L(T)V3 - Periode 1 - les 2

L(T)V3 - Periode 1 - les 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

L(T)V3 - Periode 1 - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vervoeg je het regelmatige werkwoord:
- hablar

Slide 2 - Open vraag

Hoe vervoeg je het regelmatige werkwoord:
- beber

Slide 3 - Open vraag

Hoe vervoeg je het regelmatige werkwoord:
-vivir

Slide 4 - Open vraag

Is de zin juist?
Quiero falda otra (Ik wil een andere rok)
timer
0:30
JA
NEE

Slide 5 - Poll

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

rubio - pelo - tiene - mucho

Slide 6 - Open vraag

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

practica - deportes - demasiados

Slide 7 - Open vraag

Is de zin juist?
Tengo demasiada tarea (ik heb te veel huiswerk)
timer
0:30
JA
NEE

Slide 8 - Poll

Is de zin juist?
Yo entreno hora media (ik train een half uur)
timer
0:30
JA
NEE

Slide 9 - Poll

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Tengo ... kilo de bananas
timer
0:30
A
medio
B
media
C
medias
D
medios

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Tengo ... ropa deportiva [ sportief = deportivo]
timer
0:30
A
mucho
B
mucha
C
muchas

Slide 11 - Quizvraag

Ik ken de 3 groepen werkwoorden in de Presente
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik begrijp hoe ik moet de BVN toepassen aan verschillende woorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

pocas - tengo - rojas - camisetas

Slide 14 - Open vraag

Los adjetivos 

  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 15 - Tekstslide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 16 - Tekstslide

2. Bijvoeglijke naamwooden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijk naamwoord eindigend op een -e verandert niet 

Voorbeeld: el chico inteligente (de intelligente jongen)
                   la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 17 - Tekstslide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden eindigend op een medeklinker veranderen niet:

Voorbeelden:   el coche azul (de blauwe auto)
                         la falda azul (de blauwe rok)

Slide 18 - Tekstslide

¿Cuál de estas traducciones es correcta?
Welke vertaling is correct?

Mijn man zingt in de auto.
A
Mi marido cantamos en el coche
B
Mi marido canta en el coche
C
Mi marido canto en el coche
D
Mi marido cantáis en el coche

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide