Code + Deel 3 Hoofdstuk 6 introductie en 6.1
Ik heb een gat in mijn hand
1 / 19
Onderdelen in deze les
Ik heb een gat in mijn hand
Slide 1 - Poll
Hoe karakteriseer je jouw koopgedrag?
Slide 2 - Woordweb
De Yamaha scooter ...
A
is het voordeligst dan het alternatief.
B
is in deze zaak het voordeligst
C
is het voordeliger Vespa.
D
is het voordeliger van allemaal.
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Zal ik de afwas doen?
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 5 - Quizvraag
We zullen het nooit meer doen
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 6 - Quizvraag
Zullen we naar het park gaan?
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 7 - Quizvraag
mijn vrienden zullen over een week op vakantie gaan.
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 8 - Quizvraag
Zal ik je helpen met koken?
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 9 - Quizvraag
Ik zal voor altijd van je houden
A
voorstel
B
toekomst
C
belofte
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Link
Schrijf 3 zinnen,
met: als / wanneer / toen
met: als / wanneer / toen
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Betekent ‘als’ in deze zin ‘op het moment dat’? Als ik 's morgens opsta, ga ik eerst ontbijten.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Betekent ‘als’ - ‘op het moment dat’? Vaste kosten als huur, gas, licht en water moeten wel betaald worden!
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Betekent ‘wanneer’ - ‘op het moment dat’? Ik bel u wanneer de uitslag van het examen bekend is.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Betekent ‘wanneer’ - ‘op het moment dat’? Wanneer moet je examen doen?
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Betekent ‘toen’ - ‘op het moment dat’? Toen ik 50 jaar werd, gaf ik een heel groot feest.
A
waar
B
niet waar
