H2.2: Elektrische energie vervoeren, 3 vwo

Energie vervoeren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Energie vervoeren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze periode:
1.    Je kunt uitleggen hoe inductiespanning wordt opgewekt.
2.    Je kunt de formule van vermogen toepassen en je kunt hiermee elektrische energie uitrekenen.
3.    Je kunt de werking van een transformator uitleggen en je kunt berekenen hoe de spanning, stroomsterkte en vermogen hierdoor worden beïnvloed.
4.    Je weet wat een NTC en LDR doet onder bepaalde omstandigheden en je kunt daarmee simpele automaten maken.
5.    Je begrijpt de werking van een relais en kunt daarmee een automatische schakeling ontwerpen.
6.    Je weet hoe je warmte kunt berekenen en gebruiken in berekeningen.
7.    Je kunt met rendement berekeningen maken m.b.t. energie of vermogen.
8.    Je kunt het warmteverlies van een huis berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Elektriciteitsnet:
  • Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
       Energieverlies: minder elektrische energie over voor eindgebruikers
  • Voor de minste energieverlies moet stroom over zo hoog mogelijke spanning vervoerd worden (minder warmte).

Slide 3 - Tekstslide

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waarom wordt de spanning verhoogd als het over lange afstanden vervoerd wordt?
A
Voor veiligheid
B
Om energieverlies te voorkomen
C
Om een frequentie van 50 Hz te krijgen
D
Dat is wat apparaten nodig hebben

Slide 6 - Quizvraag

Dynamo
  • As, spoel en magneet & lijkt op elektromotor.
  • As draait, en spoelen bewegen langs magneten en leveren elektrische spanning.
  • Fiets dynamo licht brandt feller als je 
       sneller rijdt - draait sneller, hogere spanning.
  • Elektriciteitcentrale heeft een 
       hele grote dynamo (generator)

Slide 7 - Tekstslide

Inductie
Als de magnetische veld in een spoel verandert, 
onstaat er dus een spanning tussen de uiteinde 
van de spoel. Dit heet inductie.

De opgewekte spanning heet inductiespanning.

Slide 8 - Tekstslide

Soorten spanning
  • Het lichtnet levert geen gelijkspanning (zoals batterijen en accu's) maar wisselspanning (wat voortdurend van richting wisselt). Dat doet het wel 50 keer per seconde, oftewel met een frequentie van 50 Hz.

Slide 9 - Tekstslide

De transformator (1)
De transformator bestaat uit twee spoelen van geisoleerde koperdraad om een weekijzeren kern.
  • Primaire spoel wordt verbonden met het 
       lichtnet, secundaire spoel met het apparaat.
  • Wisselstroom gaat door de primaire spoel, 
       die wordt een elektromagneet.
  • Weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd.

Slide 10 - Tekstslide

De transformator (2)

  • Gevolg - er ontstaat in de 
secundaire spoel een 
veranderende magneetveld, 
wat een lagere wisselspanning 
opwekt.

Slide 11 - Tekstslide

Formule
UsUp=NsNp
      = spanning primaire spoel
      = spanning secundaire spoel
      = aantal windingen
          primaire spoel
      = aantal windingen
          secundaire spoel
Up
Us
Np
Ns

Slide 12 - Tekstslide

Het vermogen bij een ideale transformator
Bij een ideale transformator gaan we er van uit dat er geen verlies is tussen de primaire kant end e sucundaire kant.
De energie die er elke seconde in gaat, komt er dus ook weer uit:
Pp=Ps
Oftewel:
Up x Ip = Us x Is

Slide 13 - Tekstslide

Stel je 'opgenomen' vermogen is 20W (primair), Up = 230 V en Us = 7 V

-->Bereken Is (rond af op 2 decimalen)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Hoe zijn de spoelen aan elkaar gekoppeld?
A
Magnetisch
B
Elektrisch

Slide 17 - Quizvraag






Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk:
Paragraaf 2.2 opgaven 14 t/m 24 (dus exclusief de PLUS)

FIJNE VAKANTIE!!!

Slide 24 - Tekstslide