H5.India

H5: India (par. 1 en 2)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H5: India (par. 1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

Par. 1: India: land vol verschillen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen par. 1
  • Je kent de begrippen van deze paragraaf (ook uit het basisboek)
  • Je weet wat de hoofdstad van India is. (opdracht 2 Start)
  • Je kent de buurlanden van India (opdracht 2 Start)
  • Je kan twee belangrijke rivieren in India noemen. (opdracht 2 Start)
  • Je kan de oceaan benoemen die bijna rondom India ligt. (Opdracht 2 Start)
  • Je kent de naam en de ligging van het hoogste gebergte ter wereld. (opdracht 2 Start)


Je weet welke demografische verschillen er zijn in India? 







Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen par. 1
  • Je weet welke sociale verschillen er zijn in India?
  • Je weet welke culturele verschillen er zijn in India? Let vooral op de taal en de godsdienst.
  • Je weet welke demografische verschillen er zijn in India?
  • Je weet waarom India een federatie is geworden?
  • Je weet waarom India een lingua franca heeft? Wat is een lingua franca eigenlijk?
  • Je kan de gevolgen van het kastenstelsel verklaren. 





Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen par. 1
  • Je kan de veranderingen in de bevolking verklaren.
  • Je weet welke politieke systemen er zijn?
  • Je weet welke soorten koloniën er zijn?
  • Je weet welke soorten diagrammen er zijn en kan deze ook zelf maken en aflezen
  • Je weet wie Mahatma Ghandi is.




Slide 5 - Tekstslide

Leer ook de volgende Basisboeknummers:

B153 Demografische druk
B154 Leeftijdsopbouw
B155 Soorten bevolkingsdiagrammen
B245 Politieke systemen
B249 Soorten koloniën
B256 Gevolgen van globalisering
B37 Diagrammen 






Slide 6 - Tekstslide

Bekijk W1 in je werkboek
Beantwoord de volgende vragen aan de hand van W1: (aantekening)
  • Wat is de hoofdstad van India?
  • Wat zijn de buurlanden van India?
  • Wat zijn de twee belangrijke rivieren in India? 
  • Welke oceaan ligt  bijna rondom India.
  • Wat is  de naam en de ligging van het hoogste gebergte ter wereld?
Markeer de letters/cijfers van bovenstaande geografische punten in W1. Eventueel kan je er ook nog een aantekening van maken.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen in India
Sociale verschillen: verschillen tussen mensen door aangeboren en niet-aangeboren kenmerken. Dit heeft tot gevolg dat allerlei zaken die belangrijk zijn in de samenleving ongelijk verdeeld worden en dat mensen niet dezelfde waardering en behandeling krijgen.
Culturele verschillen: Het verschil in gedrag, overtuigingen, waarden en normen, gewoonten, gebruiken en dergelijke tussen personen van verschillende achtergrond.
Demografische verschillen: verschillen in de opbouw van de bevolking.

Slide 8 - Tekstslide

Talen in India
Wat is de 'lingua franca' in India?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is de belangrijkste godsdienst in India?
A
Islam
B
Boeddhisme
C
Hindoeisme
D
Christelijk

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

India is een kolonie geweest van:
A
Nederland
B
Engeland
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een kolonie?

Slide 14 - Woordweb

Welke kolonie/kolonies zijn
ooit van Nederland geweest?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Soorten kolonies
  • Exploitatiekolonie: gebied dat agrarische producten en grondstoffen moest leveren aan het moederland. Omgekeerd was er export van industrieproducten naar de kolonie. vaak d.m.v. plantages

  • Vestigingskolonie: kolonie waar mensen uit het moederland naartoe gingen om een nieuw bestaan op te bouwen.

Slide 17 - Tekstslide

Kastenstelsel

Slide 18 - Tekstslide

Politieke systemen
De manier waarop een staat bestuurd wordt, noem je het politieke systeem. Er zijn twee hoofdvormen.

● In een centraal geregeerde staat wordt alles geregeld vanuit één centraal punt, meestal de hoofdstad. Overal in het land gelden dezelfde wetten en regels. 
● In een bondsstaat of federatie is er één centrale regering, met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering.  Ook kunnen er verschillen zijn in wetten en regels. Een voorbeeld van een federatie zijn de Verenigde Staten en India

Slide 19 - Tekstslide

Bevolkingsdiagrammen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Par. 1: India: land vol verschillen
Maak de opdrachten van par. 1 (vraag 1 t/m 11)

Slide 23 - Tekstslide

Par. 2: India: het land van de moesson

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen par. 2
  • Je kent de begrippen van deze paragraaf. (+ basisboek)
  • Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de droge en natte tijd in India?
  • Je kent het systeem van Köppen en kan deze ook toepassen.
  • Je kent de verschillende landschappen en klimaten in India.
  • Je kent de Wet van Buys Ballot en kan deze ook toepassen. 




Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen par. 2
  • Je kan de grote windsystemen op aarde intekenen op een wereldkaart.
  • Je weet wat een passaatwind is.
  • Je weet wat oorzaken en gevolgen zijn van de moessonregens.
  • Je weet wat de oorzaken zijn van recente waterproblemen in India.
  • Je weet wat de verschillen zijn tussen het Af-, Aw- en Am-klimaat




Slide 26 - Tekstslide

Leer ook de volgende Basisboeknummers:
B58 Stuwingsregen

B59 Stijgingsregen
B60 Droogte
B63 Wet van Buys Ballot
B64 Grote windsystemen
B65 Moesson
B73 Klimaatsysteem van Köppen 





Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wet van 
Buys Ballot


Hoe luidt de 
Wet van Buys Ballot?

Slide 30 - Tekstslide

Hoe ontstaan moessons? 

Slide 31 - Tekstslide

Moesson
In de zomer op noordelijk halfrond:
Warme lucht stijgt op 


L
H
aanlandige wind botst tegen bergen, wat voor regen is dat?
Stuwingsregen
Moesson
Door de ITCZ ontstaan Moessons. Dit zijn land- of zeewinden die elk half jaar ongeveer 180 graden van richting veranderen. 

Slide 32 - Tekstslide

Moessonregens
  • Moesson
  • Aanlandige wind
  • Vochtige lucht
Halfjaarlijks van richting wisselende wind

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Verschillen tussen Af, Aw en Am-klimaat
A = tropische klimaten

Aw, Af, Am: wat zijn de verschillen?
Af (tropisch regenwoud): droogste maand > 60 mm.
Aw (savanne klimaat): maximaal 2500 mm/jaar
Am (moessonklimaat): > 2500 mm/jaar



Slide 35 - Tekstslide

De aanduiding Am is een uitzondering... die gebruik je als je bij een A klimaat wel een droge periode hebt, maar het niet zo duidelijk is of dit in de zomer of winter valt 
In dit overzicht staan alle klimaten die er op de wereld voorkomen met de code van het Köppensysteem!
In D klimaten regent het ook niet zo veel. Toch spreken we hier niet van een steppe of woestijn. 

Slide 36 - Tekstslide

Par. 2: India: het land van de moesson
Maak de opdrachten van par. 2: vraag 1 t/m 7

Slide 37 - Tekstslide