2x2z 12 jan leestekens

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Telefoon in je tas
Op tafel: 
Leesboek
Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • cursus 7 spelling §1 herhaling leerjaar 1 afmaken
  • uitleg leestekens
  • korte pauze
  • maken § 2 leestekens
  • einde les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak cursus 7 § 1 herhaling leerjaar 1
online

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§2 leestekens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 7 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 8 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout...

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Punt .
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt.
Dewi zit op balletles. Zij vindt de lessen heel leuk.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

komma

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een komma?
  • wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere)zin. Die komma staat dan:                                     - tussen 2 persoonsvormen  Als het hard regent moet je een regenpak aan.                                                               - voor voegwoorden : als, maar, nadat, omdat, terwijl, want Nuna miste de trein, doordat ze te laat opstond   -voor en na een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan De peren, die beschimmeld zijn, moet je weggooien.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • tussen delen van een opsomming                                      - Nederlanders gaan graag op vakantie naar Frankrijk, Spanje, Duitsland en Italië. (niet voor en) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele punt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een dubbele punt ?
  • voor een aangekondigde opsomming Dit zijn onze favoriete vakantielanden: Frankrijk, Italië, Spanje en Duitsland.
  • voor de directe rede of een citaat. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer. Leander zei vol vertrouwen: 'Ik ga voor de toets een 10 halen.'
  • als het tweede deel van een zin een verklaring of reden vormt bij het eerste deel .Ava verzorgt haar konijnen goed: ze is een echte dierenvriend. (:=want)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'aanhalingstekens'   

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je aanhalingstekens
  • bij de directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens.                                                       - 'Wil je vanavond de containers buiten zetten?'vroeg Benjamin aan zijn broer.                                                              - 'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen' , zei Lieke tegen haar vriendin.                                                               - Fien smeekte haar moeder:'Mogen Noa en Marielle  alsjeblieft blijven logeren?'                                                 'Als je mee wilt rijden naar het concert,'zei Liselotte,'moet jedat snel laten weten.'

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: bij de indirecte reden (je geeft dan iemands woorden niet letterlijk weer) en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens.                                                         - Ege vroeg aan zijn broer of hij de afvalcontainer buiten wilde zetten.                                                                     - Stijn denkt bij zichzelf: waar ben ik aan begonnen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis         - Het woord 'elektriciteit' wordt vaak fout gespeld.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte pauze!
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak cursus 7 § 1 herhaling leerjaar 1
 af 
Maak cursus 7 § 2 leestekens

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les!
Schuif je stoel aan en zet je tafel recht.

Tot de volgende les.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2x2z 12 jan leestekens

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies