1. je weet of een grafiek bij een lineaire formule hoort.
2. je weet of een tabel bij een lineaire formule hoort.
3. je kan onderzoeken of een formule een lineaire formule is.
4. ja weet wat het hellingsgetal / het startgetal zijn.
5. je kan een lineaire formule maken bij een grafiek.
6. je kan het hellingsgetal aflezen uit een grafiek.
7. je weet hoe het hellingsgetal de grafiek beïnvloedt.
8. je weet wanneer 2 lineaire formules evenwijdig zijn.