5.4 Planten leggen energie vast (deel 2)

5.4 - Planten leggen energie vast
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecondary Education

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.4 - Planten leggen energie vast

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Quiz (voorkennis activeren)
- PPT bestuderen
- HW opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- het verschil uitleggen tussen bruto- en netto productie van glucose door een plant. 
- uitleggen wat het compensatiepunt is. 
- verschillende beperkende factoren benoemen die de fotosynthese proces kunnen beinvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Planten gebruiken glucose als...
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Brandstof en bouwstof

Slide 5 - Quizvraag

Via de huidmondjes van het blad kunnen zuurstof en koolstofdioxide de plant in en uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Welke formule voor fotosynthese klopt?
A
6 O2+ 6 H2O-> lichtenergie + C6H12O6 + 6 CO2
B
6 CO2 + 6 H2O -> lichtenergie + C6H12O6 + 6 O2
C
6 CO2 + 6 H2O + lichtenergie -> C6H12O6 + 6 O2
D
6 O2+ 6 H2O + lichtenergie -> C6H12O6 + 6 CO2

Slide 7 - Quizvraag

Welk onderdeel van het blad zorgt dat zuurstof het blad uit kan?
A
Palissadeparenchym
B
Sponsparenchym
C
Cuticula
D
Huidmondje

Slide 8 - Quizvraag

Welke vaten vervoeren water met glucose van de bladeren naar de wortel?
A
Alleen de houtvaten.
B
Alleen de bastvaten.

Slide 9 - Quizvraag

Wat houdt voortgezette assimilatie in bij planten?

Slide 10 - Open vraag

Aanwezigheid van zonlicht is de enige mogelijk beperkende factor bij fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In welke cellaag van het blad en in welk celorganel vindt fotosynthese plaats?
A
Alleen sponsparenchym, vacuole.
B
Alleen pallisadeparenchym, chlorofyl.
C
Palissade- en sponsparenchym, chloroplasten.
D
Palissade- en sponsparenchym, mitochondrien.

Slide 12 - Quizvraag

EINDE QUIZ

Slide 13 - Tekstslide

Bruto- en nettoproductie
Nettoproductie (NP) = Brutoproductie - Dissimilatie

Er kan twee dingen gebeuren met de NP: 
1. NP kan worden gegeten door een consument van de 1ste orde (planteneter). 
2. Plant gebruikt  NP voor voortgezette assimilatie. 

Slide 14 - Tekstslide

Bruto- en nettoproductie
Brutoproductie (BP): Totale hoeveelheid glucose die een plant produceert dmv fotosynthese.

Van de BP wordt een deel gebruikt als brandstof (dissimilatie van glucose) voor de eigen levensprocessen (groei) van de plant. 

Slide 15 - Tekstslide

De nettoproductie houdt in: alle glucose die...
A
...een plant produceert
B
...een plant produceert en zelf gebruikt
C
...een plant produceert die een plant niet zelf gebruikt voor dissimilatie.
D
...een plant produceert die het plant ook gebruikt voor dissimilatie.

Slide 16 - Quizvraag

Beperkende factor
Fotosynthese is afhankelijk van verschillende abiotische factoren:
- Zonlicht
- Temperatuur
- Grondstoffen in de bodem
- Hoeveelheid CO2 
- Hoeveelheid H2O

Beperkende factor = wanneer een van de bovenstaande genoemde factoren onvoldoende aanwezig is voor de groei van een plant. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Meten van NP/BP/dissimilatie
Via metingen kan worden vastgesteld wat de NP, BP en dissimilatie is van een plant. 

Er wordt dan gekeken naar de hoeveelheid O2 wordt opgenomen door de plant gedurende 24 uur. 

Fotosynthese: 6 CO2 + 6 H20 --> 1 glucose + O2
 
Dissimilatie: 1 glucose + O2 --> 6 CO2 + 6 H2O

O2 wordt verbruikt/opgenomen door de plant om glucose te dissimileren. Dus voor elk 6 moleculen O2 dat opgenomen wordt, wordt 1 glucose molecuul afgebroken. 

Slide 19 - Tekstslide

Meten van NP/BP/dissimilatie
Metingen gedurende 24 uur: 
1. Donker: 
- Er vindt geen fotosynthese plaats en dus geen glucose aanmaak.
-Dissimilatie heeft geen licht nodig en vindt wel plaats in het donker. Dus glucose wordt afgebroken. 
- het totale gemeten O2-opname door de plant voor dissimilatie kan worden gebruikt voor het berekenen van de hoeveelheid glucose die er wordt afgebroken. 

Voorbeeld: 
In het donker neemt plant A 35 moleculen O2 op. Dit betekent dat  6 glucose moleculen wordt afgebroken in het donker. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel glucose moleculen wordt per uur afgebroken als er 30 O2-moleculen per 15 minuten wordt opgenomen?

Slide 21 - Open vraag

Meten van NP/BP/dissimilatie
Metingen gedurende 24 uur: 
2. Licht: 
- Er vindt wel fotosynthese plaats, waarbij glucose en O2 wordt geproduceerd. 
-Dissimilatie heeft geen licht nodig en vindt ook plaats wanneer de zon schijnt. Dus glucose wordt afgebroken en O2 verbruikt.  
* Lage lichtsterkte: O2 gebruikt die geproduceerd wordt door fotosynthese en opgenomen via d de lucht. 
* Bij een bepaalde lichtsterkte: 02 wordt niet meer opgenomen. De brutoproductie O2 door fotosynthese is gelijk aan het O2-verbruik door disiimilatie. --> compensatiepunt. 
* Hoge lichtsterkte: O2 niet meer opgenomen, maar  afgegeven aan de lucht en is er sprake van nettoproductie.  

Slide 22 - Tekstslide

Bestudeer het onderstaande grafiek en beantwoord de vragen op de volgende slides. 

Slide 23 - Tekstslide

Gedurende welke uren van de dag vindt er alleen van dissimilatie plaats?

Slide 24 - Open vraag

Tussen welke uren wordt het compensatiepunt behaald?

Slide 25 - Open vraag

Tussen welke uren is er sprake van nettoproductie?

Slide 26 - Open vraag

Tussen welke uren is er sprake van maximale nettoproductie?

Slide 27 - Open vraag

Bepaal hoeveel de maximale brutoproductie is van de plant tussen 9 en 10 uur.

Slide 28 - Open vraag

Aan het werk
Maak de opdrachten van 5.4:
Opdr. 9 t/m 16

Klaar met huiswerk?
Beantwoord en lever in samen met je huiswerk (foto) je antwoorden op de volgende vragen. 

Slide 29 - Tekstslide