poser des questions

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Objectifs
  • Parler 
  • a2 -> grammaire C / a3 -> weektaak
  • a3 -> grammaire C / a2 -> weektaak
  • Chanson française

Slide 2 - Tekstslide

Objectifs
Parler
Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
Écouter
Ik kan korte teksten begrijpen die gaan over zaken als winkelen, geld en geldbesteding.
Grammaire
Ik begrijp hoe je op verschillende manieren een vraag kunt formuleren (a2).
Ik begrijp hoe je het meewerkend voorwerp kunt vervangen (a3)

Slide 3 - Tekstslide

Parler - driepraat coach
Faites des groupes (3 personnes).

Personne A pose des questions.
Personne B répond aux questions en phrases complètes.
Personne C note des compliments et des conseils pour A et B.

Slide 4 - Tekstslide

Sujets
  • famille
  • animaux domestiques
  • âge
  • anniversaire
  • domicile
  • langues
  • matière préférée
  • vacances

Slide 5 - Tekstslide

a2a:                grammaire C

a3a :              verder werken aan weektaak
                        -zoek een plek in het lokaal waar je rustig aan het
                          werk kunt
                        -loop je vast, vraag dan eerst een klasgenoot om                                    hulp

Slide 6 - Tekstslide

Poser des questions
Tu as un chien?
As-tu un chien?
Est-ce que tu as un chien?

       Wat valt je op? / Wat zou de regel zijn?               

Slide 7 - Tekstslide

Poser des questions
Elle a un chien?
A-t-elle un chien?
Est-ce qu'elle a un chien?

       Wat valt je op?               

Slide 8 - Tekstslide

Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
  1.  Mag je van de    .    een    ?    maken.
  2.  Kun je de zin met est-ce que beginnen.   
  3. Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren                   (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)           

Slide 9 - Tekstslide

Let op
Est-ce que tu as un frère? 
Est-ce qu'il a un frère?    

As-tu un frère?   
A-t-il un frère?       

Slide 10 - Tekstslide

Vraagwoorden
quand
qui
comment
que
    

Slide 11 - Tekstslide

Vraagzin met vraagwoord

  1.     Tu vas en Italie quand?
  2.     Quand est-ce que tu vas en Italie?
  3.     Quand vas-tu en Italie?

Slide 12 - Tekstslide

Regel
  1.     Vraagwoord achteraan.
  2.     Vraagwoord vooraan gevolgd door est-ce       que.
  3.     Vraagwoord vooraan gevolgd door                       inversie.

Slide 13 - Tekstslide

Weektaak
Leren C + E
Afronden Écouter
Begin maken met Lire
(of maken opdr 13+14+15 -> gram C)

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin?

Mon père donne un vélo à mon frère.
A
mon père
B
donne
C
un vélo
D
à mon frère

Slide 15 - Quizvraag

Vervang het mwvp:

Mon frère écrit une lettre à ma mère.
A
Mon frère elle écrit une lettre.
B
Mon frère l'écrit une lettre.
C
Mon frère lui écrit une lettre.
D
Mon frère lui écrit une lettre à ma mère.

Slide 16 - Quizvraag

Vervang het mwvp en maak een nieuwe zin:

Je donne des fleurs à mes grands-parents.

Slide 17 - Open vraag

Vervang het mwvp en maak een nieuwe zin.

Nous allons envoyer un e-mail au prof.

Slide 18 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:

Je vais vous écrire une carte postale.

Slide 19 - Open vraag

questions?

Slide 20 - Woordweb

Weektaak
Leren C + E
Afronden Écouter
Begin maken met Lire
(of maken opdr 13+14+15 -> gram C)

Slide 21 - Tekstslide

Qu’est-ce qu’on va faire?
  • objectifs
  • pièces
  • grammaire C
  • lire

Slide 22 - Tekstslide

Objectifs
Parler
Ik kan eenvoudige vragen stellen over alledaagse zaken.
Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
Lire
Ik heb voldoende woordkennis om een kort verhaaltje te kunnen begrijpen in het Frans.
Grammaire
Ik begrijp hoe je op verschillende manieren een vraag kunt formuleren(a2).
Ik begrijp hoe je het meewerkend voorwerp kunt vervangen (a3).

Slide 23 - Tekstslide

Pièces

Slide 24 - Tekstslide

Ma mère donne des fleurs à mon grand-père.

a2: drie manieren vragend
a3: mwvp vervangen en daarna ontkennend maken

Slide 25 - Open vraag

Lire
Leesboekje in je team
vrijdag 30 nov SO - ieder goed antwoord een muntje

Slide 26 - Tekstslide