Hoofdstuk 3 Recap stones

Hoofdstuk 3 Recap
Food words
plurals
This that these and those
some/any
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 Recap
Food words
plurals
This that these and those
some/any

Slide 1 - Tekstslide

Chocolate cake is
A
delicious
B
gross
C
yucky
D
tasty

Slide 2 - Quizvraag



Crisps are
A
chewy
B
crispy
C
crunchy
D
tender

Slide 3 - Quizvraag

lemons are
A
sour
B
salty
C
bitter
D
spicy

Slide 4 - Quizvraag

In the morning i always eat;
A
Supper
B
Lunch
C
Dinner
D
Breakfast

Slide 5 - Quizvraag

at noon I always have
A
Lunch
B
supper
C
Dinner
D
Breakfast

Slide 6 - Quizvraag

W What food is this?
remember;
Brittish English
A
petet
B
fries
C
chips
D
pommes

Slide 7 - Quizvraag

Shall we go out for "............"
This evening
A
Breakfast
B
Snack
C
Lunch
D
Dinner

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

PLURALS!!
Single= enkelvoud/eentje
Plural= meervoud/meer dan één

Slide 10 - Tekstslide

1 dog
2 ........
A
dogges
B
dog's
C
dogs
D
dogves

Slide 11 - Quizvraag

Plurals (= meervoud): What is the plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 12 - Quizvraag

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 13 - Quizvraag

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 14 - Quizvraag

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 15 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's

Slide 16 - Quizvraag

Plural of:
A
tomatos
B
tomatoe's
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 17 - Quizvraag

Regel voor meervoud = woord + s
               1 dog - 3 dogs
    1 dog



    3 dogs



Slide 18 - Tekstslide

Bij woorden die eindigen op een f of fe
                            
                     f/fe verdwijnt en wordt +ves
                 
     1 leaf                           4 leaves

Slide 19 - Tekstslide

 woorden die eindigen op een t + o
                            
                              krijgen +es
                 
   1 tomato                       4 tomatoes

Slide 20 - Tekstslide

woorden die eindigen op een s-klank, dus s ss ch tch
 Krijgen +ES                           

                
  1 watch                           3 watches


1 dress                              6 dresses

Slide 21 - Tekstslide

This and that and these and those

Slide 22 - Tekstslide

... building over there is Tower Bridge
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 23 - Quizvraag

Take ... book here and read it!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 24 - Quizvraag

... bottles over there are empty
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 25 - Quizvraag

Is ... your home over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 26 - Quizvraag

aantekening: this/these & that/those

Slide 27 - Tekstslide

This/that/these/those

Slide 28 - Tekstslide

QUANTIFIERS
some
any

Slide 29 - Tekstslide

some/any:
Please get me ... coffee!
A
some
B
any

Slide 30 - Quizvraag

SOME / ANY
"We've got ... bananas."
A
some
B
any

Slide 31 - Quizvraag

SOME/ANY
"Do we have .... banana's?"
A
some
B
any

Slide 32 - Quizvraag

She doesn’t want some/any coffee.
A
Some
B
Any

Slide 33 - Quizvraag

Would you like some / any tea?

A
some
B
any

Slide 34 - Quizvraag

I want some/any 7up.
A
some
B
any

Slide 35 - Quizvraag

DUS!
  1. Als je denkt dat het antwoord op je vraag JA gaat zijn dan gebruik je SOME!
  2. Of als je iemand iets aanbiedt.

Can I have some water?
Do you want some lemonade? 

 



Slide 36 - Tekstslide

Some
Gewone zin
Vraag waar je JA op verwacht

Als je iemand iets aanbiedt.
Any
Vraagzin
Ontkenning (met 'not' in de zin)

Slide 37 - Tekstslide