Economie Oefentoets H2 Thuis en buitenhuis

• Economie
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2

Oefentoets H2 Thuis en buitenhuis

Wat zijn behoeften?

1. Alles wat je nodig hebt.
2. Alles wat je zelf hebt.
3. Alles wat je graag wil hebben.
4. Alles wat je nodig hebt en wat je graag wil hebben.

Consumeren is …

1. Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
2. Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
3. het kopen van goederen of diensten
4. Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen

Consumeren wordt beperkt door ...

1. gebrek aan geld
2. gebrek aan tijd
3. gebrek aan tijd en geld
4. wat je graag wilt hebben

Produceren is

1. verkopen aan consumenten
2. het maken van goederen
3. het leveren van diensten
4. het maken van goederen en het leveren van diensten

Onbetaalde productie

Betaalde productie

'Prioriteiten stellen' betekent...

1. kiezen wat je het leukst vindt
2. kiezen wat je het meest belangrijk vindt
3. kiezen wat je het lekkerst vindt
4. kiezen wat je het minst leuk vindt

Wat is onbetaalde productie

1. De productie op het wek
2. De productie die jezelf thuis doet
3. Een schoonmaakster thuis
4. Iemand die komt oppassen op de kinderen

De opa en oma van Rik paste vroeger altijd op als Riks ouders aan het werk waren. Maar ze werden een dagje ouder en Riks ouders besloten Rik voortaan naar een kinderdagverblijf te brengen.
Als gevolg van deze beslissing zal de onbetaalde productie..........

1. toenemen
2. afnemen
3. gelijk blijven

De arbeid bij productie thuis

1. is betaald
2. is onbetaald

Consumeren 

Consument

Zelfvoorziening

Je moet meer betalen

1. is een nadeel van thuis produceren
2. is een nadeel van productie door bedrijven

Hierna staan twee beweringen over productie:

1. De hulpmiddelen bij de productie heten productiegoederen. 

 

2. Een ijzeren pan hoort bij natuur.

Geef aan welke bewering juist is en welke onjuist is.

Juist

Onjuist

Juist

Onjuist

Waarvoor produceren
consumenten thuis?

1. voor de eigen behoeften
2. je kunt niet alles uitbesteden
3. om geld uit te geven
4. voor de eigen en elkaars behoeften

Welke productiefactoren wordt gemaakt met andere productiefactoren?

1. natuur
2. arbeid
3. kapitaal
4. alle 3 zijn ze goed

De productiefactoren zijn:

1. Natuur, aarde en arbeid
2. Natuur, arbeid en kapitaal
3. Natuur , kapitaal en grondstof
4. Arbeid en kapitaal

Om de kunnen produceren heb je de productiefactoren nodig. Machines vallen onder de productiefactor

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal
4. Alle 3 de antwoorden zijn goed

Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?

1. Natuur
2. Werk
3. Arbeid
4. Kapitaal

Sleep de woorden naar de juiste plek.

Coen plukt appels bij de boer. Welke productiefactor??

De boer betaalt Coen daarvoor..?

De boer zelf gebruikt met zijn land de factor...

De boer is geen eigenaar en betaalt voor het gebruik van de grond...

De boer bewerkt het land met een tractor. Dat is een...

Natuur

Huur

Arbeid

Loon

Kapitaalgoed

Meel bij de bakker

aardolie in de bodem

Oven in een restaurant

Een oven door je moeder gekocht

I-pod

Consumptiegoed

Kapitaalgoed

Geen van beiden

Welke omschrijving hoort bij welke productiefactor?

arbeid

kapitaalgoederen

natuur

machines om hout te zagen en te bewerken

mensen om de machines te bedienen;

timmerhout.

Energiebronnen horen bij

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal
4. Alle 3 de antwoorden zijn juist

Bekijk het staafdiagram. In welke maand was de nettowinst het laagst?

1. Januari
2. Februari
3. Maart
4. April

Prioriteiten stellen

• Dus: behoeften zijn onbeperkt!
• We moeten kiezen wat het belangrijkste is.....
• .... dat noemen we prioriteiten stellen

Tijd is ook beperkt

Staafdiagram.
Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas?

1. 8
2. 28
3. 25
4. 30

Bekijk het staafdiagram. Het zijn de uitkomsten van een onderzoek onder scholieren naar hun wensen over betaald en onbetaald werk later. Hierna staan beweringen over deze uitkomsten.
Welke bewering klopt met de gegevens in het staafdiagram. Kies uit onderstaande antwoorden:

1. 1% van de jongens en 3% van de meisjes wil dat de partner huisvrouw of huisman wordt.
2. 31% van de jongens en 13% van de meisjes wil dat de partner huisvrouw of huisman wordt.
3. 68% van de jongens en 84% van de meisjes wil een partner zonder betaald werk.
4. 32% van de jongens en 16% van de meisjes wil in de toekomst onbetaald werk.

Bekijk de cirkeldiagram.

Uit welk land importeren we het meest?

1. Duitsland
2. België
3. China
4. Verenigd Koninkrijk

Wat is het totaal van de sectoren?

1. 44%
2. 8%
3. 16%
4. 100%

Hoeveel procent hoort bij de sector knaagdieren?

1. 44%
2. 8%
3. 16%
4. 100%

Lijngrafiek

Staafdiagram

Cirkeldiagram

Rente berekenen: hoe dan?

€ 2.000 op mijn rekening, 3% rente.....

dus:                                      3 ÷ 100 x € 2.000 = € 60,-

                                             3%      x € 2.000 =  € 60   

Rente berekenen: hoe dan?

€ 2.000 op mijn rekening, 3% rente.....

"eerst  1%" . 1 procent = één honderdste deel (1/100 of 0,01) 

Door het bedrag € 2.000 : 100 krijg je € 20,-

Als 1% gelijk is aan € 20

 dan is 2% dus 2x 20 = € 40,-

 dan is 3% dus 3x 30 = € 60,-

Rente berekenen: hoe dan?

€ 200 op mijn rekening, 3% rente.....

Methode 3: verhoudingstabel

Voorbeeld: 

3%

x3

x3

:100

:100

Rente berekenen: 2 manieren

Enkelvoudig: je berekent de rente over spaarbedrag

Gevolg: rente is ieder jaar hetzelfde bedrag

Samengesteld: je berekent de rente over het spaarbedrahg + de bijgeschreven rente. 

Gevolg: rente is ieder een iets hoger bedrag

Samengestelde rente berekenen

€ 2000, - op de rekening, 3% rente. 

Hoeveel rente na 4 jaar?                             met een formule

zonder formule : jaar voor jaar  

 

bedrag               rente            totaal

€ 2000                € 60             € 2.060

€ 2060                € 61,80        € 2.121,80

€ 2121,80           € 63,65        € 2.185,45

€ 2185,45            € 65,55        €2.251,01               

2000 x ( 1 + 0,03)4 jaar = € 2.195,45 

Oefenen met procenten

• Maak de oefeningen op: 

https://www.rekenen-oefenen.nl/rekenen-groep-8/rekenmachine/bereken-de-rente-na-2-of-meer-jaar

• Kun je met je rekenmachine

     'tot de macht'  gebruiken?  

    

Voorbeeld enkelvoudige rente

Voorbeeld:

Rob heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.

Rente na 1 jaar               →  € 200 : 100 x 3 = € 6

Rente na 2 jaar              →  € 6 x 2 = € 12

Rente na 1 maand        →  € 6 : 12 = € 0,50 

Rente na 5 maanden  →  € 6 : 12 x 5 = € 2,50

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente.

1. € 40,00
2. € 120,00
3. € 60,00
4. € 100,00

Rekenvoorbeeld samengestelde rente

Je hebt € 1.000 op je spaarrekening staan. Je krijgt 1% rente van de bank. Hoeveel euro rente heb je gekregen na 3 jaar als er sprake is van samengestelde rente?

1e jaar: € 1.000 : 1 x 100 = € 10

2e jaar: € 1.010 : 1 x 100 = € 10,10

3e jaar: € 1.020,10 : 1 x 100 = € 10,20

Eind van het 3e jaar heb je € 10 + € 10,10 + € 10,20 = € 30,30 rente ontvangen.

Bereken de samengestelde rente na 3 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente.

1. €1.061,21
2. €1.060
3. € 3090,00
4. €60

Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen.  De telefoon is helemaal stuk. 

Moet je dan de resterende termijnen van je lening doorbetalen?

1. ja
2. nee