4.3 Het Ancien Régime



4.3 Het Ancien Régime   
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



4.3 Het Ancien Régime   

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt uitleggen waarom een standensamenleving past bij het Ancien Régime.

Slide 2 - Tekstslide

Wie hielp Lodewijk XIV toen hij nog een kind was
A
Colbert
B
Mazarin
C
Louis
D
Robespierre

Slide 3 - Quizvraag

Op welke twee manieren wilde Colbert zorgen dat het financieel beter ging met Frankrijk
A
Belastingen verhogen
B
Frankrijk moet meer geld verdienen
C
Het innen van belasting moet beter gaan
D
Meer handel met andere landen

Slide 4 - Quizvraag

Het idee van de volkssoevereiniteit past het best bij
A
Montesquieu
B
Locke
C
Rousseau
D
Voltaire

Slide 5 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke macht binnen de Trias Politica (scheiding der machten) past de foto het best?
A
De uitvoerende macht
B
De wetgevende macht
C
De rechterlijke macht
D
De hoogste macht

Slide 7 - Quizvraag

Hoe werden de ideeën van de verlichting verspreid?
A
Deze ideeën werden gedrukt in boeken en kranten.
B
Er werd op de radio verteld over deze ideeën.
C
Universiteiten gingen lesgeven over de ideeën.
D
Verlichte denkers bespraken de ideeën in salons.

Slide 8 - Quizvraag

Lees nu paragraaf 4.3
Daarna zal ik kort uitleg geven
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Eerste stand: geestelijken

Mensen werkzaam binnen de Katholieke kerk

1. Beschikte over 10 procent van het land in Frankrijk

2. hoefde geen belasting te betalen

3. Moest zorgen voor de zieken

Slide 11 - Tekstslide

Tweede stand: adel

Mensen met titels als baron, graaf of markies

Inkomstenbron: Het land dat zij bezaten

* Geen belasting omdat ze met bloed (wanneer ze meevochten in de oorlog) betaalden

* Baalde dat ze weinig macht hadden

Slide 12 - Tekstslide

Derde stand: de rest

* Dokters, advocaten, boeren, winkeleigenaren, 90 % van het volk.

* Vooral de rijken van de derde stand waren het oneens met het bestuur (dat waren de verlichte denkers). Ze hadden niks te vertellen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme
traditie
maakbare samenleving
verheffing van volksklasse
gelijkwaardigheid
vastleggen rechten en plichten 
volkssoevereiniteit
onderzoek en experiment
standenmaatschappij
oligarchie
absolutisme
stadhouder en regentenkliek
pruik

Slide 15 - Sleepvraag

Waarom past de standenmaatschappij bij het Ancien Régime?

Slide 16 - Open vraag

Een ander woord voor grondbelasting is
A
de taille
B
zoutbelasting
C
een tiende
D
privileges

Slide 17 - Quizvraag

Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de situatie op het plaatje hiernaast?
A
Machtspiramide
B
Middeleeuwse bestuurorganisatie
C
het oude gezag in Frankrijk
D
onderdrukking

Slide 19 - Quizvraag

Laatste vraag....Bourgeoisie hoorde bij de
A
tweede stand
B
derde stand
C
eerste stand
D
het bestuur van de koning

Slide 20 - Quizvraag

Volgende week SO
Stof: § 4.1 en 4.2

Slide 21 - Tekstslide