Herhaling H7 & H8

Herhaling H7 & H8
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H7 & H8

Slide 1 - Tekstslide

Uitvoer
Export is voor Nederland belangrijk vanwege:
exportinkomsten
werkgelegenheid


Nederlandse afzetmarkt is klein.
Door export meer verkoop door bedrijven.
Deel van de export is wederuitvoer







Slide 2 - Tekstslide

Waarom importeren?
Redenen voor de import van goederen:
klimaat niet geschikt voor sommige producten
grondstoffen komen niet of weinig voor in ons land
buitenlandse producten goedkoper en/of betere kwaliteit
ruimere keuze voor consumenten.




Slide 3 - Tekstslide

Belang van internationale handel
Nederland heeft een open economie:
hoge importquote =
invoerwaarde als % van het nationaal inkomen is hoog

hoge exportquote =
uitvoerwaarde als % van het nationaal inkomen is hoog

Tegenovergestelde is een gesloten economie.






Slide 4 - Tekstslide



Het nationaal inkomen is € 880 miljard.

De uitvoerwaarde is € 650 miljard.
De exportquote is: 
650 miljard ÷  880 miljard × 100% = 73,9%



Het nationaal inkomen is € 880 miljard.

De invoerwaarde is € 490 miljard.
De importquote is:
490 miljard ÷ 880 miljard × 100% = 55,7%









Exportquote
Importquote

Slide 5 - Tekstslide

Handelsrekening
Op onze betalingsbalans staan
inkomsten uit het buitenland: 
uitvoerwaarde goederen en diensten
buitenlandse toeristen in Nederland
lonen Nederlanders in buitenland









Slide 6 - Tekstslide

Handelsrekening
Op onze betalingsbalans staan:
  • uitgaven aan het buitenland 
  • invoerwaarde goederen en diensten
  • Nederlandse toeristen in buitenland
  • lonen aan buitenlandse werknemers in NL










Slide 7 - Tekstslide

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van de euro beïnvloedt de export...

Onthoud daarbij:




Slide 8 - Tekstslide

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van de euro 
heeft gevolgen voor de 
export...





Slide 9 - Tekstslide

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van 
de euro heeft 
gevolgen voor 
de import...





Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wereldwijde productie
Globalisering 
Door toenemende contacten raken mensen en bedrijven wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden







Slide 18 - Tekstslide

Blijven we concurrend?
Groot deel inkomsten van ons land uit export.
Daarom is een sterke internationale concurrentiepositie belangrijk voor Nederland: goederen en diensten leveren van goede kwaliteit tegen aantrekkelijke prijs.
Hiervoor moet Nederland blijven zorgen voor:
  • goed onderwijs
  • innovaties
  • goede infrastructuur
  • goede gezondheidszorg








Slide 19 - Tekstslide

Keerzijde globalisering
Nederland profiteert van toegenomen globalisering.

Globalisering heeft ook nadelen:
  • laagopgeleide werknemers verliezen hun baan (productie naar lagelonenlanden)
  • ongelijke welvaartsverdeling
  • milieuschade.












Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Kenmerken ontwikkelingslanden
  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Snelle bevolkingsgroei
  • Veel analfabetisme
  • Slechte infrastructuur
  • Slechte gezondheidszorg
  • Eenzijdige economische structuur (1 productie sector)

Slide 23 - Tekstslide

Monocultuur 



Land is afhankelijk van 1 of enkele producten, meestal landbouwproducten (katoen, rijst, koffie)

Slide 24 - Tekstslide

8.2 Arm zijn is arm blijven?
Oorzaken onderontwikkeling
  • gebrek aan goed onderwijs (technische kennis beperkt en lage arbeidsproductiviteit)
  • slechte infrastructuur (vervoer en communicatie moeilijk)
  • protectiemaatregelen (belemmering export)
  • interne conflicten 
  • schulden door leningen
  • corrupte regering

Slide 25 - Tekstslide

  • Ruilvoetverslechtering
 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Noodhulp
Hulp om de eerste en ergste gevolgen op te vangen van bijvoorbeeld een natuurramp of oorlog.

Slide 28 - Tekstslide

Noodhulp
Noodhulp geven is soms lastig door:
* conflicten tussen bevolkingsgroepen

* gebrek aan een goede infrastructuur

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
Buffervoorraden
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)

Slide 31 - Tekstslide

Buffervoorraad + grondstoffenovereenkomst
Naast het aanhouden van een buffervoorraad bij lage prijzen kunnen landen ook onderling een grondstoffenovereenkomst sluiten. 

Hierin staat dat bijvoorbeeld Nederland altijd een minimale prijs gaat betalen voor koffie uit Zuid-Amerika. Hiermee beschermen ze de minimale opbrengst van koffieboeren. 
Buffervoorraad
Bewaar de gewassen totdat de prijs ervan gaat stijgen. Als de prijs toeneemt verkoop je de producten. Dit noem je het aanhouden van buffervoorraden. 

Slide 32 - Tekstslide

8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?
Nederlandse overheid
  • De Nederlandse overheid wil duurzame groei gericht op economische zelfstandigheid.
  • Daarnaast geeft de Nederlandse regering noodhulp 
  • Doelstelling: 0,7% van het Nationaal Inkomen uitgeven aan ontwikkelingshulp.

Slide 33 - Tekstslide

8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?
Nederlandse bedrijven
  • Krijgen subsidie om in ontwikkelingslanden te investeren.
  • Gericht op werkgelegenheid.
  • Hierdoor stijgt welvaart.

Slide 34 - Tekstslide

Hoe dragen wij ons steentje bij?
Consumenten
Als consument kan je opteren om fairtradeproducten te kopen.
  • Eerlijke handel: boer krijgt een eerlijke prijs (ook minimumprijs)
  • Samenwerking in coöperaties
  • Investeren in gemeenschap

Slide 35 - Tekstslide

Maken examenopgaven
Blz 258 - 261

Slide 36 - Tekstslide