiligingsaspecten vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid. 
• Je kunt verschillende vormen van authenticatie noemen.
• Je weet wat de two factor authentication betekent.
• Je weet het verschil tussen authenticatie, identificatie en verificatie.
• Je bent bekend met encryptie en weet het verschil tussen encryptie en hashing.
• Je weet wat een DDoS-aanval is.

Quizvraag

Er zijn 8 vragen.

Voor elke vraag heb je 30 seconden de tijd.

Ik heb dit hoofdstuk doorgewerkt

1. Ja
2. Nee

Wanneer spreek je van een ‘SQL-injection’?
Wanneer ...

1. er data worden verzonden in een query.
2. er – naast data – tevens een vorm van malware mee wordt verzonden in een query.
3. een query door onbevoegden is aangepast.
4. een query door onbevoegden wordt onderschept en de query dus niet bij de database terechtkomt.

Je bent verbonden met een openbaar wifinetwerk. Zonder dat je het weet worden gegevens, die jij naar websites verstuurt, afgevangen.
Hoe heet deze vorm van internetcriminaliteit?

1. SQL-injection.
2. Man-in-the-middle
3. Middleware
4. End-to-end

Waarvoor dient een SSL-certificaat?

1. een officiële erkenning door de overheid, dat een website legaal is.
2. de identificatie van de eigenaar van de website.
3. beveiliging binnen je webbrowser, zodat gegevens versleuteld worden.

Welke stelling over end-to-end encryption en het HTTPS-protocol is waar?

1. Beide beveiligingen zorgen voor een gelijkwaardige bescherming, maar zijn gebaseerd op een andere techniek.
2. HTTPS is veiliger, omdat dit de kans op een man-in-the-middle kleiner maakt dan bij end-tot-end encryption.
3. End-to-end encryption is veiliger, omdat gegevens ook versleuteld opgeslagen bij client en servers.

Hoe snel is een wachtwoord van 8 tekens middels brute force ongeveer te achterhalen?

1. Tussen de 24 en 48 uur.
2. Binnen 24 uur.
3. Binnen 1 uur.
4. Binnen een paar minuten

Welke stelling over spyware en adware is juist?

1. Spyware gebruikt je adresboek om e-mailberichten met een virus aan je contacten te sturen. Adware doet dat niet.
2. Spyware is een vorm van adware en toont niet alleen advertenties zoals adware, maar registreert ook klikken op advertenties.
3. Adware installeert virussen op je computer, spyware doet dat niet.
4. Adware toont alleen advertenties, spyware achterhaalt informatie over het computergebruik.

Je hebt op een verkeerde link geklikt. Er verschijnt een bericht op je beeldscherm. Er wordt gezegd dat je bestanden versleuteld zijn. Je kan dit ongedaan maken, door bitcoins te betalen.
Met welke vorm van malware heb je nu te maken?

1. Spyware
2. Ransomware
3. Adware
4. Trojan horse

Er volgt nu een presentatie over H3.